Economie

De deeleconomie: een nieuwe variant van de markt­economie

Delen is lastig. Voor mijn zoontje van tweeënhalf in ieder geval wel. Hoezo iets aan iemand anders geven? Delen is blijkbaar niet onze eerste natuur. Toch is dit delen volgens sommigen een nieuwe economische realiteit. Maar wat is het economische principe er­onder?

Hans Stegeman
5 July 2014 13:54Gewijzigd op 15 November 2020 11:44
beeld Deeleconomie.nl
beeld Deeleconomie.nl

Een fantastisch idee natuurlijk: niet volledig gebruikte goederen of diensten beter benutten door deze samen te delen. Een bedrijfsmodel gebouwd op het efficiënter delen van goederen. Zie hier: de deeleconomie! Of, zoals de site van deeleconomie.nl zegt: „Een wijze van productie en distributie van goederen en middelen die het delen en collectief consumeren van onze overvloed mogelijk maakt.” Voorbeelden van dit soort bedrijven zijn er inmiddels genoeg. De taxi-app Uber koppelt mensen die vervoer zoeken aan privéchauffeurs. Hierdoor benutten zij hun privévoertuig beter en chauffeurs verdienen er ook nog wat mee. Het bedrijf is naar schatting 12 miljard euro waard. Ook Airbnb is zo’n voorbeeld. Dit is een elektronische marktplaats waar privépersonen een accommodatie aanbieden. Ook dit bedrijf is naar schatting miljarden waard. En zo zijn er nog tal van andere: spullendelen.nl en peerby.com voor het delen van spullen, Snappcar voor het delen van privéauto’s, Thuisafgehaald voor het delen van maaltijden en Wehelpen voor mensen die hulp zoeken of aanbieden.

Technologie

Een aantal zaken heeft dit soort initiatieven gemeen. Ten eerste dat technologie zorgt voor transparantie in vraag en aanbod. Een informatieprobleem wordt kleiner. De kwaliteit van het aangebodene is doorgaans geregeld door beoordelingen van gebruikers. Bij voldoende gebruik en dus ook beoordelingen is dit over het algemeen een heel transparante en goed werkende kwaliteitstoets.

Ten tweede de lage kosten. Stuk voor stuk zijn deze alternatieven goedkoper dan het huidige aanbod. Maar hoe kunnen die kosten lager zijn? Het meest voor de hand liggende antwoord als het gaat om goederen of huizen: ze zijn al in bezit, dus de marginale kosten van het gebruik zijn zeer laag.

Dit is echter een nogal incompleet antwoord. Vaak worden bij de productie van de deeldiensten niet eens de werkelijke marginale kosten berekend. Dus bij huizen de afschrijving, voor het maken van ‘deelmaaltijden’ het gebruik van de keuken et cetera. Dat kunnen deze aanbieders doen omdat ze het erbij doen en toch al kosten betalen voor een huis, appartement of auto. Daarnaast voldoen de aanbieders vaak niet aan de eisen die wel voor professionele partijen gelden en betalen ze ook niet dezelfde belastingen. Dit ongelijke speelveld creëert een concurrentievoordeel voor de deelinitiatieven. Dit hoeft niet slecht te zijn. Het kan er ook toe leiden dat regels die onnodig zijn, eindelijk worden afgeschaft of juist worden aangepast. Daar wordt de consument beter van.

Ten derde wijzen sommigen op een veranderde mentaliteit: gebruik is het nieuwe eigenaarschap. Bij muziek zien we dat wel in de vorm van Spotify, Deezer et cetera.

Wederkerigheid

Maar als je de initiatieven goed op een rij zet, gaat het maar in een zeer beperkt deel van de gevallen écht om delen. Bij de succesvolle initiatieven verzinnen de initiatiefnemers vooral een vaak technologische oplossing voor het informatieprobleem, waardoor diensten efficiënter en tegen lagere kosten kunnen worden verhandeld. En doordat bijvoorbeeld het verhandelen van muziek nu technologisch mogelijk is zonder de muziek te bezitten, is dit een alternatief. Niet per se omdat we niet willen bezitten.

Daarbij is het verhandelen van diensten niet hetzelfde als delen. Het is een markttransactie. De initiatieven waarbij echt sprake is van onbaatzuchtig delen, zijn bijna zonder uitzondering kleinschalig. En het succes is daarbij afhankelijk van de wil van mensen om uiteindelijk ook iets terug te doen. Wederkerigheid.

Uit recent onderzoek blijkt het argument dat mensen willen delen omdat ze niet hechten aan materiële welvaart of uit duurzaamheidsoverwegingen, in de meeste gevallen niet op te gaan. Mensen blijken in de meesten gevallen niet zomaar bereid om spullen die ze niet gebruiken gratis te delen en kiezen vaak voor delen omdat dat goedkoper is.

Gelukkig is mijn zoontje dus heel normaal. De deeleconomie van dit moment is eigenlijk niet veel anders dan het verhandelen van diensten, beter mogelijk gemaakt door ict. Economisch delen. Dat is voor sommigen die hopen op een ‘andere’ economie wellicht jammer. Want voor-alsnog is de deeleconomie geen alternatief voor de markteconomie, maar slechts een nieuwe variant.

De auteur is hoofd internationaal onder­zoek bij Rabobank Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer