NBG heeft zijn wortels in zendingseeuw
De negentiende eeuw was de eeuw van de zending en het Bijbelvertaalwerk. Het is dan ook niet voor niets dat het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) juist in deze eeuw zijn wortels heeft. Het NBG werd op 29 juni 1814 in Amsterdam opgericht, zaterdag 200 jaar geleden. Het Bijbelgenootschap had een Engelse voorganger en pendant in The British and Foreign Bible Society (BFBS), opgericht in 1804.
Opwekking, Reveil en zendingsdrang kenmerkten de kerken in de negentiende eeuw . De opkomst van de Bijbelgenootschappen wereldwijd liep parallel met de totstandkoming van de verschillende zendingsgenootschappen. In Nederland werd in 1797 het Nederlands Zendingsgenootschap opgericht, spoedig gevolgd door andere. Zij vormden als het ware de basis van de Bijbelgenootschappen. Wie het Evangelie wil uitdragen, kan immers niet zonder het Woord.
Bij de oprichting van de Bijbelgenootschappen speelden volgens dr. Anne Jaap van den Berg, bibliothecaris van het NBG en auteur van een overzicht van 200 jaar NBG, elementen uit de verlichting een belangrijke rol: optimisme over de mogelijkheden van Evangelieverbreiding, waardoor men een hogere trede van beschaving zou bereiken. Ook elementen uit het piëtisme waren van belang. De oprichters van de Bijbelgenootschappen waren gedreven door levendige eschatologische hoop: men verwachtte elk moment de terugkeer van Jezus Christus.
In eerste instantie richtte het NBG zich op Bijbelverspreiding in het binnenland. Het genootschap hield zich aan de standaardteksten van de bestaande kerkelijke tradities. Aanvankelijk kocht het NBG Bijbels in bij de grote Bijbeldrukkers die zich hadden verenigd in de Bijbelcompagnie, en plaatste er drukopdrachten. Bijbels werden gratis verspreid onder degenen die ze niet konden betalen. Bestuursleden van het NBG troffen echter steeds vaker Bijbels te koop aan in boekenstalletjes en in 1846 besloot men dat er toch zo veel mogelijk voor betaald moest worden.
Concurrentie kwam er in 1843, toen het Britse Bijbelgenootschap eveneens Nederlandse Bijbels ging verspreiden. Daarop besloot het NBG, in 1847, om ook zelf Bijbels uit te geven. Men liet drukkers inschrijven en zo kwamen er goedkopere uitgaven.
In 2002 is het NBG als zelfstandige uitgever gestopt en heeft het zijn uitgeefactiviteiten ondergebracht bij uitgeverij Jongbloed te Heerenveen. Het genootschap is wel de eindredactie van de eigen uitgaven blijven verzorgen.
Statenvertaling
Het NBG liep al gauw aan tegen de verstaanbaarheid van de Statenvertaling. Er waren in het verleden verschillende edities van de Statenvertaling verschenen waarin taal en spelling waren aangepast, maar zulke uitgaven werden niet door iedereen met instemming ontvangen, aldus dr. Van den Berg. „De afwijkingen van de oude tekst riepen wantrouwen en verdenking van Bijbelvervalsing op”, zo schrijft hij in zijn overzicht van de geschiedenis van het NBG.
In 1911 besloot een aantal theologen, onder wie ds. F. W. Grosheide (de latere hoogleraar aan de Vrije Universiteit), een nieuwe vertaling te maken die in de breedte van de protestantse kerken gebruikt kon worden. Het NBG nam in 1927 de organisatie van dit vertaalproject op zich. De vertalers waren afkomstig uit verschillende kerken en maakten deel uit van diverse theologische richtingen.
In december 1951 kwam de gehele vertaling gereed. De eerste 70.000 exemplaren waren bij voorintekening al verkocht en werden voor Kerst 1951 geleverd. De gehele eerste oplage van 115.000 Bijbels was in januari 1952 uitverkocht. Deze Nieuwe Vertaling (NBG-Vertaling 1951) werd al heel snel door de meerderheid van de protestantse kerken in gebruik genomen. Van den Berg: „Nooit eerder was het voorgekomen dat een Bijbelvertaling door zo veel kerken was aanvaard. De verkoopcijfers maakten overduidelijk dat de Statenvertaling ook in de beleving van veel kerkleden niet meer voldeed.”
Dat neemt niet weg dat er ook kritiek op de vertaling kwam. Men vond het taalgebruik al achterhaald, wat ook geen wonder was omdat de eerste voorbereidingen in 1911 begonnen. Ter rechterzijde zag men de NBG-editie als een frontale aanval op de Statenvertaling. Het leidde in 1963 tot de oprichting van het ”Landelijk comité tot behoud van de Statenvertaling en veroordeling van de Nieuwe Vertaling”, later Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) geheten. Sinds 1969 spreken de statuten van „handhaving van de Statenvertaling en tot verspreiding van protestantse en onvervalste bijbeluitgaven.” De doelstelling werd toen uitgebreid met de verspreiding van Bijbels in andere talen.
Maar ook ter linkerzijde klonk er kritiek, met name van de Amsterdamse School, die veel waarde hecht aan een letterlijke vertaling van de grondtekst. De grote inspirator van deze school, Frans Breukelman, noemde de Nieuwe Vertaling zelfs een „ramp voor Nederland.”
NBV
In de jaren vijftig begon men in te zien dat de Bijbel steeds minder begrepen werd, vooral door mensen met weinig of geen kerkelijke achtergrond. Daarom begon het NBG met uitgaven in „hedendaags” en „eenvoudig Nederlands.” Uiteindelijk verscheen in 1983 de hele Bijbel in omgangstaal, de Groot Nieuws Bijbel (herzien in 1996). Het is een uitgave van het NBG en de Katholieke Bijbelstichting (KBS), wat ook het einde van het gescheiden optreden van protestanten en rooms-katholieken op het terrein van Bijbelvertalen markeert.
Eveneens in samenwerking met de KBS verscheen in 2004 de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV), die de tot dan toe gebruikte NBG-vertaling uit 1951 zowel thuis als in de eredienst vervangen heeft. De NBV was bedoeld als een interconfessionele vertaling ten behoeve van het hele Nederlandse taalgebied, niet alleen voor de kerken maar ook voor de cultuur. De toegepaste methode werd kernachtig samengevat met de begrippen ”brontekstgetrouw” en ”doeltaalgericht”. Deze Bijbel werd een groot succes, er zijn inmiddels 1,3 miljoen exemplaren van verkocht, al kwam er ook kritiek op.
De laatste jaren richt het NBG zich steeds meer op Bijbeluitgaven in hedendaags Nederlands. In oktober dit jaar zal de Bijbel in Gewone Taal verschijnen, een vertaling die gebruikmaakt van alledaagse taal en die een directe begrijpelijkheid van de tekst voor ogen heeft.
Behalve op het vertalen en verspreiden van de Bijbel, zowel in het binnenland als daarbuiten, heeft het NBG zich gericht op het uitgeven van allerlei informatieve boeken over de Bijbel, onder meer op het gebied van archeologie, geschiedenis van Bijbelvertaling en achtergronden bij de Bijbel. Ook worden er activiteiten ontplooid om de Bijbel op een andere wijze dan alleen via het gedrukte medium naar voren te brengen, zoals de sinds 2005 jaarlijks gehouden bijbelquiz op tv en het muzikaal passiespel The Passion.
Bibliotheek
Het in Haarlem gevestigde NBG is uitgegroeid tot een organisatie met in 2014 ongeveer 135.000 leden. Het aantal leden daalt al geruime tijd, mede te verklaren door de vergrijzing en het feit dat kerkleden niet meer vanzelfsprekend het werk van Bijbelgenootschappen steunen. Binnen de afdelingen van het NBG wordt veel werk gedaan door vrijwilligers, tegenwoordig ruim 1700.
Interessant is de wetenschappelijke bibliotheek van het NBG, die toonaangevend is op het gebied van historische Bijbels van het Nederlandse taalgebied. De collectie wordt beheerd door dr. Van den Berg. Naast een grote hoeveelheid buitenlandse vertalingen bevat de bibliotheek een bijna compleet overzicht van de Nederlandse Bijbelvertalingen, van de Delftse Bijbel uit 1477 tot hedendaagse vertalingen.