„Alleen banken wisten genoeg van derivaten”
DEN HAAG (ANP). „Ik vind niet dat ik heb omgekocht, omdat hij om het geld vroeg.” Arjan Greeven, tussenpersoon tussen banken en woningcorporaties, verscheen maandag voor de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties. Hij werkte nauw samen met kasbeheerder van Vestia Marcel de Vries. Die kreeg 10 miljoen euro van de 20 miljoen die Greeven kreeg van de banken als beloning omdat hij Vestia onder meer derivaten liet kopen, risicovolle financiële producten.
Greeven erkende wel erachter te zijn gekomen dat het officieel om „niet-ambtelijke omkoping” gaat. Hij stapte zelf naar het Openbaar Ministerie omdat hij ontdekt had dat hij zich schuldig had gemaakt aan fraude. Hij heeft echter volgens eigen zeggen „niet geadviseerd, maar geïnformeerd”. Uiteindelijk ging Vestia voor 2 miljard de mist in met haar derivaten. „Achteraf denk ik dat we allemaal te weinig kennis hebben gehad van derivaten, behalve de banken”, aldus Greeven. Hij schat dat de banken minstens een half miljard aan Vestia hebben verdiend. Zelf dacht hij dat het een „prachtig product” was en meende „oprecht” dat hij „het goed deed voor Vestia”.
Banken organiseerden volgens Greeven interessante uitstapjes voor de contacten in de corporatiewereld: naar de tennistoernooien op Wimbledon en Roland Garros bijvoorbeeld.
Greeven, tegen wie een strafzaak wegens fraude loopt, denkt niet dat hij „veel zal overhouden, na dit verhaal”. Mocht hij worden vrijgesproken en zijn verdiensten eventueel behouden, dan sluit hij niet uit dat hij het geld aan Vestia geeft, zei hij desgevraagd. Hij is blij dat hij open kaart heeft gespeeld, aldus Greeven. Anderen heeft hij tijdens de verhoren door de enquêtecommissie „zien draaien, ze willen hun hachje redden”. Hij is blij dat hij dat niet hoeft te doen.