Muziek

Een kerk bomvol zingende mannen

Stoere mannenzang in volle kerken, ondersteund door stevige orgelklanken in Hollands-romantische stijl. Het christelijk volksdeel kan er geen genoeg van krijgen. Op steeds meer plaatsen in den lande kunnen mannen hun hart ophalen. „Ze vinden het prachtig om samen uit volle borst te zingen.”

Dick den Braber
29 April 2014 16:07Gewijzigd op 15 November 2020 10:23
Mannenzang in de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee. Beeld Stichting Mannenzang Katwijk
Mannenzang in de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee. Beeld Stichting Mannenzang Katwijk

Organist Jaap van Rijn (63) mag zich de uitvinder van de mannenzangdagen noemen. Hij is sinds 1980 hoofdorganist van de Nieuwe Kerk in Katwijk aan Zee. Van Rijn liep al jaren vóór de eerste mannenzang, twintig jaar geleden, met het idee rond. „Je moet weten dat ik veel aan het Van den Heuvelorgel gedaan heb. Met zo’n prachtig orgel wilde ik meer gaan doen. Vaak dacht ik ’s zondags: Wat zou het mooi zijn als de kerk bomvol zingende mannen zou zitten.”

Uiteindelijk hakte zijn vrouw achter zijn rug de knoop door, toen zijn 30-jarig jubileum als organist naderde, in 1994. Van Rijn had er vooraf weinig verwachting van. Maar die eerste keer kwamen er 1600 mannen. „Echt een on­vergetelijke gebeurtenis.”

Die dag luidde ook de gretige aftrek in van cd’s met massale mannen­zang. Van Rijn: „We besloten de cd’s op inschrijving te verkopen. Die eerste avond bestelden de mannen in totaal 2500 cd’s.”

Een mannenzangdag in het jaar erop kon niet uitblijven. „De toeloop is sindsdien alleen maar gegroeid. Elke keer zit de kerk met zo’n 2000 man helemaal vol. Mensen zetten straten ver van de kerk de deuren open om ernaar te kunnen luisteren.”

Mannen onder elkaar

In Oost-Nederland vormt de Kamper Mannenzang in de Bovenkerk ook bijna een traditie, na tien jaar. Hier stond een dirigent, Jan Quintus Zwart (57), aan de wieg van het fenomeen. Zwart vindt het prachtig om te doen. Hij dirigeert sinds vijf jaar ook in Rijssen en Tiel jaarlijkse mannenzangavonden, en wat hem betreft komen er nog meer plaatsen bij: „Normaal kleuren vooral vrouwen- en kinderstemmen de samenzang in Nederland. Op zo’n avond hoor je alleen de mannen. Dat geeft een heel eigen, sonore klank.”

Voor de dirigent speelt meer. „Mannen onder elkaar uiten zich anders. De gêne die ons anders weleens remt, smelt hierbij weg, geloof ik. Ik merk een bepaalde vertrouwelijkheid, van mannen onder elkaar. Ik zeg dan dingen die ik anders niet zou zeggen.”

Overigens ziet hij door de jaren heen steeds meer vrouwen de banken inschuiven. „Die vinden het mooi om te luisteren.” Zwart gelooft niet dat deze toeloop de sfeer bederft. „Meestal praat je over zo’n 50 vrouwen op 400 mannen. Ze zijn van harte welkom om te luisteren, maar ik richt me op de mannen. We gedogen hen, zogezegd.”

In Katwijk aan Zee houdt Van Rijn de teugels strakker: „Een man uit Groningen schreef met de vraag of zijn vrouw de kerk mee in mocht, omdat ze er samen een dagje uit van wilden maken.” Van Rijn zwichtte niet. „Als ik haar binnenlaat, komen er volgend jaar 2000 vrouwen mee.”

Niet aanrommelen

Per plaats trekken de mannenzangavonden een ander publiek, merkt Zwart. „Dat heeft vooral met de invulling van het programma te maken. In Kampen zingen we afwisselend ritmische en isoritmische psalmen, gezangen, opwekkingsliederen en liederen uit de bundel van Johannes de Heer, net zoals in Rijssen. In Tiel zingen we alleen psalmen, op hele noten en met bovenstem.”

Hij vindt het een goede zaak dat op mannenzangavonden een dirigent de scepter zwaait. „Mensen vormen geen eenheid als ze overal vandaan komen. Vanaf de orgelbank heeft de organist daar geen controle over.” Het dirigeren van niet-ritmische zang in Tiel is weinig spannend. „Tegelijkertijd zingen ze daar wel het dak van de kerk. Die doelgroep is heel goed thuis in het psalmboek, en ze zingen met hart en hoofd mee. Dat merk je goed.”

Om de zang in goede banen te leiden, moet Zwart alle zeilen bijzetten. „Niet iedereen zingt hetzelfde. Een deel heeft ’s zondags de gewoonte om pas een paar tellen na de organist in te zetten. Daar wil ik niets over zeggen, maar op een avond als deze wil ik wel een bepaalde eenheid. We komen niet zomaar gezellig wat zingen; het gaat om de inhoud. Die verdient een zekere eerbied. Dan mogen we niet maar wat aanrommelen.”

Ook in Katwijk heeft sinds het begin een dirigent de leiding over de samenzang. Van Rijn: „Dat moet wel, om de zang keurig gelijk te laten lopen met mijn inzet. ’s Zondags zou ik dat ook wel willen, trouwens.” Het zangtempo aan zee lag in 1994 overigens een stuk lager dan nu. Met opzet, onthult Van Rijn. „We wilden rustig beginnen, en mikten op alle gezindten. Als je normaal niet-ritmisch zingt, gaat gedragen ritmisch prima.” Daarna heeft Van Rijn het tempo door de jaren heen geleidelijk opgevoerd, tot het niveau dat hij mooi vindt. „Niet te langzaam, niet te vlug.”

Brok

Mannen die voor het eerst komen, zingen niet altijd direct mee, weet Van Rijn. „Ze zitten dan met een brok in de keel te luisteren.” De massaliteit van zo veel zingende mannen overweldigt. Tegelijkertijd stimuleert het om zelf mee te gaan zingen, stelt de organist. Hij spreekt met enige fierheid over zíjn mannenzang in Katwijk.

Na het succes in de vissersplaats zijn er overal in het land mannen­zangavonden bij gekomen. Zo vond eind maart in Putten voor het eerst de Veluwse Mannenzang plaats. Tholen volgt dit najaar met een Zeeuwse variant. Van Rijn vindt het prima. „Maar Katwijk blijft de plaats van de mannenzang.”

Ook Zwart is niet bang voor concurrentie. „Ik heb nergens over de drukte te klagen, dus hoe meer, hoe beter. Ik heb liever dat de kerk vol zit dan de kroeg. Er is niets mooiers dan met elkaar je geloof belijden, toch?”


Hele noten verdwijnen

Mannen stromen sinds 2012 zelfs tweemaal per jaar Katwijk aan Zee binnen. In april galmen, als vanouds, de psalmen ritmisch door de kerk, samen met gezangen en enkele opwekkingsliederen. In november staan slechts hele noten op het menu. Van Rijn heeft hier wel wat mee. „Fundamenteel klopt het niet. Maar in Nederland zingen we nu al 400 jaar psalmen op hele noten. Zo’n traditie kun je niet achte­loos bij het oud vuil zetten.”

Toch is hij ervan overtuigd dat het psalmzingen op hele noten gaat verdwijnen. „Ik zie het aan de jongeren; die willen ritmisch zingen.” Met cd-opnames wil hij daarom een herdenkingsdocument voor het nageslacht maken: alle psalmen op hele noten op cd. Hij heeft er een schema voor gemaakt. „We zingen zo’n drie coupletten per psalm.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer