VS stellen Irak-beleid bij
De Amerikanen hebben enkele belangrijke prioriteiten voor de wederopbouw van Irak geschrapt. Oorzaken voor de matiging van de ambities van de regering-Bush zijn het niet-aflatende gewelddadige verzet tegen de Amerikaanse aanwezigheid en de voor eind juni geplande overdracht van het bestuur aan de Irakezen.
Een van de verdwenen prioriteiten is de eis dat er een nieuwe grondwet moet zijn voor de overdracht van het bestuur kan plaatsvinden. Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell stelde eerder dit jaar half december als „uiterste termijn” waarbinnen de voorlopige Iraakse bestuursraad met een nieuwe grondwet moest komen. De Amerikaanse bewindvoerder in Irak, Paul Bremer, zei in september nog dat „verkiezingen zonder een nieuwe grondwet zouden leiden tot verwarring en machtsmisbruik.”
Nu acht Washington het voldoende als men het voor eind juni eens is over een pakket „fundamentele rechtsregels.” Het schrijven van een nieuwe grondwet komt dan later wel. Ook de radicale privatisering van Iraakse overheidsbedrijven is geschrapt. Men vreest namelijk dat dit zal leiden tot nog grotere werkloosheid, terwijl 60 procent van de bevolking al geen baan heeft. Dat zou de onvrede over het Amerikaanse bestuur alleen maar aanwakkeren en de gewelddadige oppositie versterken.
„In verband met de presidentsverkiezingen in de VS wil de regering-Bush halverwege volgend jaar formeel weg zijn uit Irak. Dat dwingt tot een versnelde aanpak, waarbij er geen tijd meer is voor de ingrijpende hervormingen die oorspronkelijk op de agenda stonden. Of er later van die hervormingen dan nog iets terechtkomt, blijft natuurlijk de vraag”, zo verklaarde een regeringswoordvoerder tegenover de Washington Post.
De groep zogeheten neoconservatieven binnen de regering-Bush wilde van Irak een democratie westerse stijl met een vrijemarkteconomie maken. Deze hervorming zou moeten dienen als voorbeeld voor de rest van het Midden-Oosten. De ideologische planning is nu blijkbaar ondergeschikt gemaakt aan Amerika’s binnenlandse politieke agenda.
De Amerikanen hebben zich ernstig verkeken op het verzet tegen hun aanwezigheid in Irak. Daar komt bij dat de Koerden in het noorden en de sjiieten in het zuiden hun eigen ideeën over de toekomst hebben. De Koerden willen de autonomie die zij verkregen na Saddam Husseins nederlaag in de Golfoorlog in 1991 handhaven. Die autonomie werd de facto gegarandeerd door de Amerikanen.
Een deel van de sjiieten pleit intussen voor invoering van moslimwetgeving in Irak, zoals in het buurland Iran. „De Amerikanen beginnen eindelijk in te zien dat zij de toekomst van Irak beter kunnen overlaten aan de Irakezen zelf”, aldus Adel Abdel-Mehdi, lid van de Opperste Raad voor de Islamitische Revolutie in Irak, een van de grote sjiitische politieke groeperingen.