In ’t Veld vecht al jaren met de EU-lidstaten over de inzage van een bepaald stuk. Het gaat om een juridisch advies aan de EU-lidstaten dat te maken heeft met de onderhandelingen tussen de EU en de Verenigde Staten over het verstrekken van bankgegevens van Europese burgers. De Amerikanen vragen die data om terrorisme te bestrijden en sloten daarover een akkoord met de EU (het zogenoemde SWIFT-akkoord).

De lidstaten gaven In ’t Veld een deel van het document, maar censureerden dit flink. Daarop ging de politica naar het EU-hof. In eerste instantie gaven de rechters haar gelijk, maar de lidstaten tekenden beroep aan.

De rechters oordeelden toen dat de lidstaten niet alles uit het gevraagde document hoefden te onthullen. Maar de landen moeten wel aangeven waarom ze bepaalde passages niet willen onthullen. Volgens de lidstaten zou het (volledig) vrijgeven van het advies de internationale betrekkingen schaden, maar de rechters vonden die redenering te vaag, te algemeen en te weinig onderbouwd. Daar gaat het EU-hof nu in mee.

„Dit is een grote overwinning”, zo bestempelt In ’t Veld het vonnis. Volgens de politica spreekt het hof „duidelijk uit dat transparantie een voorwaarde is voor een echt democratisch Europa”.

Het vonnis, waar geen verder beroep tegen mogelijk is, betekent niet automatisch dat In ’t Veld het document krijgt. De lidstaten zullen daar opnieuw een beslissing over moeten nemen, rekening houdend met dit vonnis.

In ’t Veld spreekt er schande van dat de hele juridische strijd 5 jaar heeft geduurd. „Iedereen moet openbaarheid kunnen eisen en dat is nu niet mogelijk. Met zulke procedures wordt het recht op toegang tot documenten in de praktijk een dode letter.” Zij pleit voor een herziening van de Europese regels voor openbaarheid van bestuur.