Dat zegt de Nederlandse oud-minister Bert Koenders, die de VN-operatie vanuit het hoofdkwartier in de hoofdstad Bamako leidt. Om de juiste besluiten te nemen, heeft hij informatie uit het veld nodig. De Nederlandse blauwhelmen gaan die gegevens leveren, samen met collega’s uit andere landen.

Commando’s en mariniers trekken er binnenkort vanuit Gao op uit om het gebied in een steeds bredere kring rond die stad in het noordoosten te verkennen. Ze praten met de marktkoopman, de assistent van de burgemeester of anderen om erachter te komen wat er onder de bevolking leeft.

Ook zet Nederland onbemande vliegtuigjes en Apache-gevechtshelikopters in om vanuit de lucht inlichtingen te verzamelen over wat er in en om bevolkingscentra gebeurt en ook bijvoorbeeld over de locatie van mogelijke bermbommen. Een groot deel van de informatie gaat naar een internationale inlichtingeneenheid van de VN bij Bamako die onder leiding van een Nederlander analyses maakt.

„Dat alles samen geeft inzicht in het complexe conflict in het land”, vertelt zijn collega, hoofd operaties Martijn Hädicke. Koenders verwacht daar veel van. Vorige week was hij nog samen met de voorzitter van de Afrikaanse Unie in de onrustige noordelijke stad Kidal om met de Toearegrebellen te praten. Dat leidde tot een wapenstilstand.

Koenders ziet mogelijkheden om nu versneld te onderhandelen over vrede. Informatie uit het gebied is daarbij volgens hem essentieel. „Welke rebellenbewegingen kunnen straks deel worden van een vredesakkoord en welke groeperingen handelen in drugs of bereiden terroristische aanslagen voor? We moeten dat zo snel mogelijk in kaart hebben om te zorgen dat die vredesonderhandelingen vooruit kunnen”, zegt Koenders.