Wat verandert er in de langdurige zorg
DEN HAAG (ANP). De Eerste Kamer stemde dinsdag in met de plannen om gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk te maken voor dagbesteding en begeleiding voor thuiswonende ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Vier vragen over wat er verandert.
Wat wil het kabinet met de langdurige zorg?
De langdurige zorg gaat op de schop om de stijgende kosten in de zorg in de hand te houden. Ook wordt ingespeeld op de behoefte van ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Zorg moet zo veel mogelijk op maat dicht in de buurt van mensen worden geregeld. Volgens staatssecretaris Martin van Rijn gaat er in 2017 nog evenveel geld naar deze zorg als nu, namelijk ruim 27 miljard euro.
Wat zijn de gevolgen?
Doordat mensen langer thuis blijven wonen, is er in de zorginstellingen minder personeel nodig. Hoeveel banen er verdwijnen is onduidelijk, ook al omdat wel medewerkers nodig zijn om mensen thuis de juiste zorg te geven. Het kabinet denkt dat zo’n 16.000 fulltimefuncties verdwijnen. Vakbond Abvakabo vreest dat het er veel meer zijn.
Hoeveel wordt er bezuinigd?
Het kabinet sprak af ruim 3,4 miljard euro te korten op de langdurige zorg, maar de bezuinigingen zijn na overleg in de Tweede Kamer afgezwakt tot 2,3 miljard. Voor volgend jaar kwam er zo 200 miljoen meer beschikbaar voor begeleiding en dagbesteding voor bijvoorbeeld licht dementerenden. Eerder was de gemeenten al 200 miljoen toegezegd om overgangsproblemen op te lossen. Gemeenten krijgen ruim 8 miljard euro om de zorgtaken uit te voeren. Wel wordt 465 miljoen gekort op de huishoudelijke hulp.
Zijn de veranderingen in de langdurige zorg klaar nu de Eerste Kamer hiermee instemde?
Nee, niet helemaal. De volksverzekering AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) waarvan in 2012 bijna 800.000 mensen gebruikmaakten, wordt per 2015 vervangen door de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Daarin wordt geregeld dat zo’n 200.000 mensen die veel zorg nodig hebben, terechtkunnen in een zorginstelling. De Tweede Kamer praat kort na de zomervakantie over dat plan waarvoor volgend jaar 18,5 miljard euro beschikbaar is.