Ds. J. van het Goor: Het is een genade om de bazuin tot klinken te brengen
RIJSSEN. „De bazuin mag geen onzeker geluid geven. Je speelt als dominee niet maar een deuntje; het gaat om de ernst van de verkondiging.”
Dat zegt ds. J. van het Goor, hervormd predikant te Rijssen, die vandaag 25 jaar in het ambt staat. Hij heeft wat met muziek. Op zijn studeerkamer staat een blinkende schuiftrombone. Daar speelde hij bij de Elspeetse fanfare op.
Het is dan ook geen wonder dat er op de uitnodigingskaart voor het jubileum een sjofar, een bazuin, staat. De predikant is van plan om tijdens de dankdienst op 11 mei in kerkelijk centrum De Ark te preken over Ezechiël 33, waar het gaat over de wachter die de bazuin aan de mond zet, en over 1 Korinthe 14:8, over de bazuin die geen onzeker geluid mag geven.
Ds. Van het Goor: „Ik ben dankbaar dat ik de genade gekregen heb om de bazuin tot klinken te brengen. Je speelt als dominee echter niet maar een deuntje. De bazuin mag geen onzeker geluid voortbrengen. Dat is de ernst van de verkondiging. Lees maar eens wat er in 1 Korinthe 15 staat over de laatste bazuin. De verkondiging is van het grootste belang. Ze is een oproep tot geloof en bekering. Tijdens het blazen op de bazuin van het Woord is God bezig het hart van de hoorders te raken. Zij mogen deze boodschap niet zomaar naast zich neerleggen.”
Noaberschap
Ds. Van het Goor staat inmiddels vijftien jaar in Rijssen. De mentaliteit van de bevolking is, aldus de predikant, anders dan die van de inwoners van Molenaarsgraaf en Stolwijk, de twee andere gemeenten die hij diende. „Rijssenaren zijn geslotener. Ze zeggen niet dadelijk dat ze iets niet goed vinden. „Als ze „joa, joa”, zeggen kan het nog wel „nee” worden. Maar is het hart vol van Christus, dan loopt ook hier de mond er wel van over.”
Als ander kenmerk noemt hij gehechtheid van de Rijssenaren aan familie en omgeving. Die hechte band is te zien wanneer er iemand sterft. „Het is gebruikelijk dat je een uitnodiging voor de begrafenis van ouders van buren krijgt. Als hier honderd mensen bij een begrafenis aanwezig zijn, is dat weinig. De aula van de begraafplaats, die circa 250 mensen kan bevatten, zit doorgaans vol.”
Ds. Van het Goor noemt een voorbeeld: een vrouw uit de buurtschap Zuna die onlangs overleed en haar laatste levensjaar in een verzorgingshuis in Hellendoorn had doorgebracht. Op haar begrafenis was heel de buurtschap aanwezig. Hij hoopt dat deze vorm van noaberschap, van omzien naar elkaar, in stand blijft, maar dat niet alleen. „Het is nodig dat men geestelijk ook zo met elkaar meeleeft. Men moet elkaar helpen en terechtwijzen als men van de weg afdwaalt. Daar schort het nog weleens aan.”
Ds. Van het Goor pleit voor een herwaardering van de plaats en de taak van vrouwen in de gemeente. Hij noemt een vrouw uit zijn eerste gemeente, Molenaarsgraaf, die veel geestelijk onderwijs gaf. „Ze stond niet in het ambt, maar ze had net zo veel gezag als een ouderling. Vrouwen, ook buiten het ambt, zijn van onschatbare waarde voor de opbouw van de gemeente.”
Ds. Van het Goor houdt zich behalve met het ambtelijk werk niet alleen bezig met muziek maar ook met het maken van gedichten. Twee jaar geleden publiceerde hij de bundel ”Dichter bij God”, die bestaat uit een veertigtal gedichten met thema’s zoals dicht bij de Bijbel, dicht bij het bloed en dicht bij het kerkelijk leven. Een aantal van deze gedichten is eerder gepubliceerd in een kerkbode.
Het kortste gedicht dat hij maakte, droeg als titel: ”noch t ans”. „De letter t is in het lettertype Comic Sans een kruis. Het gedicht grijpt terug op het nochtans in zondag 23 van de Heidelbergse Catechismus, waar dit woord in het midden van het antwoord voorkomt. Er staat dat mensen nergens recht op hebben, maar dat God nochtans, om de verdienste van Christus’ wil, de zondaren wil aannemen. Hierdoor kan mijn prediking getypeerd worden: zondaren worden gezaligd. Met de nadruk op zondaren. We zijn aangewezen op de genade van God in Christus.”
Roem
Tijdens zijn preken gebruikt ds. Van het Goor slechts zeer zelden een zelfgemaakt gedicht. Die uitzondering zal zich, zo is het plan, tijdens de jubileumdienst voordoen. Op de wijs van het gezang ”Alle roem is uitgesloten” zal de gemeente dan een „danklied” zingen, waarvan de laatste regels luiden: „Bij Uw opdracht geeft U krachten/ dienaar van Uw Woord te zijn./ Met veel vreugde en verwachten/ schenkt U mensen klare wijn,/ komen doden weer tot leven,/ brengt U licht in duisternis,/ boodschap van behoudenis;/ vrede, vreugde, eeuwig leven./ Heer, mijn God, ik buig mij nu:/ Alle roem alleen aan U!”
Levensloop ds. J. van het Goor
Ds. J. van het Goor, predikant van de hervormde gemeente in Rijssen, staat vandaag 25 jaar in het ambt. Jan van het Goor werd op 20 september 1953 in Doornspijk geboren. Hij werkte na zijn middelbareschoolopleiding enige jaren als boekhouder bij het bedrijf van zijn vader. In 1978 ging hij weer studeren, eerst de vooropleiding, toen theologie in Utrecht. Na enkele jaren bijstand in het pastoraat te Putten, ging hij in 1989 naar Molenaarsgraaf. Daarna stond hij in Stolwijk (1994) en sinds 1999 is hij verbonden aan de hervormde gemeente te Rijssen.
Ds. Van het Goor is getrouwd en heeft vijf kinderen en vier kleinkinderen.
Verstaanbare poëzie : Ds. J. van het Goor publiceert gedichtenbundel (De Waarheidsvriend, 14-06-2012)
Bevestigings-en intrededienst ds. J. van het Goor te Rijssen (De Waarheidsvriend, 22-07-1999)
Afscheid ds. J. van het Goor van Stolwijk (Wijk 2) (De Waarheidsvriend, 08-07-1999)
Bevestiging en intrede van ds. J. van het Goor te Stolwijk (De Waarheidsvriend, 09-06-1994)
Afscheidsdienst van ds. J. van het Goor, van de hervormde gemeente te Molenaarsgraaf (De Waarheidsvriend, 19-05-1994)
Bevestiging en intrede van ds. J. van het Goor, op 7 mei, te Molenaarsgraaf (De Waarheidsvriend, 18-05-1989)