Commentaar: Ethisch verval in Amerika
Ooit dienden de Verenigde Staten als moreel en ethisch kompas. Een overgrote meerderheid van de Amerikanen beschouwde zichzelf als christen en een niet onaanzienlijk deel van hen zag wekelijks de kerk vanbinnen.
Die voortrekkersrol nam Amerika van Europa over. Want daar sloegen secularisatie, ontkerkelijking en zelfs ontkerstening al lang geleden toe. In de VS leek het allemaal nog mee te vallen.
Helaas zijn de Verenigde Staten van Amerika sinds enige tijd aan een forse inhaalmanoeuvre op ethisch terrein bezig.
Neem de acceptatie van het homohuwelijk. De afgelopen week haalden rechters in de staten Oregon en Pennsylvania een streep door het verbod op een echtelijke verbintenis tussen mensen van hetzelfde geslacht. Daarmee is inmiddels in negentien Amerikaanse staten het homohuwelijk officieel toegestaan.
Voorstanders van het homohuwelijk zagen hun kans sinds vorig jaar juli schoon om hun standpunten juridisch te verzilveren. In de zomer van 2013 bepaalde het federale hooggerechtshof dat de nationale regering niet langer alleen verbintenissen tussen mannen en vrouwen als rechtsgeldig huwelijk mag erkennen. In twaalf staten sneuvelde wetgeving van die strekking vervolgens. En het einde is nog niet in zicht.
Dat tekent de morele tendens in de Verenigde Staten, waar sommige Amerikanen nog steeds de term ”God’s Own Nation” in de mond nemen. Die trend weerspiegelt zich aan de ene kant in harde cijfers, zo blijkt uit de situatie in Pennsylvania. Ruim twee derde van de Democratische kiezers is voorstander van het homohuwelijk. Bij het onafhankelijke electoraat is dat niet anders.
Dramatischer is echter de kennelijke lijdelijkheid bij de tegenstanders van het homohuwelijk. Gouverneur Tom Corbett van Pennsylvania –een overtuigd rooms-katholiek– maakte deze week bekend dat hij niet in beroep gaat tegen de uitspraak van de rechter dat het huwelijk niet langer exclusief als verbintenis tussen man en vrouw mag worden gezien.
„De traditionele opvatting van mijn geloof is niet veranderd”, zei gouverneur Corbett. „Ik blijf geloven dat het huwelijk een verbintenis tussen één man en één vrouw is.” Maar toch gaat hij niet in beroep tegen het vonnis van de rechter. „De rechter heeft een hoge juridische drempel opgeworpen, dus deze zaak heeft extreem weinig kans van slagen.”
Toegegeven, gouverneur Corbett moet rekening houden met zijn herverkiezing, eind dit jaar. De laatste keer wist hij ternauwernood zijn zetel te behouden. En hij weet dat een aanzienlijk deel van zijn electoraat zijn standpunten ten aanzien van het huwelijk niet deelt.
Dat is politiek. Maar het tekent tegelijkertijd ook de algemene houding van Amerikaanse christenen. Toonden zij zich in het verleden nog strijdvaardig als het om de verdediging van ethische waarden en morele standaarden ging, tegenwoordig overheerst bij hen vooral een afwachtende attitude. Laten we maar niets doen, want het mocht zich eens tegen ons keren, lijkt de regel. Dat voorspelt weinig goeds voor de toekomst.