Peter Westerbrink: Muziek van Tunder kan nog steeds overtuigen
Peter Westerbrink presenteert op 7 juli in de Groningse Der Aa-kerk het eerste deel van de cd-uitgave ”Franz Tunder in perspectief”. „Deze muziek kun je heel groot maken, maar ook klein en intiem.”
De planning is dat er drie cd’s verschijnen, waarop niet alleen alle orgelwerken van de Noord-Duitse componist Tunder maar ook composities van tijdgenoten zoals Weckman, Scheidemann en Neunhaber klinken. Aanleiding is het feit dat het (waarschijnlijk) 400 jaar geleden is dat Tunder (ca. 1614-1667) werd geboren.
Volgens Westerbrink, organist van de Der Aa-kerk, is er een breed scala aan Noord-Duitse muziek voorhanden, maar blijven organisten veelal steken in paar stukken. „Van Lübeck hoor je vaak maar één stuk, van Bruhns wordt eigenlijk alleen het Praeludium in E-Moll gespeeld. Nu kan dat terecht zijn, omdat de rest niet zo veel waard is. Maar al je erin duikt, blijkt ook die andere muziek een behoorlijk niveau te hebben.”
Van Tunder weten we bijna niets, zegt Westerbrink. „Maar op enig moment is hij organist van de Marienkirche in Lübeck: een van de belangrijkste posten van die tijd. Na hem is Buxtehude daar gekomen. Tunder moet enorm veel invloed hebben gehad, maar verdween door Buxtehude naar de achtergrond.” Het orgeloeuvre van Tunder bestaat uit vier praeludia, een canzona en negen koraalgebonden werken, waaronder zeven koraalfantasieën. „Als je gaat turven, kom je eigenlijk alleen de koraalfantasie ”Christ lag in Todesbanden” veelvuldig tegen. Maar bijvoorbeeld de fantasie over ”Was kann uns kommen an für Not” is minstens zo mooi: geweldig om te spelen!”
Deze muziek vraagt wel een grote mate van creativiteit, aldus Westerbrink. „Toen organisten in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw deze Noord-Duitse muziek voor het eerst gingen spelen, moest alles streng volgens de regels: juiste stemming, tempi, vingerzettingen. Vrij rechttoe rechtaan, op het saaie af. Nu we een generatie verder zijn, zie ik dat het dogmatische eraf is. Er komt meer vrijheid, en dat is wat deze muziek juist nodig heeft. Ga maar muziek maken. Dat wordt rijkelijk beloond.”
De eerste cd is opgenomen in Norden: op een groot orgel van Arp Schnitger in middentoonstemming. „Bij uitstek geschikt voor deze muziek, omdat je met klavierwisselingen heel mooi de echo’s die in Tunders muziek veel voorkomen, kunt vertolken.” Maar Westerbrink wil laten zien dat Tunders muziek ook tot haar recht komt op zijn orgel in de Der Aa-kerk, met zijn gelijkzwevende stemming en 19e-eeuwse klavieren. Daarnaast gaat hij ook opnemen in Anloo, waar in een dorpskerkje een bescheiden orgel van Garrels staat. „Deze muziek kun je heel groot maken, zoals in Norden, maar ook klein en intiem. Muziek die je alleen maar kunt spelen op orgels in middentoonstemming overleeft de tijd niet. Als het goed is, zitten deze stukken zó goed in elkaar dat ze interessant genoeg zijn om ook op andere orgels te overtuigen. Ik ga de uitdaging aan om dat te laten zien.”