Godsdienstige kloof in politiek VS groeit
De meerderheid van de Amerikanen die regelmatig naar de kerk gaan stemt Republikeins, de meerderheid van degenen die maar een enkele keer of nooit naar de kerk gaan stemt Democratisch. Dit bericht Fox Cable News.
Een onderzoek van het Pew Research Center deze maand wees bijvoorbeeld uit dat 63 procent van de mensen die meer dan één keer in de week een godsdienstoefening bijwonen Republikeins stemt, maar 37 procent van hen stemt Democratisch. Daartegenover stemt 62 procent van alle mensen die maar één keer per jaar of nooit een kerkdienst bijwonen op de Democraten, en maar 38 procent van hen stemt Republikeins.
Bij de mensen die zo nu en dan de kerk bezoeken is die kloof veel minder groot: 52 procent Republikeins, 48 procent Democratisch. Er heeft een duidelijke verandering plaatsgehad sinds de presidentsverkiezingen van 1996. Toen stemde 54 procent van de regelmatige kerkgangers voor Clinton en maar 31 procent voor zijn Republikeinse tegenstander Bob Dole.
In 2000 stonden de meeste evangelische christenen achter kandidaat Bush. Gore kreeg de meeste stemmen van de kiezers die maar een enkele keer of nooit naar de kerk komen. Volgens Scott Keeler, een van de leiders van het Pew Research Center, ligt het er niet aan tot welk kerkverband de kiezer behoort maar hoe serieus hij zijn geloofsovertuiging neemt.
De uitzondering op deze regel zijn de zwarte baptistische en protestantse kiezers, die wel regelmatig naar de kerk gaan maar toch vrijwel 100 procent Democratisch stemmen.
Kerkelijke mensen zijn een belangrijk kiezersblok, zegt ook Kelly Anne Conway, een Republikeinse opiniepeiler, niet alleen vanwege hun aantal, maar ook omdat ze meer dan gemiddeld gebruikmaken van hun stemrecht. Van de negen Democratische presidentkandidaten heeft alleen Joseph Lieberman, een orthodoxe Jood, niet geaarzeld om een verbinding te leggen tussen zijn geloof en zijn politiek. Alle anderen zijn geneigd het geloof te zien als een privé-zaak.