Waar economen van Rabobank en ABN AMRO rekenden op een minnetje van zo’n 0,2 procent, duikelde de economie in het voorbije kwartaal met maar liefst 
1,4 procent. Dat is andere koek dan toen vorig jaar het laatste kwartaal nog met een groei van 0,9 procent werd afgesloten.

De voorzichtige groei die de economie het grootste deel van 2013 heeft laten zien, is daarmee in één klap weggevaagd, waardoor de Nederlandse economie in omvang nog altijd ruim 4 procent achterblijft bij het niveau van voor de crisistijd in 2008 begon.

Om die reden wil CBS-econoom Van Mulligen dan ook niet, zoals minister Dijsselbloem van Financiën vorige week wel deed, de crisis als „voorbij” bestempelen.

Ondanks de ogenschijnlijke misère is er volgens Van Mulligen echter nog wel degelijk sprake van herstel, waar het krimpcijfer in zijn ogen „niets aan afdoet.” De forse krimp wijt hij vooral aan het zachte weer van de afgelopen maanden. De winter, een van de warmste van de afgelopen eeuw, heeft een fors effect gehad op de economie van het gasproducerende Nederland. Hij was fijn voor consumenten en glastuinbouwers, maar zorgde er wel voor dat zowel de export als de consumptie fors lager uitviel dan anders het geval zou zijn geweest. Zo groeide, afgezien van gas, de uitvoer van Nederlandse goederen met 3 procent, de hoogste groei in jaren. Door de fors lagere gasverkoop daalde de totale export echter toch, met 0,1 procent. Ook de consumptie van Nederlanders daalde met 1,4 procent flink. Zonder het ‘gaseffect’ bedroeg die afname echter 0,6 procent; nog steeds een daling, maar wel minder dan in de afgelopen jaren. Verder trokken ook de investeringen in de bouw en in machines aan.

Hoewel de economie onder­liggend dus nog steeds herstel vertoont, is hiervan weinig terug te zien op de arbeidsmarkt. Het afgelopen kwartaal gingen er opnieuw 32.000 banen verloren (vooral in de zorg). Dat de werkloosheid desondanks stabiliseert, komt doordat steeds meer jongeren zich terugtrekken van de arbeidsmarkt en besluiten langer door te leren.