De schijnwerper op tien Bijbelliederen
Na een berijming van de complete Heidelbergse Catechismus, die eind 2012 verscheen, komt dr. Jan van den Brink uit Eindhoven nu met een uitgave waarin hij tien Bijbelliederen aanbiedt.
Van den Brink, die diverse functies heeft gehad in de hightechsector en momenteel „op zoek is naar een nieuwe uitdaging”, noemt zichzelf „een fysicus die ontdekt heeft dat hij een beetje dichten kan.” Vaak vloeien de liederen voort uit zijn stille tijd. „Als ik met de Schrift bezig ben en word meegenomen door het Woord, schrijf ik vaak iets op. Als iets me raakt of als ik me ergens over opwind, gepassioneerd raak, dan geeft dat de energie om te dichten.”
In het boekje ”Zijn Naam is Held. Zijn Naam is Heer” (uitg. Lukas Boeken, Tholen; 128 blz.) staan tien berijmingen van oudtestamentische gedeelten die ook in de Schrift als lied gezongen worden of waar het gebruik van een instrument genoemd wordt. Het gaat om drie liederen van Mozes, het lied van Debora en Barak en dat van Hanna, drie liederen van Jesaja, het lied van Hizkia en dat van Habakuk.
Maar Van den Brink geeft meer. Hij bespreekt eerst de liederen in een korte Bijbelstudie met gespreksvragen. Nadat hij zijn eigen lied heeft afgedrukt, geeft hij een overzicht van andere berijmingen van het betreffende lied, recente en oudere. Steeds wordt ook een eerdere versie –van dichters als Marnix, Sluiter of Da Costa– weergegeven, in aangepaste spelling.
Bij negen van de tien liederen nam Van den Brink zijn uitgangspunt in een psalmvers dat inhoudelijk aansluit bij het Bijbellied. De melodie van die psalm was dan ook het uitgangspunt voor zijn eigen gedicht. Alleen het lied van Hanna wijkt af. „Dat is ontstaan in opdracht van Peter Wildeman, voor zijn koor. Toen ben ik gaan dichten zonder melodie. Later heeft Peter de muziek erbij geschreven. Het is echt een koorstuk geworden. Vanavond wordt het uitgevoerd in Dordrecht tijdens het jubileumconcert van Peter.”
Wat is het doel van Van den Brink, ouderling in de gereformeerde gemeente in zijn woonplaats, met zijn uitgave? „Onze vaderen hebben tijdens de synode van 1618-1619 maar enkele liederen vrijgegeven, de paar gezangen van Datheen. Ik denk dat ze daarmee een vergissing hebben gemaakt. Het lied van Mozes uit Exodus 15 bijvoorbeeld heeft een heel centrale functie in de Bijbel. Of het leerdicht van Mozes in Deuteronomium 32: morgen is de boetedag van de Gereformeerde Gemeenten. Als er één lied is dat daar goed bij past, is het wel het leerdicht van Mozes. Door de keus van de Dordtse synode zijn deze liederen onbekend gebleven. Ik wil graag bereiken dat mensen er weer kennis van gaan nemen. De berijmingen die anderen ervan maakten zijn qua taalgebruik vaak alweer verouderd. Ik hoop dat mensen door mijn uitgave de schoonheid van deze liederen weer gaan ontdekken. Niet dat ik pleit voor meer gezangen in de eredienst. Zo’n discussie vind ik heilloos. Maar voor koren en verenigingen, én in de gezinnen, kan mijn boekje bruikbaar zijn.”