Drie jonge christenen over hun raadslidmaatschap
Op 19 maart ben ik voor het CDA met voorkeurstemmen gekozen in de gemeenteraad van Terneuzen. Ik ben het jongste raadslid van Nederland. Ik had niet op mijn verkiezing gerekend, want ik stond pas op plaats 10 van de kieslijst. In verkiezingstijd heb ik vooral campagne gevoerd in de achtergestelde buurten van Terneuzen. Blijkbaar heb ik het vertrouwen van veel mensen gewonnen.
Een paar weken geleden heb ik mijn vwo-examen gehaald. Aanvankelijk wilde ik politicologie gaan studeren in Leiden, maar dat heb ik nu een jaar uitgesteld.
Het tussenjaar wil ik gebruiken om vrijwilligerswerk te doen en langs te gaan bij allerlei bedrijven en organisaties. Op die manier wil ik me zo goed mogelijk voorbereiden op het raadswerk. Daarnaast lees ik me in de diverse dossiers in.
Op 15-jarige leeftijd maakte ik kennis met de voedselbank. Ik vond het aangrijpend om te zien dat er in Nederland mensen in armoede leven. Sindsdien wilde ik de politiek in om iets voor deze mensen te kunnen betekenen. Toen de oproep van het CDA kwam om op de kieslijst te staan, hoefde ik ook niet lang na te denken. Met mijn keuze voor het CDA treed ik in de voetsporen van mijn opa die actief was voor de Katholieke Volkspartij.
Behalve voor groepen die zich nauwelijks laten horen in de samenleving –armen, verslaafden en vluchtelingen– wil ik me ook inzetten voor mijn eigen generatie. Jongeren in krimpgebied Zeeuws-Vlaanderen kunnen wel een steuntje in de rug gebruiken. Het is belangrijk om Terneuzen weer op de kaart te zetten. De stad moet af van het imago dat hij niet meer te bieden heeft dan krimp, een coffeeshop en lege winkels.
Het christelijk geloof is voor mij een belangrijke drijfveer om politiek actief te zijn. Elke zondag ga ik naar de rooms-katholieke kerk in Terneuzen.
Mijn ultieme droom is om in de Tweede Kamer te komen. Met een vergelijkbare campagne als nu, die ik geruime tijd voor de Kamerverkiezingen wil opzetten, geef ik mezelf een goede kans. Weliswaar is Nederland stukken groter dan Terneuzen, maar eigenlijk is ons land niet meer dan één grote gemeente.
Voorkeurstem
Bij de raadsverkiezingen van 2010 was het Jos van Ginneken (CDA Terneuzen, 1996), Jurjen Dieleman (ChristenUnie Lansingerland, 1994) en Harm Jan Polinder (SGP Nunspeet, 1993) nog niet toegestaan te stemmen. Bij de afgelopen verkiezingen mochten ze niet alleen voor de eerste keer het rode potlood hanteren, maar kon ook hún naam op het stembiljet worden aangekruist. Van Ginneken –dankzij voorkeurstemmen– en Polinder werden rechtstreeks gekozen, Dieleman schoof door nadat zijn partij een wethouder mocht leveren. Een portret van de drie jongste raadsleden van hun partij.
Beëdiging hoogtepunt
Ik zit nog maar nauwelijks een maand in de gemeenteraad. De ChristenUnie kreeg tijdens de verkiezingen drie zetels. Ik stond op plaats 4, dus ik mocht even in de wachtkamer. Algauw bleek dat we in beeld waren voor een plaats in het college. Toen fractievoorzitter Van Tatenhove wethouder werd, schoof ik door. Op 2 juni ben ik beëdigd.
Ik studeer politicologie aan de Universiteit Leiden. Na de zomer begin ik aan mijn derde jaar. Ik verwacht niet dat ik studievertraging ga oplopen. De meeste raadsleden doen het raadswerk naast hun gewone baan.
Van jongs af aan vond ik politiek leuk en interessant. Op mijn twaalfde nam ik al deel aan een jeugddebat in de gemeente. Twee jaar geleden deed ik opnieuw mee. Blijkbaar viel ik op, want toenmalig CU-fractievoorzitter Nieuwlaat nam mij kort daarna mee naar een fractievergadering. Enige tijd later werd ik steunfractielid.
Inhoudelijk kan ik mij van alle partijen het beste vinden in de standpunten van de CU. Zo vind ik andere christelijke partijen te rechts. Ik vind het terecht dat de CU zich bekommert om de sociaal zwakkeren in de samenleving. Ook waardeer ik de groene agenda van mijn partij en de aandacht voor duurzaamheid. Mooi is verder dat de CU een partij is van christenen. Helaas is dat bij het CDA niet het geval. Hoewel die partij een christelijke basis heeft, is er van christelijke politiek vaak niet echt sprake meer.
De komende vier jaar wil ik ervoor zorgen dat de afstand tussen raadsleden en burgers kleiner wordt. Ik wil al vanaf het vroegste begin inwoners bij het besluitvormingsproces betrekken. In de collegeonderhandelingen is afgesproken dat vanaf volgend jaar de vergaderstructuur op de schop gaat. Daarmee wordt het voor burgers gemakkelijker om hun zegje te doen.
In de korte tijd dat ik raadslid ben, is er nog niet veel spectaculairs gepasseerd. Het hoogtepunt vond ik de vergadering waarop ik werd geïnstalleerd. Het is erg mooi dat je in dit land bij installatie in de raad je afhankelijkheid van God mag belijden door de eed uit te spreken.
Hoewel ik nog niet echt bezig ben met de toekomst, sluit ik niet uit dat ik ooit landelijk actief zou kunnen worden. Voorlopig is de lokale politiek echter een mooie proeftuin.
Mooie combinatie
De kiesvereniging had mij voor de gemeenteraadsverkiezingen op plaats 7 gezet. Normaal gesproken haalt de SGP zes zetels. Ik rekende er eigenlijk op dat ik een plaatsje in de raad zou bemachtigen nadat een SGP-raadslid wethouder zou zijn geworden. Maar onze partij haalde boven verwachting een extra zetel.
De landelijke politiek volg ik al vanaf mijn twaalfde. Drie jaar later werd ik voor de SGP-jongerenorganisatie actief, waarvan ik nu vicevoorzitter ben. Voor mij kwam vorig jaar het aanbod van een hoge plaats op de kieslijst uit de lucht vallen. Ik heb dan ook echt even moeten nadenken of ik daarop in zou gaan.
Nu ik ben gekozen, vind ik het ook heel erg leuk. Bij SGP-jongeren sta je vooral aan de zijlijn, schuur je soms een beetje aan tegen de echte politiek. Als raadslid heb je zelf verantwoordelijkheid.
Naast het raadslidmaatschap ben ik ondernemer met een eigen communicatie- en mediabedrijf.
Het mooie aan de SGP vind ik dat de partij een christelijke boodschap heeft. Wel kost het op lokaal niveau soms moeite om Bijbelse principes te vertalen naar de praktijk. Als het gaat om koopzondagen is dat helder, maar op andere terreinen valt het niet altijd mee.
Vanaf 2015 wordt de lokale politiek extra interessant als gemeenten verantwoordelijk worden voor taken op het gebied van werk, zorg en jeugd. Dat is ook mijn portefeuille. Het wordt een uitdaging om de participatiesamenleving in Nunspeet handen en voeten te geven. Zelfs in onze relatief christelijke gemeente zal dat een omslag vergen, want al decennialang heeft de overheid zich de zorgtaak aangemeten. Het is belangrijk dat de SGP, evenals de andere christelijke partijen, de kerken bij dit proces betrekken. We moeten erop toezien dat niemand buiten de boot valt.
Ik heb geen ambities om in de toekomst op de blauwe stoeltjes in de Tweede Kamer plaats te nemen. Ik geniet van mijn werk als zelfstandig ondernemer en vind het prachtig dat ik daarnaast iets kan bijdragen aan de maatschappij. Ik hoop dat ik mijn raadswerk zo goed doe dat ik over vier jaar weer wordt herkozen.