Commentaar: Eerlijk systeem belangrijk bij uitkeringen
Een beetje spannend wordt het dinsdag wel. Gaat de Tweede Kamer het kabinet dwingen het verdrag met Marokko betreffende sociale uitkeringen op te zeggen? Als het aan de VVD-Kamerfractie ligt wel. De liberale volksvertegenwoordiger mevrouw Schut diende hiertoe onlangs een motie in, waarover de Kamer vandaag stemt.
De achtergrond van de motie is dat de VVD het zat is dat Marokko onvoldoende meewerkt aan verbeteringen in het verdrag. Met name het punt dat in Marokko woonachtige ex-gastarbeiders, of hun nabestaanden, Nederlandse sociale uitkeringen ontvangen die even hoog zijn als in Nederland verstrekte uitkeringen, steekt de liberalen als een graat in de keel. Onterecht vinden zij het dat personen die in een land leven waar de kosten van levensonderhoud misschien wel tien keer zo laag zijn als hier, evenveel geld ontvangen als uitkeringsgerechtigden in Nederland.
De kwestie van een eerlijke besteding van uitkeringsgelden in het buitenland, ook wel aangeduid als het woonlandbeginsel, speelt al jaren. Grote politieke meningsverschillen over de zaak zelf zijn er eigenlijk niet meer; haast iedereen is het erover eens dat de huidige praktijk veranderen moet. De kwestie waar het nu nog om draait, is hoeveel druk Nederland op Marokko moet uitoefenen en hoeveel haast ons land in deze zaak moet maken. „Geef me nog wat meer tijd”, zegt minister Asscher van Sociale Zaken. „Mogelijk kan ik door onderhandelingen Marokko er toch toe bewegen wijzigingen in het verdrag toe te staan.”
Het verzet van Asscher tegen onomkeerbare stappen valt wel enigszins te begrijpen. Het opzeggen van een verdrag met een andere natie is nu eenmaal een ingrijpende daad. Veelal zijn de gevolgen ervan groter dan het betreffende beleidsonderdeel. Vandaar dat sommige deskundigen de door de VVD voorgestelde stap ontraden. Opzeggen van het socialezekerheidsverdrag zou zomaar gevolgen kunnen hebben voor onze betrekkingen met Marokko in het algemeen en voor de samenwerking die er tussen de twee landen bestaat inzake politie, justitie en opsporing.
En zo zijn er meer bezwaren aan te voeren. Bijvoorbeeld dat opzegging van het verdrag er mogelijk toe leidt dat de Marokkaanse overheid voortaan niet meer meewerkt aan het opsporen van uitkeringsfraude, te weten van uitkeringsgerechtigden die hun vermogen verzwijgen. Bovendien, waar hebben we het eigenlijk over? Gaat het binnen al die miljarden die er in de sociale zekerheid omgaan niet om een peanut?
Maar hoewel al die bezwaren goed gewogen moeten worden, is het ongeduld van de VVD toch alleszins begrijpelijk. Wijziging van het betreffende verdrag is een allerredelijkst verzoek, en als Marokko daaraan na voortdurend vragen en aandringen niet wil meewerken, moeten er uiteindelijk maar spijkers met koppen worden geslagen. Het mag dan binnen het totaal van de sociale zekerheid slechts om een klein bedrag gaan, voor het draagvlak voor ons socialezekerheidssysteem onder de bevolking is het van groot belang dat het een eerlijk en verdedigbaar systeem is, dat behoeftigen geeft wat ze nódig hebben. Niet minder, maar ook niet heel veel meer.