De commissie schrijft onder meer dat het effectief uitzetten van vreemdelingen een schier onmogelijke opgave is geworden voor alle bij de uitzetting betrokken medewerkers. Dat komt mede door alle waarborgen, rechtsregels en rechtshulp. Uitzettingen gaan vaak op het laatste moment niet door. De laatste jaren gebeurt dat bij ruim 30 procent van de begeleide reizen, onder meer doordat uitgeprocedeerden spoorloos zijn of op de vliegtuigtrap alsnog een nieuw asielverzoek indienen en daardoor hun vlucht missen. De commissie noemt het aantal annuleringen „te hoog”, gezien de financiële en personele gevolgen.

Ook constateert de commissie dat de alternatieven die worden bedacht voor vreemdelingenbewaring ertoe leiden dat meer uitgeprocedeerde personen vertrekken met onbekende bestemming. Dat komt ook nu betrokkenen minimaal 48 uur van tevoren moeten worden ingelicht over hun uitzetting. CITT vindt dat de geloofwaardigheid van het terugkeerproces op het spel staat en waarschuwt voor misbruik van procedures.

De PVV kreeg dinsdag geen steun voor een spoeddebat over het rapport. De andere partijen willen het meenemen in een overleg over het uitzetbeleid volgende week, maar willen wel snel een kabinetsreactie.