De EO viert vandaag feest. Voor de veertigste keer organiseert de omroep de EO-Jongerendag. Het evenement is in de loop der tijd „spectaculair veranderd”, concludeert godsdienstsocioloog prof. dr. Hijme Stoffels.
Jeugdappel, zo heette de EO-Jongerendag in 1975. Op oude beelden is te zien hoe honderden jongeren in de Martinihal in Groningen, zittend op zwarte klapstoeltjes, luisteren naar evangelist Henk Binnendijk. In groepjes praten ze na over „geloofszekerheid.” Een zangkoor onder leiding van het duo Elly en Rikkert omlijst de toespraken.
Vandaag komen zo’n 25.000 jongeren samen in een overdekt voetbalstadion GelreDome in Arnhem om „feest te vieren, te bidden, hun geloof te delen en te zingen.” De dag vult zich grotendeels met optredens van christelijke rockbands als de Newsboys en Family Force 5 en aanbiddingsmuziek. Jurjen van Houwelingen, buurtpastor bij de evangelische gemeenschap Vineyard in Amsterdam, spreekt over het thema ”ONE”.
Dr. Stoffels, hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, bezocht de EO-Jongerendag in 1977, in 2001 en in 2009. Door de jaren heen zag hij de dag veranderen van een „traditioneel en bescheiden gereformeerd evenement in een multisensationeel evangelisch spektakel.”
Met vijf andere wetenschappers die zich bezighouden met de evangelische beweging schreef hij hierover het artikel ”Can we dance in this place?”, dat in 2012 in een Brits tijdschrift over religie stond.
De eerste jaren had de EO-Jongerendag iets weg van „een gereformeerde toogdag”, zegt Stoffels. „Alles draaide om de toespraken. Er werd nauwelijks moeite gedaan om een speciale sfeer te creëren, behalve met wat bloemen. De muziek stond grotendeels in dienst van de prediking.”
Door de jaren heen kregen muziek en beeld „een steeds prominentere plaats.” De lengte van de toespraken werd teruggebracht naar vijftien minuten. De EO-Jongerendag veranderde in een „popconcertachtig spektakel. Grote schermen achter het podium bieden allerlei visuele effecten die, samen met een indrukwekkende licht- en geluidsshow, zorgen voor een meeslepende sensatie.”
Het publiek werd expressiever, beweeglijker, assertiever, daartoe uitgenodigd door de sprekers en artiesten op het podium, aldus de socioloog. Het artikel beschrijft hoe de zanger Ron Kenoly in 1999 de jongeren oproept om te dansen. „Ik zie dat sommigen zin hebben om te dansen. Kunnen we hier dansen? Ik word er misschien het land voor uitgezet, maar ik moedig je aan om te dansen.” Stoffels: „Beweging en actie zijn belangrijk voor het ontvangen van de boodschap door het publiek.”
In 1977 was er van de toenmalige mode weinig terug te zien op de EO-Jongerendag. In 2008 was de kleding „helemaal in lijn met de laatste trend. Een coole outfit en een hippe look zijn belangrijk geworden voor de beeldvorming van de EO. Bezoekers zijn uiterlijk nauwelijks te onderscheiden van niet-religieuze leeftijdsgenoten.”
Ook de boodschap veranderde, stelt Stoffels. De toespraken tijdens de eerste EO-jongerendagen kenmerkten zich door een „sterke antithese ten opzichte van de moderne cultuur en maatschappij. De sprekers waarschuwden jongeren tegen het kwaad in de wereld, zoals drugs, vrije seks en vage spirituele krachten, zoals new age.”
Sprekers in latere jaren stonden meer „naast het publiek en benadrukten dat christen-zijn hip, leuk en cool kan zijn. Dat geloof niet iets is om je voor te schamen.”
Of de theologische standpunten van de EO zijn gewijzigd, vindt Stoffels als socioloog lastig te zeggen. „Het draait op de jongerendag nog steeds om de verlossing die Jezus brengt. De boodschap wordt echter op een andere manier gepresenteerd. Wel denk ik dat het geloof andere accenten heeft gekregen. Begrippen als zonde en heil, daar hoor ik nu niet zo veel meer over.”
De veranderingen op de EO-Jongerendag demonstreren dat de evangelische beweging zich in veertig jaar heeft ontwikkeld van „een wereldmijdend piëtistische tot een uitbundige wereldomarmende stijl”, aldus Stoffels. „De jongerendag is niet alleen de uitdrukking van deze ontwikkelingen, maar heeft daarin ook een versterkend effect gehad.”
Hij noemt het „bijzonder” dat de EO er in deze tijd van ontkerkelijking al jaren in slaagt om grote groepen jongeren te mobiliseren voor zo’n dag. „Het feit dat het evenement al veertig jaar bestaat, zegt iets over de vitaliteit van deze vorm van protestantisme. Blijkbaar sluit deze stijl van geloven bij veel jongeren aan.”
De EO-Jongerendag past in een nieuwe stijl van geloven die wereldwijd in opkomst is, aldus Stoffels. „Het is een geloof van minder instituten, meer netwerken; minder dogma, meer ervaring; minder vaste gebouwen, meer losse en seculiere locaties, als arena’s, bioscopen of discotheken. De bekende Britse theoloog Alister McGrath zei ooit: „Het protestantisme heeft weinig kans om te overleven, tenzij het zich tot evangelicale stromingen wendt.” Die ontwikkeling zie ik bij de EO-Jongerendag.”
Volgens hem is er volop toekomst voor het evenement. „De EO zoekt elk jaar naar nieuwe vormen om jongeren aan zich te binden. Ik denk dat de omroep daar met behulp van de sociale media en de televisie goed in slaagt.”
De EO-Jongerendag zou in 2050 een internationaal gebeuren zijn dat elk jaar in een ander Europees land plaatsvindt, schreef Stoffels ooit. Hoe kijkt hij nu tegen deze uitspraak aan? „Dat lijkt mij inderdaad geen gek idee. Desondanks zie ik dat niet gauw gebeuren, omdat het evenement is gekoppeld aan een nationale omroep. Niettemin: de Taizébeweging trekt jaarlijks vele duizenden jongeren uit Europa en daarbuiten. Waarom zou de EO dat niet kunnen?”
EO-directeur: Jongeren zijn aangeraakt door Gods Geest
De manier waarop de Bijbelse boodschap wordt overgebracht op de EO-Jongerendag is in de loop der jaren veranderd, maar de inhoud ervan niet, stelt EO-directeur Arjan Lock.
Het feit dat het er op een jongerendag in 2014 anders aan toe gaat dan in 1975 vindt hij niet meer dan logisch. „Ons streven is om een dag te organiseren waarop jongeren zich thuis voelen, maar de inhoud het uitgangspunt is. Muziek en beeld zijn in de loop der jaren belangrijker geworden. Dat zie je niet alleen bij ons, maar in de hele cultuur. Onze boodschap is hetzelfde gebleven. We willen jongeren bemoedigen met het Evangelie.”
Godsdienstsocioloog Stoffels concludeert dat de dag is veranderd van „een gereformeerde toogdag in een multisensationeel evangelisch spektakel.”
„De jongerendag is nooit een gereformeerde toogdag geweest, maar heeft altijd het karakter van een evangelisch evenement gehad. De uitingsvormen zijn door de jaren heen anders geworden, de achtergrond van de sprekers niet. Die komen meestal uit de evangelische hoek, maar er kunnen ook predikanten uit gereformeerde kerken tussen zitten. De belangrijkste voorwaarde is dat ze aantrekkelijk zijn voor onze doelgroep.”
Uit reacties op internet blijkt dat veel jongeren naar de EO-Jongerendag komen om de muziek. Is dat ook uw indruk?
„Ik denk dat mensen komen voor een totaalpakket: voor de muziek, de toespraken, het zingen en bidden met elkaar. Als er een jaar geen topbands spelen, is het nog steeds druk. En als mensen alleen voor de muziek komen, vind ik dat prima. Muziek is ook een goed communicatiemiddel om de Bijbelse boodschap te brengen. Het liefst wel in combinatie met een toespraak.”
In reformatorische kringen is de EO-Jongerendag omstreden vanwege de heftige muziek en de remonstrantse inhoud van de toespraken. Begrijpt u die kritiek?
„Ik ken die kritiek van binnenuit. Toen ik op de Driestar zat, voerde ik al discussies over de jongerendag. Ik denk dat het karakter van de EO-Jongerendag niet zo past bij de manier waarop in reformatorische kringen het geloof wordt beleefd. Onze bedoelingen zijn dezelfde, maar qua beleving zullen er altijd verschillen blijven. Waar ik op hoop, is dat evangelischen en reformatorischen een open gesprek kunnen voeren over dit onderwerp. Sommige critici zetten de EO-Jongerendag weg met: „Dit is niet van God.” Dat lijkt me niet christelijk en niet passen bij deze tijd.”
Wat doet u met de kritiek?
„Ik luister goed om te beoordelen of de kritiek terecht is. Zo kreeg ik te horen dat God altijd wordt voorgesteld als een liefdevolle God en dat er weinig aandacht voor de zonde zou zijn. Dat vind ik een belangrijk punt om mee te geven aan de organisatie. Ook zou de EO-Jongerendag soms te horizontaal zijn. Dit jaar hebben we gekozen voor het thema ”ONE”, waarbij het gaat over de relatie met God.”
Wat is de waarde van veertig jaar EO-Jongerendag?
„Dat jongeren zijn aangeraakt door Gods Geest. Ik hoor verhalen van mensen die zijn aangesproken door de muziek of door de stilte. Ik hoop dat zij in een omgeving terechtkomen waar hun geloof verder kan groeien. Verder is de dag ook een signaal aan de samenleving. Een boodschap dat er duizenden jongeren zijn voor wie het christelijk geloof relevant is en die dit op een eigentijdse manier beleven.”
Dr. Stoffels stelde: in 2050 is de EO-Jongerendag een internationaal gebeuren dat elk jaar in een ander Europees land plaatsvindt. Wat vindt u van deze voorspelling?
„Het is best een aantrekkelijke gedachte. We kunnen altijd leren van christelijke jongeren uit andere landen. Op dit moment zijn we er echter niet mee bezig. Als de wederkomst nog niet heeft plaatsgehad, hoop ik dat we in juni 2050 gewoon weer een EO-Jongerendag hebben.”
„Remonstrantisme heeft gewonnen”
Ds. J. M. D. de Heer, predikant van de gereformeerde gemeente te Middelburg, bezocht de EO-Jongerendag enkele keren in de jaren dat hij werkzaam was als kerkredacteur bij het Reformatorisch Dagblad. Schokkend vond hij het optreden van de gospelzangeres Stacie Orrico op de jongerendag in 2001. „Ze zong het lied ”Don’t look at me”, terwijl ze dusdanig verleidelijk gekleed was dat geen van de jongens in het stadion de ogen van haar af kon houden. Ik kan er niet bij dat iemand die de Heere liefheeft zich daar thuis voelt.”
In de afgelopen veertig jaar is de EO-Jongerendag veranderd, stelt de predikant, schrijver van een boek en bezig met een proefschrift over de evangelische beweging. „Ooit trok de EO ook sprekers aan met een reformatorische overtuiging. Nu moet ik constateren dat het remonstrantisme heeft gewonnen. Elke keer wordt er toegewerkt naar een keuze die jongeren, tijdens een bewust gecreëerde sfeer, mogen maken. Een sterk appel wordt gedaan op de vrije wil, tegen de achtergrond van een algemene verzoening.”
Ook de muziek op de dag is anders geworden, stelt ds. De Heer. „De eerste keren werden er nog psalmen gezongen. Opwekkingsliederen voeren nu de boventoon. Het optreden van de bands is steeds belangrijker geworden, zowel voor de EO als voor de bezoekers van de dag. Deze bands maken gebruik van seculiere popstijlen. Rap, rock, dance, hiphop, alles lijkt te kunnen. „Niks is te gek om Jezus te aanbidden”, zo schreef de EO zelf. Van zo’n uitspraak huiver ik.”
„Ga in gesprek over EO-Jongerendag”
„Een heftig dagje”, zo ervoer Kees van Vianen, directeur van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, zijn bezoek aan de EO-Jongerendag in 2009. Samen met het team en het bestuur van het LCJ reisde hij naar Arnhem af om zich een mening te vormen over het evenement.
De dag heeft het karakter van een muziekfestival, is zijn ervaring. „Er is wel ruimte voor bezinning, maar niet veel. Schrijnend vond ik het dat áls de Bijbel dan opengaat, veel jongeren de zaal uitlopen. Zij komen blijkbaar alleen voor de muziek.”
In de toespraken mag het Evangelie duidelijker klinken, vindt Van Vianen. „De boodschap van genade voor zondaren klonk op de EO-Jongerendag, maar ik heb wel moeite moeten doen om die te horen. Het waren slechts momentjes.”
De directeur van het LCJ pleit ervoor om bij een open Bijbel het gesprek aan te gaan met jongeren over het evenement. „Ik zou met hen willen doorpraten over de muziek, de sfeer, het godsbeeld, de artiesten op de EO-Jongerendag.
Als Gods Woord spreekt over aanbidding, is dat iets waardoor de mens stil wordt voor God. Dat mis ik in Arnhem. Tegelijkertijd besef ik dat wij in dit leven ten dele kennen. Dat maakt dat ik me in zo’n gesprek open op zou stellen.”
Van Vianen raadt jongeren af het evenement te bezoeken, maar om te zeggen dat de EO-Jongerendag „niet van God is”, vindt hij te ver gaan. „God kan dingen doen die ik niet begrijp. Dat neemt niet weg dat ik me grote zorgen maak.”
„Mooi om met z’n allen God te prijzen”
Rianne Evers (15) uit Westbroek bezoekt de EO-Jongerendag vandaag voor de derde keer. „Ik ga samen met vriendinnen van school. Het is mooi en bemoedigend om met zo veel andere christenen te bidden en te zingen.”
„Overweldigend”, dat woord komt het eerst op bij Rianne, 4-vwo-leerling van de Passie in Utrecht, als ze aan de EO-Jongerendag denkt. „Het is totaal anders dan bij ons in de kerk, de hervormde gemeente in Westbroek. Daar zingen we psalmen bij een orgel. Op de EO-Jongerendag zijn er bands in allerlei soorten muziekstijlen. Het is mooi om ook die eens te horen. Met name aanbiddingsmuziek spreekt mij aan.”
Wat vindt ze van de kritiek dat harde muziek niet zou passen bij de heiligheid van God? „Die begrijp ik heel goed. Rockmuziek is ook niet echt mijn stijl. Als er een rockband speelt, ga ik vaak naar buiten. Maar het weegt niet zo zwaar voor mij dat ik niet zou gaan.”
Vanuit haar gemeente gaan er dit jaar nog twee jongeren naar de EO-Jongerendag. „Mijn broertje wil ook graag mee. Die heb ik enthousiast gemaakt.”
Lees ook in Digibron:
EO-jongerendag: van Elia tot hardrock – EO-Jongerdag 2013 (Reformatorisch Dagblad, 03-06-2013)
Kloof tussen evangelischen en reformatorischen niet overbrugd - commentaar (Reformatorisch Dagblad, 21-06-2012)
,,Christen is gemaakt voor anderen’’ EO-Jongerendag 2012 (Reformatorisch Dagblad, 11-06-2012)
Van GelreDome naar Hellenbroek (Reformatorisch Dagblad, 11-06-2011)
Rock, worship en Gideons keuze (EO-Jongerendag 2011 (Reformatorisch Dagblad, 06-06-2011)
Succesvolle Zacheüs raakt écht vrij (EO-Jongerendag 2010 (Reformatorisch Dagblad, 07-06-2010)
Christen leeft in contact met Boven én beneden - EO-Jongerendag 2009 (Reformatorisch Dagblad, 15-06-2009)
‘’Als Ik je zie, ben Ik blij’’ - EO-Jongerendag 2008 (Reformatorisch Dagblad, 16-06-2008)
Dromen in een afgeladen Gelredome - EO-Jongerendag 2007 (Reformatorisch Dagblad, 11-06-2007)
Evangelische beweging niet over één kam scheren (Reformatorisch Dagblad, 25-06-2005)
Kritiek op de kick - interview met drs. L. Snoek (Reformatorisch Dagblad, 18-06-2005)