Vorig jaar augustus kwam hij met een ‘code oranje’. Hij waarschuwde toen in dezelfde krant dat groepen laagopgeleiden in de rijkere EU-lidstaten de dupe dreigden te worden van het vrije verkeer van werknemers. „Als we willen blijven profiteren van de voordelen van het vrije verkeer, dan moeten we bereid zijn de negatieve neveneffecten ervan te bestrijden”, aldus de PvdA-minister toen.

Hij benadrukt dat hij arbeidsmigranten niet aanvalt. „Ik verdedig ze.” Na zijn eerste ingezonden stuk kreeg Asscher veel kritiek te verduren. Zo werd hij onder meer beschuldigd van xenofobie door eurocommissaris László Andor.

Volgens Asscher heeft zijn oproep inmiddels gehoor gevonden in Brussel. Er zijn verscheidene maatregelen genomen. Zo zijn „eindelijk alle landen van de EU bereid om maatregelen te nemen die fraudebestrijding vergemakkelijken”.

Het is een goed begin, meent Asscher. Maar zijn streven is „gelijk loon voor gelijk werk in het land waar je aan de slag bent”. Dat moet naar zijn mening de gouden regel voor vrij verkeer binnen de EU zijn. „Of werknemers nou uit Warschau of het Westland komen.” Om dit te bereiken komt hij met drie voorstellen voor de nieuwe Europese Commissie die na de verkiezingen van 22 mei aantreedt.

Ten eerste wil hij dat gedetacheerde werknemers niet alleen hetzelfde loon, maar ook dezelfde arbeidsvoorwaarden krijgen. Ten tweede moet er een eind komen aan „de goedkope truc van postbusondernemingen”. Dat zijn bedrijven die op papier naar het buitenland verhuizen, maar in eigen land hun werkzaamheden gewoon voortzetten, maar intussen wel minder loonkosten hoeven te betalen. En ten slotte moeten opdrachtgevers in meer sectoren worden aangesproken op onderbetaling van werknemers door bedrijven die ze inhuren.