In China worden kerken gesloopt én gebouwd
In de Chinese stad Wenzhou in de oostelijke provincie Zhejiang is vorige week een kerk gesloopt. Het gebouw stond er pas. In Miaodorpen net buiten Kunming in de zuidwestelijke provincie Yunnan worden juist kerken gebouwd.
Niets meer dan een berg puin resteert in Wenzhou van wat tot voor kort een gigantische kathedraal was. Graafmachines grepen de flanken van het kerkgebouw – een wit pand met rode puntdaken. Niets werd ontzien. De politie hield nieuwsgierigen op afstand. Eerder nog vormden duizenden christenen met elkaar een menselijk schild om de Sanjiangkerk om zo het gebouw te redden van de sloop. Het mocht niet baten.
De Sanjiangkerk is onderdeel van de erkende Drie-Zelfkerk in China. Het kerkgebouw in Wenzhou lag op een prachtige plek in een gebied met boomgaarden, tussen de rivier en de bergen. Er is zes jaar aan het godshuis gebouwd. De lokale overheid verleende alle medewerking en legde de kerkelijke gemeente geen strobreed in de weg. De kosten van het nieuwe pand worden geschat op 3,4 miljoen euro. Eind vorig jaar was de oplevering. De kerk telde 2000 zitplaatsen.
Volgens de christelijke bevolking van Wenzhou staat de sloop symbool voor de oprukkende campagnes tegen religieuze organisaties. De autoriteiten spreken dit tegen en verklaren dat de kerk is gesloopt vanwege de hoogte.
Wat er precies is gebeurd, valt moeilijk te achterhalen. Volgens de overheid was de kerk vier keer zo groot geworden als de toegestane 1881 vierkante meter. De autoriteiten stoorden zich aan de pompeuze bijgebouwen en het enorme kruis dat boven op de kerk stond. Kerkleden willen niet praten, uit angst te worden afgeluisterd. Ambtenaren geven geen commentaar.
Tranen
De leden van de Sanjiangkerk zijn voor hun bijeenkomsten nu weer aangewezen op de oude kerk, een groezelig pand aan het einde van een steeg. De eerste zondag na de sloop kwam de gemeente er in shock bijeen. Een oude man liet zijn tranen de vrije loop.
Wenzhou is een stad aan de zuidoostkust van China. De bevolking staat bekend als hardwerkend. In de stad wonen naar schatting 1 miljoen christenen. Onder hen zijn veel particuliere ondernemers die rijk zijn geworden dankzij de ontwikkeling van Wenzhou van kleine vissershaven tot internationaal expeditiecentrum.
Het had er alle schijn van dat de lokale machthebbers best blij waren met de grote christelijke gemeente. De leden van de kerk zijn hardwerkend, gezagsgetrouw en betalen op tijd hun belastingen. Alles leek koek en ei. Tot provinciale ambtenaren lucht kregen van de situatie in Wenzhou. Zij zouden de sloop hebben doorgezet.
De gezaghebbers van de provincie Zhejiang stellen dat de sloop van de kerk niet is bedoeld om de macht van het christendom in te dammen. De sloop past binnen de campagne „drie aanpassen, één slopen” die de provincie vorig jaar begon en die drie jaar duurt. Het project moet de streek mooier maken door oude buurten, stadjes en industrieterreinen op te knappen en illegale gebouwen af te breken. Tot dit jaar liet de Chinese overheid geloofsgebouwen met rust, maar nu dus niet meer. De regering heeft meerdere kerken gevraagd de kruizen van de gevel te halen.
Explosieve groei
De relatie tussen de Chinese regering en het christendom is van oudsher ingewikkeld. De republiek China, waar de Communistische Partij sinds 1949 aan de macht is, is officieel een atheïstisch land. Toch is het christendom in China sinds de jaren tachtig explosief gegroeid. In 1949 telde het land een miljoen protestanten en in 2010 waren dat er al 58 miljoen. In de rijke stad Wenzhou is zo’n 15 procent van de 9 miljoen inwoners christen, van wie de meeste protestants. De stad wordt daarom ook wel het Jeruzalem van het Oosten genoemd.
De Chinese overheid lijkt de afgelopen jaren steeds harder op te treden tegen de groeiende macht van de kerk. Volgens China Aid richtte de regering haar pijlen voorheen vooral hardhandig op huiskerken, oftewel niet-geregistreerde kerkgenootschappen die onafhankelijk van de overheid opereren.
China Aid schrijft in haar jaarverslag 2013 dat de overheid lijkt te beseffen dat die aanpak niet werkt. Als leden van huisgemeenschappen geen gebouw meer hebben, houden ze hun diensten simpelweg in de openlucht. Daarom heeft de overheid het nu vooral gemunt op zichtbare symbolen van christelijke macht, waarvan de reusachtige kerk in Wenzhou een goed voorbeeld was.
Bedreiging
De Amerikaanse christen Bob Fu van China Aid haalde deze week hard uit naar de regionale overheid. „De door deze regering georkestreerde barbaarse sloop vormt een ernstige bedreiging van de religieuze vrijheid in de provincie Zhejiang. Het Chinese regime kiest voor zijn eigen wetten en negeert de wil van zijn eigen burgers.”
Op de groei gebouwd
Na de drukte van Kunming, een miljoenenstad in het zuiden van China, doet het platteland met zijn tabaks- en rijstvelden weldadig aan. In drie kleine Miadorpen op twee uur rijden buiten Kunming worden nieuwe kerkjes gebouwd. „Er is honger naar het Woord.”
In Chaongizo staat een wit kerkje midden in het dorp. De kerk is steen voor steen door de bevolking zelf gebouwd en nog niet helemaal af. Er moet nog een plafond in. „In een eigen kerk is het makkelijker om het Evangelie te verspreiden dan in een huisgemeente”, vertelt een man. In nog twee nabijgelegen dorpen wordt gebouwd aan een kerk. Vrucht op het werk van evangelist Li. De herderloze gelovigen komen nu nog bijeen in een van de veel te kleine woningen in hun dorp. Het verlangen naar een eigen kerkgebouw groeide. Li vroeg en kreeg steun van de stichting Bonisa Zending, die de kerkbouw in de drie dorpen ondersteunt met ieder 7500 euro.
De kerkjes worden op de groei gebouwd. Er is vertrouwen dat de Heere de gemeentes laat groeien. De man in Chaongizo: „Zijn huis mag vol worden.”