Kerk & religie

Cursus leert diaken en ouderling alert zijn op psychische problemen

Omgaan met psychische nood wordt steeds belangrijker voor kerken­raden. „We moeten met elkaar zoeken naar een cultuur om deze problematiek in de gemeente bespreekbaar te maken”, zegt drs. Jannie Eijmael-Verkade van Eleos.

Jan van Reenen
2 May 2014 14:52Gewijzigd op 15 November 2020 10:27
Ds. J. Joppe (l.) en diaken Jan Meerkerk tijdens een cursusavond voor hersteld-hervormde ambtsdragers over psychische problematiek. beeld Jan van Reenen
Ds. J. Joppe (l.) en diaken Jan Meerkerk tijdens een cursusavond voor hersteld-hervormde ambtsdragers over psychische problematiek. beeld Jan van Reenen

Het diaconaat van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK) organiseerde dit voorjaar in samenwerking met Eleos, instelling voor gereformeerde geestelijke gezondheidszorg, een cursus voor ambtsdragers over psychische problematiek. Aan de bijeenkomsten in Dordrecht en Garderen namen 80 kerkenraadsleden deel, uit 33 gemeenten. Ongeveer twee derde van hen was diaken, de overige deelnemers waren ouderling.

De cursus bestond uit drie bijeenkomsten onder leiding van klinisch psycholoog Eijmael-Verkade en maatschappelijk werker Wilco Kroon van Eleos. De eerste avond bood een inleiding in de psychische problematiek. Tijdens de tweede avond kwamen persoonlijkheidsstoornissen en relatie­problemen aan de orde, met aandacht voor onder meer autisme en ADHD. Tijdens de afsluitende bijeenkomst stonden angsten, depressies en schizo­frenie centraal.

Op de laatste avond in Dordrecht, vorige week maandag, behandelde Eijmael angsten en depressies. Die laatste hebben volgens haar te maken met gevoelens die niet op de goede manier beleefd worden. Medicijngebruik kan een remmende werking op angsten en depressies hebben, maar lost het probleem vaak niet op.

Eijmael vindt het voor kerken­raadsleden belangrijk om „gemeenteleden met psychische problemen te steunen om naar therapie te gaan en zo nodig hun medicijnen in te nemen. Zeg niet zomaar dat het wel goed zal komen.” Luisteren, aanmoedigen en trouw zijn, vindt ze in dit verband belangrijke eigenschappen voor ambtsdragers.

Maatschappelijk werker Kroon wijst tijdens de avond in Dordrecht op schuldgevoelens die een rol kunnen spelen als depressieve mensen zich niet kunnen concentreren bij het bidden en Bijbellezen. Ambtsdragers hebben de mogelijkheid hen erop te wijzen dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen.

Over angst is Eijmael duidelijk: je lost die op door erop af te gaan, maar dat moet in kleine stapjes gebeuren. Dwang­gedachten hebben ook met angst te maken. Mensen kunnen bijvoorbeeld dwangmatig vloeken of de gedachte hebben dat ze de zonde tegen de Heilige Geest hebben begaan. Dwanggedachten kunnen eveneens een rol spelen bij het niet naar de kerk durven gaan. Eijmael adviseert om dit probleem serieus te nemen, erover te praten en te zoeken naar praktische oplossingen.

Kroon vindt dat bij dwanggedachten niet te snel gedacht moet worden aan iets occults. „Je moet de duivel niet te veel eer geven. Onze insteek is medisch-psychiatrisch. We zijn voorzichtig met het spreken over bezetenheid, omdat veel zaken een psychische oorzaak hebben en te behandelen zijn.”

Schizofrenie heeft, zegt Kroon, te maken met een gespleten persoonlijkheid, wat niet alleen voor de persoon zelf, maar ook voor diens omgeving heel moeilijk is. „Voor kinderen is het vervelend als vader of moeder een ander mens wordt.” Hij adviseert de kinderen in gesprekken te betrekken.

LUST

De manier van omgaan met psychische problemen vat de therapeut in vier kernwoorden samen: Luisteren, Uitdiepen, Samenvatten en Tonen van begrip (LUST). Het begint met serieus luisteren naar een psychisch probleem. Door het stellen van vragen brengt de ambtsdrager verdieping aan in het gesprek, waarna hij het probleem samenvat. Het tonen van begrip is iets anders dan het bieden van een oplossing. Begrip kan blijken uit een opmerking als: „Dat moet moeilijk voor je zijn.”

Om de theorie toe te passen, krijgen de ouderlingen en diakenen deze avond ook gelegenheid om te oefenen tijdens een gesprek, waarbij de een luistert, de tweede vragen stelt en de derde observeert en zijn mening geeft. Een van de aanwezigen noemt het voorbeeld van een vader die zo bang was dat hij niet meer bekeerd kon worden dat hij soms niet meer goed functioneerde. Dan kwam er iemand van buiten het gezin om te zeggen wat er moest gebeuren. Het is in zo’n situatie belangrijk dat ook de kinderen aandacht krijgen van de ambtsdragers.

Afsluitend zegt Eijmael dat het belangrijk is om in een gemeente met elkaar te zoeken naar een cultuur van bespreekbaarheid. „De gebrokenheid is overal aanwezig. We moeten elkaar helpen. In de participatiesamenleving wordt dat aspect steeds belangrijker.” Ze pleit ervoor om rond gemeenteleden met psychische problemen een mantelzorgproject op te zetten, zodat zij gestructureerde aandacht krijgen.

Hele gezin

Jan Meerkerk, diaken van de hersteld hervormde gemeente te Nieuw-Lekkerland, noemt de cursus desgevraagd zinvol. Hij ziet om zich heen dat de psychische nood toeneemt. De toerusting heeft hem geleerd „niet te snel met conclusies te komen, maar te luisteren.” Hij beseft dat psychische problemen ook een grote impact hebben op de omstanders en dat het daarom belangrijk is het hele gezin aandacht te geven.

De problematiek raakt volgens Meerkerk niet alleen ouderlingen, maar ook diakenen. „Zij gaan vaak mee op huisbezoek, zijn betrokken bij vervolgbezoeken en op hen rust dikwijls de taak door te verwijzen naar instanties. Dan moeten ze wel weten wanneer dat moet gebeuren.”

Ds. J. Joppe, voorzitter van de generale diaconale commissie van de HHK, is blij met de cursus. „Hierdoor kunnen ambtsdragers eerder signaleren wat er aan de hand is en kan er beter hulp geboden worden.”

De predikant in Woudenberg vindt het jammer dat niet alle 119 gemeenten van het kerkverband meedoen. Hij hoopt dat zich bij de volgende cursus meer gemeenten aansluiten. Dat een vervolg nodig is, is voor hem duidelijk. De periode van vijf jaar sinds de vorige cursus vindt hij te lang, ook in verband met wisselingen in de kerkenraad. Hij denkt eerder aan een tijdsduur van twee jaar.

Uit de enquêteresultaten van de cursus in Garderen, die eerder werd afgerond, haalt hij aan dat alle cursisten positief reageerden. Velen van hen pleitten voor een extra avond en meerderen stelden voor om onderling casussen door te spreken. „Het onderwerp leeft.”

>>rd.nl/diaconaat

Meer over
Diaconaat

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer