Koning Juan Carlos maakt plaats voor prins Felipe
De laatste herinneringen zijn het scherpst. Maar al was het slot van Juan Carlos’ loopbaan als koning van Spanje nu niet bepaald glorierijk, toch zullen de Spanjaarden zich hem ook blijven herinneren als de vorst die na decennia dictatuur de democratie herstelde en een militaire opstand de kop indrukte.
Een jaar na de Nederlandse koningin Beatrix en de Belgische koning Albert II maakt opnieuw een van de vergrijsde monarchen van Europa plaats voor de nieuwe generatie. Helemaal onverwacht komt dat niet: koning Juan Carlos I is 76 jaar en tobt al geruime tijd met zijn gezondheid. Hij wordt opgevolgd door de jongste van zijn drie kinderen, Felipe, die de enige zoon is.
Felipe (Filips, in het Nederlands) VI wordt de 23e koning van zijn land in vier eeuwen tijd. De periode waarin het huis Bourbon op de troon zit is overigens drie keer onderbroken, onder meer doordat de republiek werd uitgeroepen en toen een koning door de Franse keizer Napoleon aan de kant werd geschoven.
Vanaf de jaren dertig van de twintigste eeuw regeerde militair dictator Franco het land met vaste hand. Generalissimo Francisco Franco wees prins Juan Carlos aan als opvolger en gaf hem de bijbehorende opleiding. Daarmee werd Juan Carlos’ vader gepasseerd. Franco had de monarchie in 1947 al officieel hersteld, maar bleef het roer stevig in handen houden totdat hij in november 1975 op 82-jarige leeftijd overleed. Ondertussen maakten ook anderen, zoals prins Carlos Hugo –echtgenoot van prinses Irene– aanspraak op de Spaanse troon.
Juan Carlos –kleinzoon van de vroegere koning Alfonso XIII– kan zich beroepen op banden met vrijwel alle belangrijke koningshuizen van Europa. Hij doet aanspraak op de titel koning van Jeruzalem, als opvolger van de koninklijke familie van Napels. Hij stamt in een rechtstreekse lijn af van de Habsburgse keizer Karel V, de Britse koningin Victoria en de Franse koning Lodewijk XIV.
Het roer gaat om
Twee dagen na Franco’s overlijden werd de nieuwe koning beëdigd. Hij bleek geen marionet van de overleden dictator te zijn. Buiten medeweten van Franco had hij al vaak oppositieleden ontmoet die Spanje wilden hervormen. Juan Carlos hield zich gedeisd, maar toen hij eenmaal op de troon zat, gooide hij –tot veler verbazing– het roer al snel om. Hij stond een deel van zijn macht af en plaveide de weg naar de parlementaire democratie en een meerpartijenstelsel. Eerst had hij zich van de steun van de Rooms-Katholieke Kerk verzekerd door de paus het recht terug te geven de Spaanse bisschoppen te benoemen. In 1977 werden er parlementsverkiezingen gehouden en een jaar later was er een democratische grondwet.
De vorst liet zich ook niet van de wijs brengen door een staatsgreep van conservatieve militairen. Leden van de Guardia Civil onder leiding van luitenant-kolonel Tejero Molina deden op 23 februari 1981 een greep naar de macht door gewapend een zitting van de Cortes (het parlement) binnen te vallen. Achttien uur lang hielden ze de volksvertegenwoordigers in gijzeling. De koning vergewiste zich ervan dat hij de steun had van de belangrijkste legercommandanten en de staatsomroep, trok zijn uniform van opperbevelhebber van de strijdkrachten aan en verscheen zo op televisie om de oproerige militairen opdracht te geven terug te gaan naar hun kazernes en de grondwet te eerbiedigen. Daarmee was de coup mislukt en de positie van de koning aanzienlijk verstevigd.
In opspraak
De koning bleek samenbindend te werken in een land vol diepgaande tegenstellingen. Lange tijd was hij razend populair. De afgelopen jaren sprongen er echter barsten in zijn imago. Hij raakte in opspraak door buitenechtelijke affaires en driftige uitbarstingen.
Sinds 2012 is Juan Carlos zevenmaal geopereerd, onder meer aan een hernia. Hij heeft inmiddels twee kunstknieën. De heupbreuk die hij in april 2012 opliep tijdens de –omstreden– olifantenjacht in Botswana, bleef hem lang parten spelen. Bij verscheidene activiteiten moest hij verstek laten gaan. Daarom werd er al enige tijd over troonsafstand gespeculeerd.
Peilingen gaven in januari dit jaar aan dat de Spanjaarden graag een nieuwe koning wilden: het percentage dat vond dat de vorst maar beter kon aftreden, was in een jaar tijd gegroeid van 45 tot 62. Twee derde van de bevolking zei vertrouwen in Felipe te hebben. Hij is van onbesproken gedrag en wordt in staat geacht het gebutste prestige van de Spaanse monarchie te herstellen.
De abdicatie van koning Juan Carlos werd gistermorgen toch nog plotseling door minister-president Mariano Rajoy aangekondigd. Een datum is nog niet bekend; eerst moet de grondwet worden gewijzigd om deze troonswisseling mogelijk te maken.
Klaar voor de troon
De 46-jarige Felipe Juan Pablo Alfonso de Todos los Santos de Borbon y de Grecia, prins van Asturië, heeft zich de afgelopen jaren grondig voorbereid op zijn toekomstige taak als staatshoofd.
Prins Felipe werd op 30 januari 1968 in de Spaanse hoofdstad Madrid geboren. Van 1985 tot 1988 volgde hij opleidingen in de landmacht, de luchtmacht en de marine, en dat leverde hem in alle drie de krijgsmachtonderdelen een hoge rang op.
Van 1988 tot 1993 studeerde prins Felipe rechten aan de universiteit van Madrid en volgde ook onderdelen van de studie economie. In de jaren 1993-1995 haalde hij een mastergraad aan de universiteit van Georgetown in de Amerikaanse hoofdstad Washington. Daarna richtte hij zich op zijn taken als kroonprins door zich in allerlei aspecten van de Spaanse maatschappij te verdiepen. Tijd voor ontspanning was er ook. Net als zijn ouders nam hij deel aan zeilwedstrijden tijdens de Olympische Spelen.
Felipe trouwde op 22 mei 2004 met de 31-jarige Spaanse journaliste Letizia Ortiz Rocasolano. Ze hadden hun relatie een jaar geheim weten te houden. Nietsvermoedend zagen de Spaanse televisiekijkers Letizia op de avond van 31 oktober 2003 het journaal op staatsomroep TVE presenteren. Een dag later was de journaliste zelf het middelpunt van het nieuws. Het was voor het eerst in de geschiedenis van Spanje dat een Spaans burgermeisje prinses werd.
Letizia was al eerder getrouwd geweest, overigens nauwelijks een jaar. Omdat ze destijds alleen voor de wet en niet in de Rooms-Katholieke Kerk was getrouwd, werd daar geen probleem van gemaakt. Haar magerheid, die naast de lange gestalte van haar echtgenoot extra opvalt, leidde soms tot geruchten over haar gezondheid, maar het hof heeft steeds ontkend dat er problemen waren.
Het kroonprinselijk paar kreeg twee dochters, Leonor (8) en Sofia (7). Leonor wordt waarschijnlijk kroonprinses, maar daarvoor moet nog wel de grondwet worden veranderd, waarin nu nog voorkeur voor troonsopvolging door een man is vastgelegd. Vandaar ook dat Felipe op de troon komt en niet een van zijn twee oudere zussen, Elena (50) en Cristina (die volgende week 49 wordt).
Felipe is er wars van zich te beroepen op zijn koninklijke afkomst. „Ik denk graag over mezelf als niet afwijkend van anderen, met mijn fouten, kwaliteiten, frustraties, plezier, zorgen, alles”, zei hij eens. „Een koning hoort het zicht niet te verliezen op wat het is een normaal mens te zijn.”