Economie

Brussel heeft greep op nationale economieën eurolanden versterkt

Geen onderwerp hield het Europees Parlement in de voorbije vijf jaar meer bezig dan de opeenstapeling van problemen op economisch terrein. Onder invloed van vooral de ontsporingen van de begrotingen probeert de EU haar greep op de lidstaten te versterken. Die lopen steeds meer aan de leiband van Brussel.

Arie de Rooij

21 May 2014 06:32Gewijzigd op 15 November 2020 10:49
Peter van Dalen. beeld ANP
Peter van Dalen. beeld ANP

De crisis presenteerde zich in allerlei verschijningsvormen. Banken die wankelen, landen op de rand van een faillissement, dreiging van een uiteenvallen van de eurozone, een diepe recessie, oprukkende werkloosheid: het is allemaal voorbijgekomen. In de politiek, nationaal en internationaal, gold alle hens aan dek om de voortdurende tegenslag en rampspoed het hoofd te bieden.

Toen het EP na de verkiezingen in 2009 in de nieuwe samenstelling aantrad, werd Europa geteisterd door de zwaarste krimp van de bedrijvigheid sinds de depressie van de jaren dertig. Spoedig erna zou blijken dat de overheidsfinanciën in Griekenland in deplorabele toestand verkeerden, het begin van het schuldendrama. Dat breidde zich als een olievlek uit en zette het voortbestaan van de gemeenschappelijk munt op het spel.

Het Parlement sloot de huidige zittingstermijn in stijl af. Tijdens de laatste plenaire vergaderweek, vorige maand in Straatsburg, stemde het in met de voorstellen voor de voltooiing van de bankenunie. Het illustreerde nog eens dat maatregelen tot herstel van stabiliteit en welvaartsgroei de agenda hebben gedomineerd.

Beleidsdiscipline

Waar staan we nu? „De druk is van de ketel. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat het zelfs Griekenland onlangs lukte om weer geld op te halen op de kapitaalmarkt”, constateert CDA-Europarlementariër Corien Wortmann. Zij was in de achterliggende periode als woordvoerster op financieel-economisch terrein van de groepering van christendemocraten in het EP nauw betrokken bij alle overleg over het Europese antwoord op de crisis.

„Cruciaal is dat we, nu het gevoel van urgentie wegebt, op het rechte pad blijven. Daar kun je je zorgen over hebben. Je hoort het ook in Nederland: het gaat ietsje beter en meteen klinken er stemmen om de teugels wat te laten vieren. Het is juist belangrijk om door te gaan met hervormingen, met het op orde brengen van de begroting. Dat maakt het verschil tussen een klein beetje economische groei of een solide, forsere groei die we nodig hebben voor het vergroten van de werkgelegenheid.”

Om de individuele lidstaten in het gareel te houden, is er binnen de EU de afgelopen jaren een complex geheel van procedures en voorschriften opgetuigd. Het moet de rol van Brussel op het punt van het economisch bestuur verstevigen, want een gemeenschappelijke munt vereist beleidsdiscipline van alle deelnemende landen. Met de aanvankelijke spelregels viel dat, zo leerde de praktijk, niet te verwezenlijken.

Aanscherping

Sinds de invoering van de euro kenden we reeds het groei- en stabiliteitspact. Dat bepaalt voor het begrotingstekort een bovengrens van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en voor de staatsschuld van 60 procent, met in uiterste instantie de mogelijkheid om vanuit de Unie een boete op te leggen. Het ging al mis in 2003 en 2004, toen de grootmachten Duitsland en Frankrijk de norm overschreden en vervolgens door onder één hoedje te spelen een versoepeling van het pact afdwongen.

De ingrijpend gerenoveerde constructie voor toezicht en coördinatie voorziet er onder andere in dat de regeringen de Europese Commissie al in het voorjaar inzicht verschaffen in hun plannen voor de begroting en in het najaar aan haar een uitgewerkt ontwerp voor een beoordeling voorleggen. De lidstaten kunnen minder gemakkelijk dan voorheen een eventuele sanctie, bij het niet uitvoeren van de gevraagde correcties, blokkeren. Verder neemt Brussel voortaan de gehele macro-economische situatie van elk land onder de loep en volgen er aanbevelingen als er onevenwichtigheden zijn. Het kijkt dus volop over de schouder mee.

Wortmann spreekt van „reuzenstappen” vooruit. „Maar het is wel belangrijk dat de Commissie ook echt optreedt tegen overtreders. We hebben met z’n allen besloten tot één munt. Dat blijft alleen maar goed gaan als de lidstaten hun verantwoordelijkheid nemen voor een verstandig beleid en als je ze daarop kunt afrekenen.

Er is veel dubbelhartigheid, ook in Den Haag. Toen we werkten aan een aanscherping was er in de Kamer een grote meerderheid, van links tot rechts, die vond dat het eigenlijk nog strenger moest. Totdat Nederland, vorig jaar, zelf niet voldeed aan de begrotingsregels. Toen was het huis te klein, want extra bezuinigen, daar moest Brussel zich volgens sommigen niet mee bemoeien.”

Knip- en plakwerk

Peter van Dalen, lid van het Europees Parlement vanaf 2009 en lijsttrekker van CU-SGP bij de komende verkiezingen, verwacht dat ook de nieuwe benadering niet zal werken. „Omdat die de fundamentele problemen niet aanpakt. Er is destijds een eurozone in elkaar geknutseld van landen die gewoon economisch te zeer verschillen. Daarom zul je zien dat er ook in de toekomst veel maatregelen nodig zijn om met knip- en plakwerk de zaak bijeen te houden.”

Bovendien bevat het toezicht naar zijn mening onverminderd „een te grote politieke component.” „Als ontsporingen nopen tot aanpassingen in het beleid, blijft er alle ruimte om met de Europese Commissie te onderhandelen en bijvoorbeeld uitstel te bedingen.”

De lijstaanvoerder van de twee christelijke partijen opteert voor een radicale ingreep: het opschonen van de eurozone, zoals hij het noemt. „Ga in een wat stabielere fase van de economie, en het lijkt erop dat die langzamerhand aanbreekt, praten over een exit van een aantal landen, van in ieder geval Griekenland en Cyprus. Dan houd je een kleinere, sterkere muntunie over met partners die minder verschillen. Het zal dan gemakkelijker zijn om met elkaar de goede richting te volgen. De mentaliteit om de regels te handhaven zal ook beter zijn. Voor de exitlanden biedt uittreding nieuwe kansen. Met een devaluatie zijn ze snel weer concurrerend. Dat debat moet de komende tijd op de agenda.”

Maar in 2003 gingen juist de grote landen, waarvan je zo’n voorbeeldige mentaliteit mag verwachten, in de fout. Van Dalen: „Dat kun je voorkomen door volledig automatische sancties te introduceren.” Gaat hij soms liever terug naar de gulden? „Nee, dat is totaal niet haalbaar. Daar moet je zelfs niet aan willen denken, want dat zou een enorme economische krimp tot gevolg hebben.”

Economische regering

De ultieme stap naar een volwaardige monetaire unie is de vorming van een economische regering in de EU, zoals bijvoorbeeld de Europese voorman van de liberalen, de Belg Guy Verhofstadt, bepleit. Die weg wenst Van Dalen beslist niet in te slaan. „Ik vind dat de hand van Brussel nu al te ver reikt.”

Ook de christendemocraten voelen daar niet voor. Wortmann: „Wij zijn geen verenigde staten van Europa, maar een unie van lidstaten. Het is belangrijk dat alle landen een gezond economische beleid voeren, onder andere ten aanzien van pensioenen en sociale uitkeringen, maar hoe dat er precies uitziet, daar beslissen ze zelf over. Het is voor ons een principieel punt dat we de subsidiariteit respecteren.”


Gereedschapskist om nieuwe crisis te voorkomen

De afgelopen jaren heeft de EU een gereedschapskist samengesteld met allerlei instrumenten om in de toekomst nieuwe crises te voorkomen. Een overzicht van de voornaamste regelingen en begrippen.

Sixpack. In december 2011 trad het zogeheten sixpack in werking, dat fungeert als basis voor het huidige economisch bestuur vanuit Brussel. De naam verwijst naar een zestal verordeningen die erop gericht zijn het oorspronkelijke groei- en stabiliteitspact, bedoeld om de begrotingstekorten binnen de perken te houden, te versterken. Streng toezicht en een boete voor landen die de regels niet naleven, zijn de uitgangspunten van de aanvullende wetgeving.

De Europese Commissie stelt de overtreding vast en bepaalt, in uiterste instantie, de straf. De lidstaten kunnen minder gemakkelijk dan voorheen zo’n sanctie tegenhouden. Daarvoor hebben zij een gekwalificeerde meerderheid nodig. De tegenstem van alleen de grote landen is niet voldoende.

Macro-economisch toezicht. Anders dan het groei- en stabiliteitspact bevat het sixpack ook procedures om binnen een nationale economie andere schadelijke onevenwichtigheden dan een eventueel tekort op het overheidsbudget te signaleren en te corrigeren. De Commissie maakt bij haar analyse gebruik van een lijst van indicatoren, waaronder de staatsschuld, de huizenprijzen, de werkloosheid, de lopende rekening, de schuld van de particuliere sector, de exportontwikkeling en de loonkosten.

Europees semester. Zo luidt de benaming voor het kader, met jaarlijkse een aantal stappen, om de economische politiek van de EU-lidstaten te coördineren. Het verschaft de mogelijkheid om problemen in de sfeer van de overheidsfinanciën en andere bedreigingen voor de stabiliteit vroegtijdig op te sporen. De Europese instanties zijn niet bevoegd om gedetailleerd beleid voor te schrijven, maar zij kunnen wel, als een land aanbevelingen van de Commissie terzijde schuift, een boete opleggen.

De cyclus, die in 2011 voor het eerst werd doorlopen, voorziet erin dat de regeringen in april een programma voor de middellange termijn toezenden, met daarin voorgenomen hervormingen en een overzicht van de begrotingsaanpak. In mei volgt voor elk van de landen het rapport van de Commissie.

Twopack. Dit betreft een verdere uitbreiding van de bevoegdheden uit het sixpack voor controle van Brussel op het handhaven van budgettaire discipline. Het trekt de teugels nog wat strakker aan. In dit verband zijn de eurolanden verplicht jaarlijks voor 15 oktober hun ontwerpbegroting in te dienen bij de Europese Commissie. Die geeft voor eind november haar oordeel.

Wanneer zij de plannen niet in lijn acht met het groei- en stabiliteitspact, zal zij aan de betrokken regering vragen wijzigingen aan te brengen. Daarbij geldt dat de nationale parlementen soeverein blijven. Voorts is afgesproken dat de Commissie bij voorstellen voor extra bezuinigingen er rekening mee moet houden dat de besparingen niet mogen leiden tot het verstikken van de economische groei.

Begrotingspact. Het verdrag voor stabiliteit, coördinatie en governance in de EMU, heet het officieel. Alle EU-partners nemen eraan deel, behalve het Verenigd Koninkrijk en Tsjechië. Het trad in 2013 in werking. Het is overigens geen verdrag in formele zin, maar een intergouvernementele overeenkomst. Onder meer ligt er de afspraak in vast dat het begrotingstekort structureel, dus bezien over een langere periode, niet boven de 0,5 procent van het bbp mag uitkomen. Uitzonderlijke omstandigheden rechtvaardigen een tijdelijk hoger tekort. Voor de staatsschuld ligt het plafond bij 60 procent van het bbp. Landen die deze grens overschrijden, dienen jaarlijks 1/20 van de bovenmatige schuld af te lossen.

Noodfonds. Sinds oktober 2012 beschikt de EU over een permanent noodfonds, het Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM). Dat verstrekt kredieten aan overheden die ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch in problemen raken. Door stortingen en garanties van de lidstaten heeft het een leencapaciteit van 500 miljard euro.

Bankenunie. In het kader van de bankenunie neemt de Europese Centrale Bank (ECB) per november aanstaande het toezicht op de banken over van de nationale autoriteiten. Besluiten over het ontmantelen of herkapitaliseren van een financieel bedrijf vallen in de toekomst eveneens op Europees niveau. De banken zelf gaan een zogenoemd resolutiefonds vullen van waaruit reddingsoperaties worden gefinancierd. Overheden, en dus de belastingbetalers, draaien niet langer op voor de rekening.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer