Inname opslagplaats chemische wapens door ISIS zorgelijk
AMMAN. De verovering door ISIS van een voormalige opslagplaats van chemische wapens in Irak is zorgelijk. Het is onbekend hoeveel materiaal er nog te vinden is en hoe inzetbaar dat is. Bezwerende woorden van de Amerikanen stellen niet echt gerust.
Er is geen regio ter wereld waar de afgelopen decennia zo veel chemische en biologische wapens zijn ontwikkeld, geproduceerd en opgeslagen als in de Arabische wereld. Arabische regimes zagen dit als een antwoord op het nucleaire programma van Israël. In de Arabische pers werden de chemische en biologische wapens wel omschreven als „de atoomwapens van de arme landen.”
Chemische wapens blijken veel moeilijker te traceren dan een nucleair programma. Zeker sinds het begin van de Syrische burgeroorlog hangt het spookbeeld van een aanval met de wapens dreigend boven het Midden-Oosten. Officiële informatie over de aanwezigheid van de wapens blijkt vaak onbetrouwbaar.
Libië is hiervan een goed voorbeeld. Onder toezicht van de Verenigde Naties zou het arsenaal aan chemische wapens van oud-president Gaddafi vernietigd zijn. Na de val van Gaddafi in 2011 werd echter duidelijk dat er op geheime locaties nog wel degelijk chemische wapens werden bewaard. De afgelopen periode doken er steeds weer hardnekkige geruchten op dat deze Libische wapens hun weg zouden hebben gevonden naar milities in Syrië.
Verontrustend
De opmars van ISIS in Irak heeft nu in alle hevigheid de vraag doen oplaaien of er nog chemische wapens in Irak zijn. Vorige week veroverde ISIS de plaats al-Muthanna, ten noorden van Bagdad. Al-Muthanna was ten tijde van de voormalige dictator Saddam Hussein de belangrijkste opslagplaats van chemische wapens. Na 2003 zouden alle restanten van deze wapens echter zijn vernietigd.
De Verenigde Staten lieten de afgelopen dagen echter weten dat er in al-Muthanna nog steeds „sarin, mosterdgas en het zenuwgas VX aanwezig zijn.” Geruststellend werd hieraan toegevoegd dat de wapens wellicht geen militaire waarde meer hebben. Bovendien zou het vrijwel onmogelijk zijn de wapens veilig te vervoeren.
Het Amerikaanse Center for Nonproliferation Studies publiceerde op 4 maart 2010 echter een uiterst verontrustend rapport over de situatie in al-Muthanna. Het waarschuwde dat „noch het aantal noch de status van met sarin gevulde raketten in al-Muthanna bekend is.”
Het was voor inspecteurs na 2003 te gevaarlijk de wapens te controleren: uit een van de bunkers lekten opgeslagen chemische materialen. Die konden vervolgens ook niet worden afgevoerd of vernietigd.
De Iraakse autoriteiten probeerden de inspecteurs vervolgens gerust te stellen met de verklaring dat het materiaal in de betreffende bunker allang was vernietigd tijdens de Eerste Golfoorlog (1990-1991). Die informatie bleek echter onjuist.
Zelfmoordenaars
Niemand weet dus precies hoeveel met het giftige sarin gevulde raketten zich in al-Muthanna bevinden en evenmin is bekend in welke staat deze verkeren.
De geruststelling van de VS dat de wapens niet veilig vervoerd kunnen worden stelt in het geval van ISIS niet gerust, omdat de inzet van zelfmoordenaars een favoriete tactiek van de organisatie is.
Hierbij komt nog een andere onzekere factor. ISIS wordt in Irak geholpen door een netwerk van ex-Baathisten van het voormalige regime van Saddam Hussein. De mogelijkheid kan niet worden uitgesloten dat sommigen van hen vóór 2003 in al-Muthanna werkten en dus expertise bezitten. Paul Perrone, een specialist op het gebied van massavernietigingswapens, waarschuwde onlangs „dat ISIS met deze kennis haar eigen chemische wapens zou kunnen produceren.”