Kerk & religie

HHK richt kerkelijk steunfonds op

ELSPEET. Gemeenten, diaconieën en particulieren binnen de Hersteld Hervormde Kerk kunnen binnenkort via een kerkelijk grootboek geld uitlenen aan kerkvoogdijen die hierdoor bijvoorbeeld een deel van de financiering van een kerkgebouw kunnen dekken of een duurdere lening kunnen aflossen.

Redactie kerk
23 June 2014 11:51Gewijzigd op 15 November 2020 11:29
De kapel van Mennorode. beeld RD, Anton Dommerholt
De kapel van Mennorode. beeld RD, Anton Dommerholt

Dat heeft de synode van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK), die vrijdag en zaterdag in Elspeet vergaderde, besloten. Het aantrekkelijke van zo’n grootboek is dat beide partijen hieruit financieel voordeel kunnen halen, omdat de rentepercentages in de meeste gevallen gunstiger zijn dan bij de bank. De ingangsdatum van het kerkelijk grootboek is 1 oktober 2014.

De vergadering in de kapel van Mennorode werd geopend door synodepreses ds. L. W. Ch. Ruijgrok. Hij stond stil bij Johannes 14:26, waarin de komst en het werk van de Heilige Geest worden beschreven. Hij wees daarbij op het heilsordelijke, maar ook op het „ambtelijke aspect met betrekking tot het werk van de Trooster.”

De verschillende jaarrekeningen van 2013 werden door de synode na bespreking vastgesteld. Het totaal van alle kerkelijke geldstromen liet een positief resultaat zien van bijna 20.000 euro. Met name de financiën op het gebied van het zendingswerk blijven de aandacht vragen van de kerk, omdat het jaar voor de zending met een tekort van ruim 120.000 euro werd afgesloten.

Verder presenteerde de commissie opleiding een visieontwikkeling waarin zij meer aandacht vraagt voor „praktische vaardigheden en persoonlijke, geestelijke vorming in zowel de opleiding als de nascholing van predikanten.” Sinds 2004 is er in beperkte mate aandacht gegeven aan nascholing en dit blijkt niet voldoende te zijn.

De synode besteedde ook tijd aan kerkordelijke zaken. Het „Romeinse” artikel ”Van de kerkdienst” werd in eerste lezing gewijzigd. Verder werd er een bepaling in tweede lezing vastgesteld waardoor kerkelijk werkers en „al degenen die in een kerkelijke gezagsrelatie gezag uitoefenen” in geval van seksueel misbruik niet onder het opzicht van de plaatselijke gemeente vallen, maar onder dat van de regionale commissie voor het opzicht. De commissie zal in zulke gevallen –ook als het om ambtsdragers gaat– worden aangevuld met adviseurs die op dit gebied deskundig zijn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer