Luchtmachtmissie in Afghanistan zit erop
MAZAR-E-SHARIF (ANP) - De missie van de Nederlandse luchtmacht in Afghanistan zit er na 12 jaar op. Twee Nederlandse F-16-gevechtsvliegtuigen maakten maandag hun laatste operationele vlucht boven het Centraal-Aziatische land.
Bij terugkomst op de vliegbasis bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif markeerde een militaire ceremonie het einde van de operaties van de Air Task Force (ATF). Die begonnen in 2002 vanuit Kirgizië met een transportvliegtuig. Later kwamen daar F-16’s, Apache-gevechtshelikopters, een tankvliegtuig en transporthelikopters bij.
De meeste jaren opereerden ze vanuit Afghanistan, waar ze bescherming hebben geboden aan grondtroepen en zich samen met militairen uit andere landen hebben ingezet voor vrede en veiligheid in Afghanistan. Een trotse baas van de luchtmacht, luitenant-generaal Sander Schnitger, uitte tijdens de ceremonie zijn respect voor de professionele inzet van de Nederlanders.
Ook stond hij stil bij de twee militairen van de luchtmacht, onder wie een F-16-vlieger, die in Afghanistan zijn gesneuveld. „Deze twee luchtmachters hebben de ultieme prijs betaald voor een betere wereld en stabiliteit in Afghanistan.” De militairen, de Nederlandse ambassadeur in Afghanistan en andere gasten waren daarna een minuut stil. Vervolgens kregen veel militairen een NAVO-medaille voor deelname aan vredesoperaties.
De F-16’s en Apache’s hebben door de jaren heen geregeld hun wapens gebruikt om militairen te ontzetten en vijanden uit te schakelen. Alle wapeninzet, die per keer is beoordeeld door ATF-commandanten en het Openbaar Ministerie, voldeed aan de strikte regels, aldus Schnitger.
De F-16’s vertrekken deze week uit Afghanistan. Andere Nederlandse militairen treffen voorbereidingen om de vele spullen op te ruimen, over te brengen of te verkopen. Ondertussen zijn ze in afwachting van een besluit van het kabinet, dat nadenkt over een beperkte bijdrage aan een nieuwe trainingsmissie van Afghaanse militairen en politieagenten. Als dat doorgaat, gaat het vermoedelijk om circa 100 Nederlanders die ook vanuit Mazar-e-Sharif aan de slag gaan.