Hifters troepen stuitten op hevig verzet van strijdgroepen die ‘het land in gijzeling houden’, zei zijn woordvoerder Mohammed al-Hegazi. De milities wilden beletten dat Hifter en zijn medestanders ‘de islamisten oppakken die zich hebben vermomd als politici’. Het parlement, dat ‘extremistische entiteiten’ de vrije hand zou gunnen, is volgens Al-Hegazi ‘de kern van de crisis in Libië’.

De aanvallers slaagden er volgens parlementslid Khaled al-Mashri echter toch in het parlementsgebouw binnen te dringen. Ze richtten een ravage aan en maakten jacht op parlementariërs en beveiligers. De parlementsleden werden in allerijl door de Libische veiligheidsdiensten uit het belaagde gebouw geëvacueerd. De volksvertegenwoordigers waren volgens een bron bij de veiligheidsdiensten voor de aanval begon al gewaarschuwd dat die ophanden was.

De zogeheten Controlekamer van de Libische Revolutie (LROR), een verbond van milities die namens het parlement de orde in Tripoli handhaven, heeft naar eigen zeggen wachtposten opgesteld rond het parlementsgebouw. De pers wordt geweerd. Volgens voorzitter Nouri Abu Sahmein zijn de verdedigers van zijn vergadering inmiddels alles weer onder controle.

De LROR zoekt de aanvallers in de hoek van de Al-Qaaqaa- en Sawaaq-milities. Die strijdgroepen, de grootste die in Tripoli zijn gelegerd, gehoorzamen in naam aan de interim-regering. Ze zijn beide echter fel tegenstander van de islamistische krachten in Libië, eisen het vertrek van het parlement en hebben dat in februari al eens een ultimatum gesteld.

Al-Qaaqaa liet op zijn Facebookpagina weten dat de twee groepen inderdaad de hand hadden in de aanval. Die was nodig omdat de volksvertegenwoordigers het ‘terrorisme’ steunen, aldus de militie.

De aanvallers van het parlementsgebouw beschoten volgens een bron bij de veiligheidsdiensten ook een nabijgelegen legerbasis die onder gezag van islamisten staat. De hoofdstedelijke regeringswijk herbergt tal van strijdgroepen. Ook Al-Qaaqaa en Sawaaq hebben vlakbij het parlement hun hoofdkwartier ingericht.

Generaal Hifter nam vrijdag in de oostelijke stad Benghazi de wapens op tegen de interim-regering in Tripoli. Bij gevechten die er dit weekend plaatshadden, waarbij Hifter ook gevechtsvliegtuigen inzette, kwamen zeventig mensen om het leven. Sinds zaterdag mogen er van Tripoli geen vliegtuigen meer over Benghazi vliegen en is het vliegveld gesloten. De aanhang van Hifter dringt er bij hem op aan door te stoten naar Tripoli.

Het interim-kabinet bestempelt het offensief van Hifter als een coup en heeft aangekondigd diens manschappen te vervolgen. Ondanks die waarschuwingen zwoer de generaal zijn veldtocht voort te zetten. Hij wil de regering voor lopende zaken afzetten en de orde in het wetteloze land herstellen.

De machtsstrijd tussen Hifter en de machthebbers in Tripoli toont opnieuw aan hoe zwak het gezag van de regering in Tripoli nog altijd is. Sinds de omverwerping van het regime van Moammar Gadhafi in 2011 ontbreekt er een functionerend centraal gezag en politieapparaat in Libië. Gewapende milities en facties vechten met elkaar om de macht.

Het Libische parlement, waarin islamisten en hun tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar staan, verkeert al maanden in een patstelling. Onlangs wisten de islamisten de aanstelling van de interim-premier van hun keuze door de volksvertegenwoordiging te loodsen, maar die heeft nog altijd geen kabinet gevormd.