„Ik heb verteld dat het een geliefde traditie is met veel zoete jeugdherinneringen en dat het tegelijk niet statisch is maar dynamisch. Denk aan de roe en de zak die steeds minder gebruikt worden. Ik heb ook gezegd dat het goed is dat we in een geciviliseerd debat komen tot veranderingen waarbij iedereen zich thuis voelt”, aldus Asscher na zijn gesprek. De PvdA-minister had de indruk dat zijn betoog „goed viel” en dat de commissie enthousiast was.

Aan het gesprek nam ook VN-functionaris Verene Shepherd deel; zij uitte vorig jaar harde kritiek op de rol van Zwarte Piet in het Nederlandse sinterklaasfeest. Zij legde toen een link tussen Zwarte Piet en het slavernijverleden, maar in het gesprek donderdag met Asscher voerde Shepherd niet het woord over Sinterklaas. Dat was voorbehouden aan de voorzitter van de commissie.

Asscher wilde niet ingaan op de uitspraak van de rechter donderdag over de sinterklaasviering in Amsterdam. Hij hoopt dat het sinterklaasfeest kan veranderen door dialoog. Hij waarschuwde voor een situatie waarin mensen die plezier beleven aan Sinterklaas het gevoel krijgen dat ze een racist genoemd worden. Tegelijk moeten we er in het debat volgens Asscher voor waken „dat we te snel voorbijgaan aan gevoelens van mensen die het als heel kwetsend ervaren”. Hij vindt „dat je die mensen dus ook niet als aanstellers moet wegzetten”.