Donner vreesde voor grotere schade Vestia
DEN HAAG (ANP). Piet Hein Donner heeft als minister van Binnenlandse Zaken gewacht met het informeren van de Tweede Kamer over de financiële problemen bij corporatie Vestia, omdat hij er nog te weinig van wist en ook nog niet kon zeggen wat eraan moest gebeuren.
Ook zijn collega’s van het kabinet werden pas later ingelicht en alleen mondeling. Dat bleek maandag uit zijn verhoor door de Parlementaire Equêtecommissie Woningcorporaties. Die onderzoekt het corporatiestelsel in het algemeen en de incidenten die daar plaatshadden in het bijzonder.
Vestia was door financiële capriolen aan de rand van de afgrond gekomen en Donner, die er op 12 september 2011 van hoorde, vreesde een grotere schade als dat voortijdig publiekelijk werd. Het feit dat er een probleem is, is geen reden om de Kamer in te lichten, aldus Donner. De taak van de Kamer is te controleren wat de regering doet, dus als het maar even kan moet er in zijn visie eerst zijn vastgesteld wat een minister denkt te doen.
Donner kwam er uiteindelijk niet meer aan toe de Kamer zelf in te lichten. Voordat hij de tijd rijp achtte, werd hij al opgevolgd door Liesbeth Spies. Nadat Donner was uitgekozen als vicepresident van de Raad van State, droeg hij zijn portefeuilles over aan haar. Zij informeerde de Kamer vertrouwelijk. „Dat was in mijn beleving de enig denkbare manier.”
Spies, die maandagmiddag werd gehoord door de commissie, zei verbaasd, verwonderd en boos te zijn over wat Vestia had uitgehaald. Ze zou zeer veel tijd kwijt zijn aan de affaire. Maar als je besloten hebt een ministerspost te accepteren, heb je „’t maar te nemen zoals ’t komt”, zei ze. Haar ministerschap betekende voor haar „een heel ingewikkelde maar ook prachtige tijd. Als ik erop terugkijk, had ik het niet willen missen.”
Haar voorganger Donner reageerde wat verbaasd op vragen over dingen die hij zelf destijds niet eerder heeft geweten over problemen bij diverse corporaties. „Niet alles wat bij ambtenaren terechtkomt, moet ook bij de minister terechtkomen. Anders kun je geen minister meer vinden, dan heb je supermensen nodig.”