Geschil over overlevingskansen in Bam
Hulpverleners zouden zich meer moeten inspannen om overlevenden van de aardbeving van afgelopen vrijdag in Bam uit het puin te redden. Ze mogen de moed niet opgeven, wat nu wel gebeurt. Dit zeiden donderdag Iraanse bergingswerkers van de Rode Halve Maan (Rode Kruis).
Hulpverleners van onder meer instellingen van de Verenigde Naties schatten de kansen op meer overlevenden inmiddels uiterst gering. Coördinator Ted Pearn zei dat „het mogelijk is dat een of twee mensen” het drama onder het puin hebben overleefd, „maar dat zou hoogst uitzonderlijk zijn.” Een aantal buitenlandse ploegen die naar overlevenden zochten, heeft Iran inmiddels verlaten.
Jalil Tabatabaei van de Rode Halve Maan heeft gezegd dat „die lieden (van de VN) denken dat iedereen al dood is omdat ze geen verstand hebben van aardbevingen.”
Hij schat dat bij intensief zoeken de komende zes dagen nog veel overlevenden kunnen worden gered. Reddingswerkers zouden zeker tien dagen na een aardbeving met volledige inzet moeten blijven speuren naar overlevenden. Tabatabaei schat dat er nog steeds 1000 mensen leven in het puin van de stad Bam.
Volgens de Iraanse autoriteiten zijn er nog 40.000 mensen in de verwoeste stad. Ruim 30.000 doden zijn inmiddels begraven. Meer dan 400 lichamen moeten na een mogelijke identificatie nog worden begraven. De autoriteiten pogen te achterhalen hoeveel mensen de stad hebben verlaten om een beter beeld te krijgen van het totale aantal slachtoffers van de ramp.
Donderdag werd een 40-jarige man levend onder het puin vandaan gehaald. De man was nog bij kennis. De aard van zijn verwondingen was niet meteen duidelijk. Woensdagavond werd een 27-jarige man gered. De man bleek zijn heup te hebben gebroken. Eerder op de dag was een 80-jarige, dove en blinde vrouw bevrijd van onder het puin, met als enige letsel een schouderbreuk. Voor een baby, die door speurhonden was gelokaliseerd, kwam de hulp net te laat.
Deskundigen zeggen dat de kans om overlevenden te vinden na 76 uur uiterst gering is. De meesten van de circa 2000 mensen die levend uit het puin zijn gehaald, werden in de eerste dagen na de aardbeving gered.
De hulpverlening komt steeds beter op gang. In delen van Bam is inmiddels de elektriciteit hersteld. Op de doorgaande wegen brandt de straatverlichting weer. Meer goed nieuws kwam uit de door buitenlanders ingerichte noodziekenhuizen. Sinds dinsdag werden daar vijf kinderen geboren: drie jongetjes in een Frans, twee meisjes in een Oekraïens veldhospitaal.
Donderdag nam een Amerikaans veldhospitaal zijn eerste patiënten op. Buiten het ziekenhuis houden Iraanse gardesoldaten de wacht. De Verenigde Staten behoren tot de grootste vijanden van Iran, maar de Iraanse regering liet meteen na de beving weten ook Amerikaanse hulp te zullen toelaten.
Experts nemen intussen in Bam de schade op. De naschokken, nog dagelijks worden er twee tot drie gevoeld, vormen nog steeds een groot gevaar. Door de schokken dreigen de beschadigde gebouwen die nog overeind staan alsnog in te storten.
Volgens Iraanse wetenschappers is de aardbeving in Bam krachtiger dan tot nu toe werd aangenomen. In eerste instantie werd een kracht van 6,3 op de schaal van Richter gemeld, maar na verdere analyse is dat nu bijgesteld naar 6,8. Volgens de wetenschappers was de aardbeving niet alleen krachtiger, maar lag ook het epicentrum recht onder de stad. De wetenschappers baseren hun conclusie op gegevens van de achttien nog functionerende onderzoeksstations in de getroffen regio. Van twaalf andere seismologische meetpunten is nog niets teruggevonden.
De Iraanse autoriteiten zijn begonnen met het registreren van de overlevenden en het uitdelen van voedselbonnen. Hulpverleners van de Verenigde Naties treffen voorbereidingen voor het opzetten van drie grote tentenkampen die plaats moeten bieden aan rond de 40.000 mensen. Achtenveertig landen hebben hulpteams gestuurd. De eerste dagen proberen die vooral te voorkomen dat er besmettelijke ziektes als tyfus of cholera uitbreken.
De weeshuizen in Iran raken intussen overvol. Tot nu toe zijn 1500 kinderen gevonden die hun beide ouders door de beving kwijt zijn. De weeskinderen worden overgebracht naar de provinciehoofdstad Kerman, 190 kilometer ten noordwesten van de historische stad Bam, van waar ze naar tehuizen worden doorgestuurd.
De schattingen over het dodental lopen nog altijd uiteen. Een VN-dienst meldde dinsdag op basis van gegevens van de Iraanse autoriteiten dat er al 33.000 doden waren geteld. Het provinciebestuur zei dat het dodental vooralsnog lager ligt, maar wel boven de 30.000 zal uitkomen. Een schatting van 40.000 doden is echter veel te hoog, aldus een woordvoerder.