IAEA vol lof over samenwerking met Libië
Libië verkeerde nog maar in de prille beginfase van een kernwapenprogramma toen het onlangs besloot zijn pogingen op te geven en zijn installaties te ontmantelen, heeft de directeur van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), Mohamed al-Baradei, maandag gezegd.
Vorige week maakte de Libische leider Gaddafi het besluit wereldkundig en verklaarde hij zich bereid inspecteurs van het IAEA toe te laten in zijn wapenfabrieken.
Al-Baradei en zijn team inspecteerden zondag vier kerninstallaties in de hoofdstad Tripoli die voorheen geheim gehouden werden. Alle apparatuur in de fabrieken was uiteengenomen en opgeslagen, zei de IAEA-chef. Een installatie om op industriële schaal hoogverrijkt uranium te maken werd niet aangetroffen, evenmin als sporen van hoogverrijkt uranium, zei al-Baradei. De technologie en de apparatuur waar Libië mee gewerkt heeft, is uit verschillende landen afkomstig, maar bekend en dus gemakkelijk te traceren, zei hij.
Er lijkt sprake van een netwerk van personen op verschillende plaatsen in de wereld. Hoeveel mensen aan het programma hebben meegewerkt en wie zij zijn wilde al-Baradei niet zeggen, en ook niet of deze mensen in Europa dan wel elders hun kennis hebben opgedaan. De wetenschappers waar het om gaat zijn echter zeer vakbekwaam, zei hij, en dat is alleen maar „goed voor Libië” nu het zich gaat toeleggen op een vreedzaam kernprogramma voor civiel gebruik. El-Baradei stelde Libië ten voorbeeld aan Noord-Korea, dat volgens hem ook veel kan winnen als het openheid van zaken zou geven en met het IAEA samenwerken.