Niet juichen over muizengaatje voor trouwambtenaar
„Principienreiterei.” Zo betitelde SGP-senator Holdijk deze week het initiatiefwetsvoorstel van de D66-Kamerleden Dijkstra en Schouw dat gemeenten verbiedt nieuwe gewetensbezwaarde trouwambtenaren in dienst te nemen. „Wat geen probleem was, is tot een probleem gemaakt”, betoogde Holdijk, doelend op het nooit weersproken feit dat homo’s in elke Nederlandse gemeente kunnen trouwen.
Toch betoonden seculiere dogmatici zich dinsdag op één punt pragmatisch. Ook hen gaat het te ver om aan een trouwambtenaar-voor-één-dag de eis te stellen dat hij bereid moet zijn zogeheten homohuwelijken te sluiten.
Nee, als iemand door een bevriend stel gevraagd wordt hun huwelijk te sluiten, en hij daartoe voor één dag benoemd wordt tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs, in het jargon), dan zou het kolderiek zijn hem te vragen of hij bereid is álle huwelijken te sluiten. Die vraag speelt immers helemaal niet? Je vraagt iemand die zijn jarige buurman een taart bezorgt toch ook niet of hij bereid is de hele straat taart te geven?
Bovendien: de babs-voor-één-dag komt niet in dienst van de gemeente, zodat het te rechtvaardigen is aan hem niet dezelfde eisen te stellen als aan ‘echte’ ambtenaren, redeneerden veel senatoren.
Door dit kleine stukje realiteitszin van met name VVD en PvdA ontstond dinsdag in de Senaat een minieme opening om burgers met gewetensbezwaren tegen het zogeheten homohuwelijk toch af en toe een huwelijk te laten sluiten. Noem het een muizengaatje.
Reden om te juichen? Geenszins, en wel om drie redenen.
Niet in alle gemeenten bestaat het fenomeen trouwambtenaar-voor-één-dag. Blíjft de regelgeving in die gemeenten zoals ze is, dan leidt het initiatief van D66 er dus toe dat er in díé plaatsen nu of in de toekomst geen ruimte meer is voor trouwambtenaren met gewetensbezwaren.
Het is nog niet geheel duidelijk welke ruimte nu precies ontstaat. De eerste indruk is dat door het nu ontstane muizengaatje ook best een konijn past. Neem plaats A, waar een grote, orthodox-christelijke kerk staat met een paar duizend leden. Als daar een jong stel is dat hun huwelijk laat sluiten door ouderling Pieterse, trouwambtenaar-voor-één-dag, volgen waarschijnlijk andere jonge stelletjes hen na.
De vraag rijst dan hoeveel rek er in de regeling zit. Niet voor niets waarschuwde minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) deze week voor het ontstaan van „draaideurbabsen.” Als in de ogen van seculier Nederland daarvan sprake is, zou dat gemakkelijk tegenkrachten kunnen oproepen die het verschijnsel trouwambtenaar-voor-één-dag toch weer om zeep helpen.
- Maar het belangrijkste voorbehoud dat gemaakt moet worden, is dat door het wetsvoorstel-Dijkstra/Schouw als hoofdregel is vastgelegd dat een trouwambtenaar verplicht is alle huwelijken te sluiten, of hij nu gewetensbezwaard is of niet. Feitelijk betekent dat, zoals Holdijk het nogal krachtig uitdrukte, een „Berufsverbot” voor orthodoxe christenen, Joden en moslims.
Misschien zegt iemand: maar door het nu gecreëerde muizengaatje kunnen gelovige burgers hun huwelijk straks toch nog laten sluiten door een persoon die geen homohuwelijken sluit? Dat is toch fijn? Jawel, maar dat is nooit de inzet van de discussie geweest. De inzet van het debat was dat artikel 3 van de Grondwet („Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoemdbaar”) consequenties behoort te hebben voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren. Aan dat belangrijke beginsel is nu afbreuk gedaan. Sommige mensen zijn blijkbaar niet meer geschikt als (trouw)ambtenaar, alleen omdat ze het huwelijk zien als een instelling van God, bedoeld voor één man en één vrouw.
Dat is meer dan treurig.