Procureur-generaal Gerrit van der Burg zei vrijdag na een topoverleg over motorbendes op het ministerie van Veiligheid en Justitie dat het nadrukkelijk de bedoeling is dat er de komende jaren van dit middel gebruik wordt gemaakt.

In 2012 werd al een overheidsbreed offensief is begonnen om de zogeheten outlawbikers aan te pakken. Daarin werken landelijke overheid, OM, politie, belastingdienst en gemeenten samen. Dit beleid blijft zich er in de eerste plaats richten om individuele criminele leden van een vereniging strafrechtelijk aan te pakken. Dan wordt bezien of hij of zij dat doet in samenwerking met andere leden. Het kwaadaardige deel van de vereniging kan dan worden gestraft. Intussen kan ook materiaal worden verzameld voor de civiele rechter, die dan moet beoordelen of zo’n vereniging wel fatsoenlijke oogmerken heeft of heel andere dingen doet dan in de doelstelling staat. Dat is wel een zeer ingewikkelde aangelegenheid.

Ook enkele burgemeesters namen deel aan het overleg, onder wie Jos Hessels van Echt-Susteren. Hessels vroeg deze week aan Opstelten om aanvullende maatregelen tegen motorclubs. Hij toonde zich blij met de intenties die vrijdag werden uitgesproken.„Het wordt nu echt opgepakt.”

Burgemeester Onno Hoes van Maastricht waarschuwde tegen de romantisering van het verschijnsel outlawbikers, die hij hier en daar waarneemt. „We moeten niet denken dat we met leuke mensen te maken hebben. Hier zit niks van romantiek in, het is keiharde criminaliteit.” Het is volgens hem een paar procent van de motorrijders „die het verstieren voor de samenleving, die de samenleving aan het ontwrichten zijn.” Hij denkt wel dat ‘we de goede kant opgaan’ met de aanpak, maar hij beseft dat er bij de burgerij wat vertrouwen is verdwenen. Dat moet worden teruggewonnen.