Ds. P. den Ouden: Gereformeerde gezindte bedwelmd door materialisme
ROTTERDAM. Zijn satans tactiek en methodiek in de loop der eeuwen veranderd? „In de vormen misschien wel, maar in wezen niet”, stelt ds. P. den Ouden.
Gaat de invloed van de boze de reformatorische gezindte voorbij? „Zeker niet”, aldus de predikant van de hersteld hervormde gemeente in Katwijk aan Zee. „De reformatorische gezindte is bedwelmd door het materialisme en lijkt het zicht op het hemelse te zijn kwijtgeraakt.”
De predikant sprak gisteravond in Rotterdam voor zo’n vijftig studenten van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi (DC). De Rotterdamse afdeling van DC organiseert per jaar vijf lezingen voor studenten uit alle universiteitssteden. Thema dit jaar is ”Strijd”. Ds. Den Ouden stond in de laatste lezing in de reeks stil bij de strijd van satan tegen God en Zijn kerk.
Drie vragen waren hem voorgelegd. Op de eerste vraag, of satans methoden en tactieken zijn veranderd, antwoordde de predikant met een gezegde van een vroegere collega uit Friesland: „De satan is zo saai; het zijn altijd dezelfde listen.” Dat komt volgens ds. Den Ouden doordat satan inspeelt op het trio oerzonden: lust, hebzucht en hoogmoed. Johannes noemt dat in zijn brief de „begeerlijkheid des vleses, en de begeerlijkheid der ogen, en de grootsheid des levens.”
Gepast genieten mag, goede begeerten mogen ook, maar ongeremd begeren en de lust de vrije teugel geven, dat mag niet, aldus de predikant. „Het oog is vanaf de zondeval tot vandaag meestal de toegangspoort tot de zonde. Bijna elke zonde begint met kijken. Reclame is gebaseerd op kijken. Wie continu allerlei wereldse bladen leest, wordt ten slotte beheerst door één vraag: Wat zullen we kopen, wat zullen we eten en drinken?”
Die allesoverheersende zorg voor alleen maar eten en drinken noemt Jezus in de Bergrede echter precies als kenmerk van de mens zonder God, stelde hij. „Want als je God niet hebt, dan word je niet in beslag genomen door het hemelse, maar heb je alleen nog maar het aardse leven.”
De vraag of satan in de reformatorische gezindte veel invloed heeft, beantwoordde de predikant bevestigend. „De situatie van de gezindte is ronduit zorgwekkend. Calvijn typeerde het christenleven met de kernbegrippen kruisdragen, zelfverloochening en overdenking van het toekomende leven. De praktijk in reformatorische kring is een frontale botsing met deze wezenskenmerken voor het christelijke leven. Wij willen geen kruis dragen, maar van het leven genieten. Zelfverloochening is een vreemd begrip voor degenen die assertief willen zijn en zichzelf willen presenteren.”
Het overdenken van het hemelse leven is volgens ds. Den Ouden nagenoeg verdwenen. „Bedwelmd door de wereld zitten we meer in het wereldse schema gevangen dan we zelf beseffen.” Het eeuwigheidsperspectief is zoekgeraakt. „Wij zouden weer ernst moeten maken met de radicaliteit van het Evangelie, wat ook een terugkeer tot een sobere levensstijl inhoudt. Wie immers alle schoonheid in Christus ziet en het korte leven in eeuwigheidsperspectief beziet, die hoeft niet zo nodig alles uit dit leven te halen.”
Als laatste sprak de predikant over de duivel en de eigen verantwoordelijkheid. In navolging van de puriteinen stelde hij dat „wie de geestelijke wapenrusting uit Efeze 6 niet wenst aan te doen, de bescherming van Gods kant niet hoeft te verwachten.”