Koninklijke wachtkamer station Baarn klaar
Een pareltje. Zo omschrijft Ton Honing de koninklijke wachtkamer van station Baarn. Vrijdag wordt de gerestaureerde ruimte officieel heropend. Prinses Beatrix nam er recent al een kijkje. Wie ook binnen wil kijken, kan terecht in het recent verschenen boek ”Koninklijke wachtkamers”.
Station Baarn is niet groot. Het heeft een kiosk, een paar perrons en kaartjesautomaten. Dat is het.
Of toch niet? In de hal bevindt zich namelijk een fraaie deur in een typische jarenzestigstijl. Erboven staat in grote letters ”Koninklijke Wachtkamer” en daarboven prijkt een kleurrijk wapenschild met leeuwen ernaast.
Ton Honing heeft de sleutels van de deur. Hij is manager representatie bij de Nederlandse Spoorwegen, „zeg maar chef koninklijke wachtkamers en chef koninklijke treinen, al behelst de functie veel meer dan dat”, licht hij toe.
Achter de deur bevindt zich na een klein portaaltje een mooie hal. Honing is er trots op hoe die er nu –weer– uitziet. „De koninklijke wachtkamer is in de jaren zestig opgeknapt. Toen zijn verlaagde plafonds aangebracht en mooie details, zoals guirlandes op de deuren, verdwenen. We hebben nu alles zo veel mogelijk teruggebracht in de oorspronkelijke stijl: de verlaagde plafonds zijn verwijderd, de deuren hebben weer hun oorspronkelijke kleur.”
Achter de hal liggen twee ruimten: een kleine antichambre voor de hofhouding. Daar staan een paar stoeltjes. Een dik, chic gordijn scheidt die ruimte van de echte wachtkamer. Daar staan rond een salontafel stoeltjes in de Lodewijk XVI-stijl, een stijlvolle sofa en een paar tafeltjes langs de muur. Hier konden de bewoners van Paleis Soestdijk of hun hoge gasten de komst van de trein afwachten.
Aan de restauratie van de stijlvolle wachtruimte ging een flinke discussie vooraf, vertelt Honing. De vraag was of de kamers teruggebracht moesten worden naar de stijl van de tijd van koningin Juliana of naar de oorspronkelijke stijl van rond 1874, toen station Baarn in gebruik werd genomen.
Het is een mix geworden, vertelt Honing. De wachtkamer ziet er grotendeels uit zoals in de tijd van koningin Juliana, die op het nabijgelegen Paleis Soestdijk woonde. In een van de hoeken is het plafond echter in de oorspronkelijke, donkerder kleuren geschilderd. De eikenhouten parketvloer is nieuw, evenals de kachel. „Zo zijn hier drie tijdvakken verenigd.”
Prinses Beatrix
Buiten raast een trein voorbij. Koninklijke treinen stoppen er eigenlijk niet meer in Baarn. Dat was in het verleden wel anders. Prins Hendrik (1820-1879) –broer van koning Willem III– was de eerste gebruiker. Daarna hebben in ieder geval de koninginnen Emma, Wilhelmina en Juliana de wachtkamer benut, weet Honing. Overigens stond de trein in de meeste gevallen al netjes klaar, dus wachten was er niet veel bij.
Stilletjes hoopt Honing dat prinses Beatrix –nu zij weer in het nabijgelegen Lage Vuursche woont– een keer de trein vanaf station Baarn zal pakken. „De wachtkamer staat haar in ieder geval altijd ter beschikking.” Eind april nam de oud-koningin er al een kijkje. Wie weet.
Mocht het zover komen dan ligt er een uitdaging voor de machinist van de koninklijke trein, vertelt Honing. „Het is de sport om ervoor te zorgen dat de ingang van de trein precies voor de deur van de wachtkamer komt te staan. Dat vraagt veel kunde van de machinist.”
Traditie
Al wordt de koninklijke wachtkamer in Baarn, net als de andere in Nederland (zie kader), vrijwel niet gebruikt, toch houden de NS ze in stand. „Het is een mooie traditie, die de NS graag voortzetten. Dat gebeurt uit eigen middelen. Deze wachtkamers zijn eigendom van de NS, maar staan de koninklijke familie ter beschikking.”
De NS hebben nog een reden: de koninklijke wachtkamers zijn bijzondere, monumentale ruimten, zegt de gedreven NS-manager.
Zorgvuldig doet hij de deur van de wachtkamer weer op slot. Honing is zuinig op ‘zijn’ bezit.
Boek toont koninklijke wachtkamers Europa
De Nederlandse Spoorwegen vieren feest. Dit jaar bestaan de spoorwegen in Nederland 175 jaar.
Daarnaast sluit de heringebruikname van de koninklijke wachtkamer een restauratiereeks af. De NS namen de afgelopen tien jaar alle vier de koninklijke wachtkamers onderhanden.
Die twee feiten gecombineerd, brachten Honing tot het idee een boek te maken over koninklijke wachtkamers. „Ik liep al langer met het plan rond. De directie was gelijk enthousiast.”
De NS onderhouden vanaf de oprichting in 1837 een nauwe band met het koningshuis. „Zo stelde Willem I zich met zijn persoonlijk vermogen garant voor de aanleg van een spoorwegnetwerk in Nederland”, vertelt Honing. „Koninklijke wachtkamers vormden daarom een mooi thema.”
Eind vorig jaar was het prachtige boek af. Aanvankelijk was het een relatiegeschenkboek van de NS-directies, voor binnen- en buitenlandse partners. Maar het boek is nu ook te koop voor elke geïnteresseerde.
De uitgave opent de deuren van 31 wachtkamers in 15 Europese landen. Van Berlijn en Moskou tot Parijs en Amsterdam. Honing: „We hebben ze allemaal bezocht. Dat was ook voor mij een belevenis. Prachtig!”
Honing kwam zo in de Russische stationsruimten met hun pracht en praal, in de stijlvolle wachtkamer van de Oostenrijkse keizers, maar ook in het nooit afgebouwde ondergrondse station van een van de Brusselse paleizen. Veel indruk maakte op hem de sobere Finse wachtruimtes in jugendstil. „Een verrassing voor mij was ook dat de paus in Vaticaanstad zijn eigen station heeft”, zegt Honing, die voor de toegankelijk geschreven tekst in het boek zorgde.
Het boek bevat veel foto’s. Die zijn meesterlijk gemaakt door Martin Kers. De fotograaf toont ook veel details: mooi beeldhouw- en houtsnijwerk, zeldzame lambriseringen en sprekende plafondschilderingen. De koninklijke wachtkamers die er nog zijn, zien er overwegend picobello uit, blijkt uit het boek.
Koninklijke wachtkamers, Ton Honing e.a.; uitg. Rage BV/NS Stations, Groningen/Utrecht, 2014; ISBN 978 94 90215 05 7; 360 blz.; € 39,95.
Nederland heeft er vier
Naast de wachtkamer in Baarn zijn er in Nederland nog drie koninklijke wachtvertrekken te vinden. De grootste en mooiste is die in het hoofdgebouw van station Amsterdam Centraal.
Station Den Haag Holland Spoor heeft ook een statige wachtkamer. Die doet weinig onder voor die in de hoofdstad.
De derde wachtkamer heeft vooral een museale functie. Die bevond zich ooit in het oude gebouw van station Den Haag Staatsspoor, maar is overgeplaatst naar station Utrecht Maliebaan, waar nu het Spoorwegmuseum is gevestigd.
De koninklijke familie reist zelden met de trein. Vorig jaar ging prins Willem-Alexander met zijn gezin per trein naar Lech voor de wintersportvakantie. In april 2010 reisde koningin Beatrix per trein naar Kopenhagen, voor de zeventigste verjaardag van de Deense koningin Margrethe. Een grote aswolk boven IJsland en een groot deel van Noordwest-Europa maakte een vliegreis toen onmogelijk.
De koninklijke wachtkamers staan dus veelal leeg. Dat is jammer, vinden de NS. Daarom wil het bedrijf deze representatieve ontvangstruimten vaker gebruiken en er meer mee naar buiten treden. „Nu gebruikt de directie ze al voor speciale ontvangsten en vergaderingen. Maar we denken ook aan meer culturele activiteiten voor een klein publiek”, vertel Honing.
Voor het grote publiek –de NS zijn zuinig op de monumentale ruimten– zijn de vier koninklijke wachtkamers tot in detail te bekijken op de website koninklijkewachtkamers.ns.nl. Met de muis in de hand kan iedereen daar door de ruimten wandelen en details bekijken.
www.koninklijkewachtkamers.ns.nl
Prins kreeg geen spoorlijn, de koning wel
De koninklijke wachtkamer in Baarn is eigenlijk een noodoplossing. Prins Hendrik –niet de echtgenoot van koningin Wilhelmina– investeerde net als zijn broer koning Willem III in de spoorwegen en gaf de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) gelegenheid om een spoorlijn over zijn landgoed rond Paleis Soestdijk aan te leggen. Graag wilde hij ook een spooraftakking naar zijn paleis laten realiseren, zodat hij bij huis zou kunnen instappen.
Koning Willem III stak daar echter een stokje voor. Die had zelf immers ook geen station bij huis, Paleis Het Loo in Apeldoorn. En het kon niet zo zijn dat zijn broer Hendrik dat wel zou hebben. Hendrik kreeg daarom geen toestemming. De spoorlijn naar Paleis Het Loo kwam er wel. Het Baarnse station met koninklijke wachtkamer bood Hendrik wat compensatie.