Zó gaat de PVV Brussel zéker niet ontmantelen...
„U rekent op mijn consistentie, maar dat kunt u niet.” Met die geestige woorden redde de vroegere PvdA-fractievoorzitter Wöltgens zich ooit uit een netelige situatie. In een debat over de regeringsverklaring van Lubbers III, in 1989, dacht VVD-leider Voorhoeve Wöltgens klem te zetten. Een VVD-motie móést volgens hem wel door de PvdA worden gesteund, gelet op eerdere uitlatingen van de fractievoorzitter van de sociaaldemocraten. Waarna Wöltgens ontsnapte via zijn inmiddels bekende bon mot.
Het was een slimmigheidje van de soort die een politicus zich maar één keer in zijn leven kan veroorloven. Hoewel? Er zijn politici die van inconsistentie hun handelsmerk maken.
De bekendste is PVV-leider Wilders. Dat hij de verkiezingscampagne van 2010 inging met ”Handen af van de AOW”, was hij de dag na de Kamerverkiezingen alweer vergeten. En dat hij zijn fractiegenoten bezwoer dat ze nooit op één foto te zien mochten zijn met politici van het Vlaams Blok, Front National of Lega Nord; het wilde hem –nadat hij een jaartje geleden zijn vrijage met deze partijen begon– niet meer te binnen schieten.
Van eenzelfde inconsistentie en vergeetachtigheid getuigt Wilders’ recente uitlating dat hij, nu hij op 22 mei in het Europees Parlement is gekozen, ook daadwerkelijk in het EP zitting wil nemen. Zou hij, toen hij deze wens te kennen gaf, werkelijk niet teruggedacht hebben aan het dubbelmandaat dat hij al eerder bekleedde, namelijk toen hij in 2010 én Kamerlid én raadslid in Den Haag was? Zo veel vergeetachtigheid is toch niet voorstelbaar? Het was voor de PVV-leider vier jaar geleden een kortstondig avontuur. Al na enkele maanden gaf hij de brui aan zijn raadslidmaatschap. De twee functies wáren niet te combineren, zo bleek hem al snel. Veel te hectisch.
En dan nu wél Kamerlid, partijleider én Europarlementariër zijn? Complete waanzin. Waar je tussen het Haagse stadhuis en het Binnenhof nog heen en weer kunt rennen, kun je in deze tweede situatie werkelijk maar op één plek tegelijk zijn: of in Brussel/Straatsburg, of in Den Haag.
We zouden er in deze rubriek dus eigenlijk geen woord aan moeten verspillen. Ware het niet dat er nog twee boeiende vragen te stellen zijn. Eén: als het zo’n bizar idee is, waarom oppert Wilders dit dan? Het meest voor de hand liggende antwoord luidt: om aandacht te trekken. De PVV-leider lééft van publiciteit. Of hij nu straks, via een rechterlijke procedure, wel of niet in het EP terechtkomt, doet er waarschijnlijk niet eens toe. Het hele relletje zorgt ervoor dat hij weer vele malen in de media figureert.
Twee: wat moeten we er eigenlijk van vinden als een Kamerlid tevens Europarlementariër is (wat sinds 2002 verboden is en wat Wilders nu dus aanvecht)? Dáár zijn op zich wel argumenten voor aan te dragen. Bijvoorbeeld dat volksvertegenwoordigers de zaken in Europa en het eigen land dan beter op elkaar kunnen afstemmen.
Toch zijn de nadelen groter en de tegenargumenten sterker. Is het immers niet zo dat zowel het Kamerlidmaatschap als het EP-lidmaatschap, mits gewetensvol uitgeoefend, méér dan een volledige weektaak is? En betekent dat dan niet dat dubbelmandaten onvermijdelijk ten koste gaan van de kwaliteit van beide democratische organen? Nog wat krachtiger uitgedrukt: zal de herintroductie van het dubbelmandaat er niet toe leiden dat het beeld ontstaat dat het EP-lidmaatschap een bagatel is, een bijbaantje naast je serieuze werk, te weten het Kamerlidmaatschap? De vraag stellen is hem beantwoorden.
Mogelijk is Wilders het al vergeten, maar zijn doel was om via het EP de EU te gaan ontmantelen. Dat gaat hem weliswaar sowieso niet lukken. Maar het gaat hem zéker niet lukken als hij het EP-lidmaatschap er als een zaterdagbaantje bij gaat doen.