„Gelovig? Zeker. Maar met de kerk heb ik niets”
NIJMEGEN. Het aantal Nederlanders dat zich wel als „gelovig” beschouwt maar „niets met de kerk” heeft, neemt nog altijd toe. Gold dit in 1981 voor 11 procent van de bevolking en in 2012 voor 26 procent; de jongste cijfers komen uit op 30 procent, aldus prof. dr. Joep de Hart.
Grote vraag hierbij is volgens hem wel: Wat bedoelen deze mensen met gelovig? Wat verstaan zij onder bidden? Onder leven na de dood?
„Hier stuiten we op de grenzen van enquêteonderzoek”, zei De Hart, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), donderdagmiddag in Nijmegen. „Want dan blijkt hoe bepaalde woorden heel verschillend opgevat worden. Ik gebruik hier het begrip afkoppeling of omduiding voor. Bidden wordt dan gezien als, bijvoorbeeld, een soort psychotechniek. Een wonder: dat is de geboorte van een kind. Leven na de dood? Jawel, denkt de respondent, ik geloof in reïncarnatie. En vraag een gemiddelde Nederlandse jongere wie God is en hij zal zeggen: „God is een positieve kracht in het leven van veel mensen – maar zelf geloof ik er niet in.””
Aan de Radboud Universiteit in Nijmegen hield De Hart een gastcollege naar aanleiding van het recente SCP-rapport ”Geloven binnen en buiten verband. Godsdienstige ontwikkelingen in Nederland”. Een rapport waarvan hij vooraf had gedacht: „Dit leest geen hond.” Een ontmoeting met een Trouw-journalist, „ergens in een bruin café”, zorgde er echter voor dat het anders liep. ”Bijna helft jonge christenen is ‘neofundamentalist’”, kopte de krant. „Vervolgens heb ik dagen nodig gehad om de discussie weer een beetje terug te buigen. Want hier gíng het rapport helemaal niet over – al wordt het woord neofundamentalist wel twee keer gebruikt, dat geef ik ruiterlijk toe.” Dan, relativerend: „Maar om Gerard Reve te citeren: „Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven.””
Vier ontwikkelingen
Op godsdienstig gebied zijn in Nederland vier grote ontwikkelingen waarneembaar, stelde de SCP-onderzoeker vast. „In de eerste plaats: de leegloop van de grote kerken, de Protestantse en de Rooms-Katholieke Kerk. Twee: een groei van kleinere, conservatieve groepen sinds de jaren zeventig. In het jaar dat in Haarlem een kerk te koop kwam te staan, werden in Barneveld twee megakerken gebouwd – waar ze op zondag met klaarovers staan om het verkeer te regelen. Ten derde: de opkomst van migrantenreligies. Telt Nederland volgens de laatste gegevens zo’n 825.000 moslims; misschien zijn er nog wel meer migrantenchristenen. En ten slotte: de opkomst van nieuwe spiritualiteit. Op 21 juni zullen velen weer in het Engelse Stonehenge te vinden zijn, een beetje het symbool van de nieuwe spiritualiteit.”
Dat de „kleinere, conservatieve groepen” er tussen 1970 en 2010, 2012 „zo’n 198.000 gelovigen” bijkregen, zegt niet al te veel, temperde De Hart eventueel optimisme. „Het ging hier niet om buitenkerkelijken. Vaak betrof het gereformeerden die zich in de eigen kerk niet meer thuisvoelden. De term ”circulation of the saints” is hier van toepassing, in rond Nederlands: het rondpompen van gelovigen. En: in dezelfde periode gingen er bij de PKN en Katholieke Kerk 3,4 miljoen mensen áf. Om een vergelijking te maken: de kerk in Nederland verloor alle grote steden van de Randstad en kreeg er de stad Groningen bij.”
Overigens, waar hier de kerken leegstromen, is er op wereldniveau geen sprake van terugloop van het aantal christenen, gaf hij aan. „Wat dat betreft zijn wij een bizarre uithoek van de wereld aan het vormen.”
Drie Nijmeegse hoogleraren, prof. dr. H. Schilderman, prof. dr. F. Wijsen en prof. dr. P. Nissen, gaven een korte reactie op het SCP-rapport.
Lees ook: Term fundamentalisme verloor al in eerste helft van vorige eeuw positieve klank
Term neofundamentalisme in SCP-rapport is gechargeerd
Jonge kerkleden niet orthodoxer dan ouders
Prof. dr. Joep de Hart: Nederlandse kerken worden kleiner en fijner