Optreden Haider leidt tot conflict tussen Praag en Berlijn
De regeringscrisis in Oostenrijk is ten einde. Na een dagenlange ruzie binnen de coalitie, verklaarden de regeringspartijen ÖVP en FPÖ eind vorige week dat er geen vervroegde verkiezingen zullen komen. De crisis heeft intussen wel geleid tot nieuw conflict; nu tussen Oostenrijk en Duitsland enerzijds en Tsjechië anderzijds.
Tijdens een gezamenlijke persconferentie vorige week donderdag zeiden bondskanselier Wolfgang Schüssel van de centrumrechtse ÖVP en vice-kanselier Susanne Ries-Passer van de rechts-radicale FPÖ dat de coalitie haar termijn tot volgend jaar september gewoon zal uitzitten. „Dit hervormingsproject is nog niet ten einde”, zei Schüssel, daarmee doelend op zijn regering.
Oorzaak van de regeringscrisis was de wens van de FPÖ om een referendum uit te schrijven over de kerncentrale in Temelín, 50 kilometer over de grens met Tsjechië. De FPÖ wil dat deze centrale wordt gesloten en dat de Oostenrijkse regering de toetreding van Tsjechië tot de Europese Unie (EU) afwijst zolang dit niet is gebeurd. Bijna een miljoen Oostenrijkers zijn het hiermee eens en hebben hun handtekening gezet onder een petitie voor de totstandkoming van zo’n referendum.
Bondskanselier Schüssel wees deze koppeling en daarmee een referendum echter van de hand. De uitbreiding van de EU -die sowieso vastligt in coalitieafspraken en EU-verdragen- is volgens hem een van de kernpunten van het regeringsbeleid waaraan niet valt te tornen. Het loslaten van deze gedachte betekent voor Schüssel het einde van de coalitie.
Zijn opstelling kwam Schüssel op felle kritiek van Jörg Haider te staan. Hoewel de leider van de FPÖ als gouverneur van de deelstaat Karinthië formeel niets met de bondsregering te maken heeft, bepaalt hij achter de schermen wat er gebeurt. Haider zei dat niet de uitbreiding van de EU het essentiële onderdeel van het regeringsbeleid is, maar zaken zoals kinderbijslag, arbeidsplaatsen voor Oostenrijkers, belastinghervormingen en beveiliging tegen nucleaire dreiging.
De regering zou naar zijn mening voor de belangen van Oostenrijk moeten opkomen en geen Brussels filiaal moeten zijn voor de uitbreiding van de EU richting het oosten. Verder zei de leider van de FPÖ niet bang te zijn voor nieuwe verkiezingen, wat overigens weer niet moest worden uitgelegd als een ultimatum aan het adres van Schüssel.
Een paar dagen later bleek de crisis niet meer te zijn dan een storm in een glas water en zaten beide partijen weer broederlijk naast elkaar achter de tafel zonder dat een van de partijen concessies had gedaan. De regeringscrisis -of wat daarvoor moest doorgaan- had dan ook niet zo veel te maken met een kerncentrale in de buurt van de Oostenrijks-Tsjechische grens als wel met een poging van Haider om zich weer eens te profileren.
Door van tijd tot tijd thema’s aan te snijden die het goed doen bij de doorsnee Oostenrijker, en door afstand te nemen van het officiële regeringsbeleid, probeert de populist pur sang zich te handhaven en de populariteit van zijn partij te vergroten, in de hoop te zijner tijd nieuwe verkiezingsoverwinningen te boeken.
Zo ’deelt’ Haider de ’zorg’ van menig landgenoot dat veel laagbetaalde Tsjechen na toetreding van hun land tot de EU, hun banen zullen inpikken. Ook maakt de gouverneur zich druk om de ’kleine man’ die dankzij belastingmaatregelen wat meer te verteren zou moeten krijgen. Het inspelen op de angst van veel Oostenrijkers voor een ongeluk met de kerncentrale in Temelín, waar de Tsjechen nu nog mee proefdraaien, maar die volgend jaar volledig operationeel moet zijn, dient dan ook helemaal in dat licht te worden gezien.
Haiders optreden bleef in Tsjechië uiteraard niet onopgemerkt. Dat leidde tot een nieuw conflict, maar ditmaal tussen Oostenrijk en Tsjechië, waarin ook nog eens de Duitsers werden betrokken.
Begin vorige week stond er in het Oostenrijkse tijdschrift ”Profil” een interview met de minister-president van Tsjechië, Milos Zeman. In dit interview zei Zeman dat alleen iemand die niet geïnformeerd is -„ik vermijd het begrip idioot”- het referendum tegen de kerncentrale in Temelín zou ondersteunen.
Ter onderbouwing van zijn relaas haalde hij een historisch argument uit de kast. „Hoeveel Oostenrijkers steunden in 1938 de ”Anschluß” bij nazi-Duitsland?” zo vroeg Zeman. „En was het resultaat van het referendum een goed argument voor de Anschluß?” was zijn volgende retorische vraag.
De premier zei te geloven in de vriendschap tussen zijn volk en de Oostenrijkers, maar voegde daaraan toe dat er steeds weer sprake is van provocaties van de kant van Oostenrijk, dat „niet het eerste slachtoffer van Hitler-Duitsland” was, maar „de eerste bondgenoot.”
Een van die provocaties is volgens Zeman de onlangs geuite eis van Sudetenduitsers in Tsjechië om op plaatsnaamborden voortaan ook de benaming in het Duits te vermelden. Vervolgens omschreef Zeman de Sudetenduitsers van voor de Tweede Wereldoorlog als „de vijfde kolonne van Hitler”, die Tsjechoslowakije, het enige democratische eiland in Midden-Europa, te gronde wilde richten.
De Sudenduitsers, Tsjechische staatsburgers, pleegden landverraad, waarvoor ze -ook in vredestijd- de doodstraf hadden kunnen krijgen, aldus Zeman. De vele Tsjechen die na de oorlog werden verdreven, zijn er volgens hem dan ook genadig afgekomen.
Het hoeft geen betoog dat dit interview niet alleen in Wenen maar ook in Berlijn in zeer slechte aarde viel. De voorzitter van de Sudetenduitsers in Oostenrijk, Gerhard Zeihsel, zei dat de 3,5 miljoen Sudetenduitsers in 1918 tegen hun zin bij de Tsjechoslowaakse republiek zijn ingelijfd. In april 1938, aan de vooravond van Hitlers overval op hun land, zouden ze nog hebben gepleit voor autonomie binnen de staat Tsjechoslowakije. Van landverraad kon dus volgens hem geen sprake zijn.
In Berlijn vielen soortgelijke geluiden te beluisteren. De Sudentenduitsers zouden geen landverraders zijn, maar slachtoffers van het nazi-regime. Bondskanselier Gerhard Schröder dreigde zijn voor eind maart geplande reis naar Praag af te zeggen als Zeman voor die tijd zijn uitspraken niet uit de wereld zou helpen.
Tegelijkertijd riepen politici, tijdens een zitting in de Bondsdag vorige week, op tot kalmte. De betrekkingen tussen Berlijn en Praag zijn veel te kostbaar om ons gek te laten maken, zei een lid van de sociaal-democratische SPD. Een rechts-liberale FDP’er wees er fijntjes op dat de hele discussie het gevolg was van de wens van Haider om de deelname van Tsjechië aan de EU te dwarsbomen.
Aan de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, nu de schone taak om deze rel met diplomatieke tact en wijsheid uit de wereld te helpen. Daarvoor zal hij op 20 februari naar de Tsjechische hoofdstad afreizen. Ingewijden menen echter dat zo’n reis niet nodig zal zijn, en dat het conflict tegen die tijd allang is opgelost. Die gedachte is niet denkbeeldig, mede gelet op het feit dat Zeman ook in eigen land de nodige kritiek heeft te verduren gekregen.