Kerk & religie

Opgevoed met roede der correctie

Christian Reip (22) werd geboren in de christelijke sekte Zwölf Stämme in het Duitse Klosterzimmern, tussen Stuttgart en Neurenberg. Na achttien jaar lukte het hem los te komen van de gemeenschap en samen met zijn familie te vertrekken. „De voortdurende fysieke mishandeling was erg, maar de psychische druk maakte me echt stuk.”

Jilke Tanis

2 May 2014 19:25Gewijzigd op 15 November 2020 10:27
Christian Reip werd geboren in de christelijke sekte Zwölf Stämme in Duitsland. beeld Mattias Feer
Christian Reip werd geboren in de christelijke sekte Zwölf Stämme in Duitsland. beeld Mattias Feer

Hij herinnert het zich nog als de dag van gisteren. Met een paar leeftijdsgenootjes had hij een fotocamera en wat sigaretten op de kop weten te tikken. Stiekem hadden ze gerookt en foto’s gemaakt, zoals jongens van zijn leeftijd doen. Dat ze de grenzen opzochten wisten ze, maar het was spannend om te zien hoe ver ze konden gaan. Daar kwamen ze snel achter. Een van de jongens had zijn mond voorbij gepraat en hun gedrag kwam de raad van oudsten ter ore. Drie kwartier lang werd Christian die avond geslagen. Om zijn wil te breken, zoals de volwassenen zeiden, de duivel uit hem te slaan.

Hippies

Het was zo’n dertig jaar daarvoor, in de jaren zeventig, dat de ouders van Christian Reip zich aansloten bij een nieuwe hippiebeweging in Zuid-Frankrijk, Twelve Tribes, Zwölf Stämme of, op z’n Nederlands, Twaalf Stammen. Regels waren er bij de gemeenschap niet, het draaide hier vooral om „liefde en wereldvrede.” Een ideologie waar de familie Reip, als linkse vrijheidsdenkers, zich aanvankelijk bij thuis voelde. Maar dat veranderde in de loop der jaren nogal. Onder leiding van de Amerikaanse Gene en Marsha Spriggs groeide de Twaalf Stammen uit tot een internationale sekte met regels, hiërarchie, druk en zelfs uitbuiting.

De leden van de Twaalf Stammen geloven dat zij het enige uitverkoren volk van God zijn en baseren zich op zowel het Oude als het Nieuwe Testament. Terwijl de Joden en de eerste christengemeenten volgens de sekteleden steeds verder van de Bijbel af kwamen te staan, kregen zij een nieuwe kans en zijn daarom geliefd door God; als ”nieuwe Joden”. De leden hebben allen een Hebreeuwse naam, vieren de sabbat en bar mitswa en ze geloven dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ze daadwerkelijk met twaalf stammen zijn en God hen bevrijdt.

Van andere christenen moeten de Twaalf Stammen niets hebben. Een andere kerk bezoeken is dan ook absoluut ondenkbaar: daar heersen kwade geesten. Om invloeden van buitenaf te voorkomen, blijven de sekteleden vooral op het eigen terrein. De kinderen gaan hier ook naar school, waar de schoolboeken herschreven zijn en Engels als ”moeder aller talen” de voertaal is. Zowel op school als in het dagelijks leven zijn tijdschriften, radio en televisie verboden.

Mishandeling

De leden van de Twaalf Stammen maken er geen geheim van dat ze de kinderen regelmatig slaan. Alleen zo wordt de wil van een kind gebroken en aangestuurd, volgens de leden van de sekte. Christian en zijn vier broers en zussen ondergingen jarenlang bijna dagelijks fysieke tuchtiging. Vaak door de schoolleiding, maar ook zijn ouders sloegen hem.

„Mijn ouders geloofden dat het zo hoorde; dat het normaal was. Al bleven zij, in vergelijking met anderen, altijd vrij ruimdenkend. Als we tijdens de maaltijd met ons eten speelden of geen trek hadden, werden we daarvoor alleen bestraft als er anderen bij waren. Je kunt namelijk niemand vertrouwen en iedereen praat over iedereen. Als de oudsten te horen kregen dat onze ouders ons niet genoeg straften, zouden ze op het matje worden geroepen.”

De raad van oudsten had volgens Christian sowieso altijd een reden om je te straffen. „Eigenlijk deed het er helemaal niet toe of je echt iets had gedaan, als de oudsten vonden dat je fout was, dan was dat zo. Jezelf verdedigen maakte het alleen maar erger. Wat mij vooral raakt, was dat je altijd weer op fouten uit het verleden gewezen werd. Mijn moeder heeft twintig jaar geleden de was een keer verkeerd opgehangen, dat kreeg ze tot op het laatst toe te horen. Er wordt binnen de Twaalf Stammen vergeving gepreekt, maar in de praktijk is vergeving bij de sekte bijna onmogelijk. Ons werd steeds maar weer verteld hoe slecht we waren, we werden elke keer weer gedwongen te reflecteren op onze daden.”

Deze reflectie ging ver. Toen Christian rond zijn dertiende weigerde de bar mitswa te ondergaan, werden zijn ouders voor acht maanden buiten de gemeenschap worden gesloten. Dat betekende dat ze geen deel mochten uitmaken van de diensten en gemeenschappelijke activiteiten. Pas veel later zou Christian ”om de lieve vrede” toch zijn bar mitswa vieren, waarna de rust weerkeerde.

Wanneer besloot u dat het genoeg was, dat u weg wilde?

„We hebben als gezin vijf keer op het punt gestaan te vertrekken. De eerste keer dat mijn vader ons vertelde dat we zouden gaan, waren wij als kinderen dolblij. Dan zouden we eindelijk speelgoed krijgen! Helaas kwam de leiding achter onze plannen en werd er een sektelid uit Amerika ingevlogen om ons over te halen toch te blijven. Zo ging dat vijf keer, en al die keren was ons leven daarna een tijd lang mooier, omdat alles eraan gedaan werd om ons te tonen dat het leven bij de sekte goed was. Zelf was ik een jaar of veertien toen ik besefte dat ik weg wilde. Ik besloot dat ik nooit zou trouwen, zodat ik ook geen kinderen zou krijgen die hetzelfde zouden meemaken als ik.

Pas toen ik 18 was en mijn jongere zus me voorstelde om te vertrekken, begon ik plannen te maken om weg te gaan. We praatten over onze plannen met mijn moeder en langzaam maar zeker wilden onze ouders ook weg. Alleen mijn jongere broer bleef tot het eind negatief over ons aanstaande vertrek. Hij was doodsbenauwd voor het normale leven, voor de school waar hij heen zou moeten.

Het laatste duwtje kregen we toen mijn oudere zus en haar man de sekte verlieten. Ik besloot op vrijdagavond, aan het begin van de sabbat, mijn haren af te knippen, zodat de sekte ons zou vragen te vertrekken. Korte haren zijn verboden, dus ik wist dat dat voor problemen zou zorgen. Dat was ook zo, we werden weggestuurd. Dat was vier jaar geleden. Buren uit de omgeving, met wie we in contact gekomen waren, hebben ons toen geholpen een woning te vinden.”

Hoe was die eerste tijd buiten de sekte?

„Daar stonden we dan, zonder te weten wie we nu eigenlijk waren en waar we heen moesten. Je weet niet wat voor kleding je aan moet trekken en hoe je je moet gedragen. Normaal gesproken maak je keuzes op basis van je ervaringen, maar wij hadden die ervaringen niet. We stonden als familie alleen, kenden geen mensen buiten de sekte. Hoe maak je dan contacten? En waar moet je het over hebben? En wie kun je vertrouwen? Het beantwoorden van deze vragen lukt me nog steeds niet.

Niet alleen moesten we onze identiteit vinden, er was ook nog het leven in de sekte, dat tot onze ergernis gewoon doorging. Toen ik de sekte net verlaten had, ben ik met mijn broer regelmatig teruggegaan naar Klosterzimmern. We reden met de auto rondjes om onze ‘gevangenis’ om te laten zien dat we vrij waren, dat niemand ons nog wat kon maken. We hebben de sekteleden in die tijd behoorlijk uitgedaagd en geïrriteerd. Het is misschien moeilijk om dat te begrijpen als je niet zo bent opgegroeid, maar voor ons was dat de enige manier om ons af te reageren.”

Hebt u inmiddels uw draai gevonden?

„Nee, nog steeds niet. Tot mijn achttiende had ik nauwelijks contact met mensen buiten de sekte, werd me mijn eigen wil ontnomen en leerde ik te doen wat er van me verwacht werd. Toen ik de sekte verliet, kon ik ineens doen wat ik wilde. Aan de ene kant begon ik mijn kinderjaren te herleven, aan de andere kant was ik veel rijper dan een kind en moest ik al de verloren jaren verwerken. Dit viel en valt me erg zwaar. Ik sta als het ware steeds op scherp en ben snel geprikkeld. Het ergst zijn echter de nachtmerries. In mijn dromen komt het gevoel van machteloosheid terug, dat ik gevangenzit in een situatie. De eerste tijd heb ik ook heel veel gehuild, was ik simpelweg stuk. Ook had ik regelmatig zelfmoordgedachten en ik weet zeker dat ik, als ik geen familie had gehad, niet meer in leven zou zijn.”

Hoe is de verhouding met uw familie nu?

„We hebben een gespannen verhouding. Ik neem het mijn ouders kwalijk dat ze ons dit hebben aangedaan, ze hadden beter moeten weten. Vooral mijn vader is erg depressief nu hij beseft hoeveel jaren verloren zijn gegaan en hoe moeilijk wij het hebben. Voor mijn ouders zelf is het natuurlijk ook niet eenvoudig. Ze hebben geen pensioen, geen vrienden, niks.

Een broer en zus van me wonen nog steeds in de sekte, met hen heb ik vrijwel geen contact. Het is voor hen heel lastig te begrijpen dat we weggegaan zijn en voor ons tegelijkertijd onbegrijpelijk dat zij daar, met hun eigen kinderen, nog steeds zijn.”

Hebt u ooit geloofd in de God van de Bijbel?

„Ja, al was dat vooral oppervlakkig. Sinds ik uit de sekte weg ben, wil ik niets meer met het christelijk geloof te maken hebben. Als er een rechtvaardige God is, waarom laat Hij dan zoiets toe? Waarom kan zo’n sekte in Zijn naam dan zulke verschrikkelijke dingen doen? Ik snap dat niet. Eerlijk gezegd ben ik op dit moment ook niet zo veel met het geloof bezig, ik heb dat voor nu echt afgesloten.”

Denkt u dat u er ooit in slaagt een normaal leven op te bouwen?

„Op dit moment volg ik een opleiding tot vrachtwagenchauffeur. Ik heb enorm veel geluk gehad dat ik daar toegelaten werd, ik heb geen diploma’s. Op dit moment gaat het gelukkig iets beter met me, ik hoop dat dat zo blijft. Ik heb erover gedacht in therapie te gaan om mijn ervaringen te verwerken. Wie weet doe ik dat nog eens. We zien wel hoe het loopt.”


Onrust bij de Twaalf Stammen

Op het terrein waar de sekte de Twaalf Stammen woont, is het stil. Bij een houten gebouwtje waar ”bar” bovenstaat, is het uitgestorven en ook de kinderspeelplaats is leeg. Die lege speelplaats herinnert aan een voor de bewoners van de sekte dramatische dag in september 2013. Na een uitzending van de Duitse tv-zender RTL over de Twaalf Stammen, waar met verborgen camera’s getoond werd hoe kinderen mishandeld worden, zijn veertig kinderen op last van de politie bij de sekte weggehaald. De 28 jongens en meiden uit de gemeenschap Klosterzimmern en 12 kinderen uit Wörnitz zijn onder hoede van jeugdzorg gesteld en ondergebracht in pleeggezinnen. Of, en zo ja wanneer de kinderen weer terug kunnen naar hun ouders, is nog onduidelijk. Ondertussen neemt de sekte geen afstand van het standpunt over het slaan van kinderen. Op de website twelvetribes.com zegt sekteleider Gene Spriggs: „We ontkennen het niet: onze kinderen worden opgevoed met de roede van de correctie. En als wij daarvoor in de gevangenis worden gezet, gaan we in de gevangenis. Want wij weten dat we recht doen en dat we onze kinderen in liefde tuchtigen.” Spriggs citeert verschillende Bijbelteksten, zoals Spreuken 13:24: „Die zijn roede inhoudt, haat zijn zoon; maar die hem liefheeft, zoekt hem vroeg met tuchtiging.” En Spreuken 22:15: „De dwaasheid is in het hart des jongen gebonden; de roede der tucht zal ze verre van hem wegdoen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer