Economie

Hart van het sociaal akkoord gaat nu echt kloppen

Een ruime meerderheid van de Senaat zal zich dinsdag scharen achter de Wet werk en zekerheid, volgens minister Asscher (Sociale Zaken) „het kloppend hart” van het sociaal akkoord dat het kabinet eerder sloot met werkgevers en vakbonden. Maar wat gaat er allemaal veranderen?

Marcel ten Broeke
7 June 2014 08:49Gewijzigd op 15 November 2020 11:12
Een werkzoekende bekijkt vacatures bij UWV WERKbedrijf Amsterdam. beeld ANP
Een werkzoekende bekijkt vacatures bij UWV WERKbedrijf Amsterdam. beeld ANP

Een kleine stap voor macro-economen, maar een grote stap voor gewone mensen, sprak Asscher toen hij eind vorig jaar het kabinetsplan presenteerde waarin hij de met de polderpartijen overeengekomen veranderingen in het arbeidsrecht in wetgeving had vervat. Naast de coalitiepartijen VVD en PvdA zullen dinsdag in ieder geval de gedogers van D66, CU en SGP, hoogstwaarschijnlijk het CDA en wellicht ook GroenLinks zich achter de wet scharen die grote veranderingen meebrengt voor het ontslagrecht, de WW-duur én de positie van flexibele arbeidskrachten. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen, die ondanks de brede parlementaire steun bepaald niet vrij zijn van kritiek.

Ontslagrecht

Eenvoudiger, eerlijker, sneller en goedkoper, zal volgens Asscher het ontslagrecht (dat deels nog stamt uit 1945) worden door de nieuwe wet. Meest in het oog springende verandering is dat iedere ontslagen werknemer die minstens twee jaar bij een werkgever heeft gewerkt, vanaf 1 juli 2015 recht krijgt op een ontslagvergoeding die straks ”transitievergoeding” moet gaan heten. Nu is vooral de route die de werkgever kiest bij het ontslag bepalend voor de vraag of een werknemer zo’n vergoeding krijgt. Werknemers waarvoor de ontslagaanvraag verloopt via het UWV krijgen niets, terwijl voor werknemers die ontslagen worden via de kantonrechter een forse vergoeding in het verschiet ligt van –afhankelijk van de leeftijd– een half tot twee maandsalarissen per dienstjaar. Hoewel beide ontslagroutes intact blijven (ze worden wel duidelijker afgebakend), verdwijnt deze financiële ongelijkheid voor werknemers. De ontslagvergoedingen worden echter wel een stuk lager. Straks bedraagt de vergoeding nog een derde tot een half maandsalaris per dienstjaar, met een maximum van één jaarsalaris van maximaal 75.000 euro. Alleen als er sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag kan de rechter daarbovenop nog extra geld toekennen. Arbeidsrechtdeskunigen stellen dat dit ‘muizengaatje’, in combinatie met de nieuwe mogelijkheid voor werknemers om in beroep te gaan tegen hun ontslag, weleens kan gaan leiden tot ellenlange procedures. Leuk voor hún portemonnee wellicht, maar dus niet bepaald „sneller en goedkoper.”

WW

Formeel met als doel om werk­lozen sneller naar een nieuwe baan te begeleiden (maar natuurlijk ook gewoon een bezuiniging), wordt vanaf 2016 de WW-uitkering stapsgewijs ingekort van maximaal 38 naar 24 maanden. Verlenging blijft mogelijk, maar dat moeten werk­gevers en werknemers dan wel zélf regelen in de cao en vooral: zelf betalen. Verder wordt de drang voor werknemers om werk onder hun niveau te accepteren flink aangescherpt. Gold voorheen nog dat werklozen pas na één jaar in de WW banen onder hun opleidingsniveau hoefden te accep­teren, straks wordt al na zes maanden WW iedere arbeid als zijnde ”passend” aangemerkt. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht dat deze maatregelen zullen leiden tot een positief werkgelegenheidseffect van 20.000 banen.

Flexwerk

Ook de mogelijkheden voor het aanbieden van flexibele arbeidscontracten worden flink aangepast. Asscher hoopt daarmee af te dwingen dat werkgevers sneller werknemers in vaste dienst zullen nemen. Belangrijkste maat­regel is dat werkgevers vanaf 
1 juli 2015 werknemers niet langer dan twee jaar aaneengesloten op basis van flexibele contract mogen laten werken. Daarna moet er óf een vaste baan worden aangeboden, of moet de werk­nemer minstens zes maanden uit dienst. Nu mogen werknemers nog drie jaar lang aaneengesloten bij één baas werken op basis van een flexibel contract. Critici, waar­onder de Raad van State, vrezen dat deze maatregel er vooral toe gaat leiden dat werknemers straks al na twee jaar flexibele arbeid op straat komen te staan in plaats van na drie jaar, waardoor de werkzekerheid van flexwerkers niet toe- maar afneemt. Verder mag er bij tijdelijke contracten straks niet langer een proeftijd meer gelden, worden nulurencontracten in de zorg uit den boze en moet de werkgever het niet verlengen van een tijdelijk contract minimaal één maand vooraf aankondigen.


Onderdeel van bredere arbeidsmarkthervorming

De Wet werk en zekerheid (WWZ), die op drie belangrijke onderdelen (ontslagrecht, WW en flexibele arbeid) het arbeidsrecht op de schop neemt, maakt zelf ook weer deel uit van een pakket van drie wetten waarmee het kabinet de arbeidsmarkt wil hervormen. Naast de WWZ zijn dat de nieuwe Wet werk en bijstand en de Participatiewet, die als doel hebben om door strengere regels meer mensen –vanuit de bijstand óf met een arbeidsbeperking– aan het werk te krijgen. Gemeenten worden hiervoor verantwoordelijk, maar krijgen wel een fors verlaagd budget mee.

Beide wetten moeten nog door de Eerste Kamer worden aangenomen, maar de coalitie heeft zich goeddeels al verzekerd van de steun van in ieder geval drie partijen: D66, ChristenUnie en SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer