„Invloed Israël op Palestijnen Westoever”
JERUZALEM. Het is een illusie te denken dat Israël geen invloed uitoefent op het leven van de meeste Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever. Dat staat in een donderdag gepubliceerd rapport van de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem.
De gedachte dat Israël geen bemoeienis heeft met de meeste Palestijnen vloeit voort uit het feit dat het grootste deel van de Palestijnse bevolking in het zogeheten A- of B-gebied van de Westelijke Jordaanoever woont. Beide gebieden staan onder het bestuur van de Palestijnse autoriteiten.
Het meeste land van de Palestijnen bevindt zich echter in het C-gebied: de zone die onder Israëlisch toezicht staat. Israël houdt controle over de in- en uitgangen van de Westoever en het kan andere controlepunten instellen. Palestijnen zijn bovendien afhankelijk van toestemming van Israël om hun gemeenschappen uit te breiden, fabrieken te bouwen en waterleidingen aan te leggen.
B’Tselem vermeldt verder dat Israël tienduizenden hectares land, inclusief landbouwgrond, van de Palestijnen heeft afgenomen voor eigen nederzettingen op de Westoever. Ander land werd geconfisqueerd om wegen aan te leggen. De route van de scheidingsbarrière is bovendien zo aangelegd dat zo veel mogelijk nederzettingen aan de Israëlische kant terechtkwamen.
„Massale aanwezigheid van Israëlische veiligheidstroepen is nodig om de Israëlische bewoners op de Westoever te beschermen”, stelt B’Tselem. „Dat resulteert echter in een dagelijkse wrijving tussen Israëlische troepen en Palestijnse bewoners.”