De grootste touroperator van Nederland, in september 2013 failliet gegaan, gaat tot en met woensdag onder de hamer. „Voor sommige mensen is het wel lastig om te zien dat hun voormalige werkplek te koop staat”, zegt veilingmeester Jeroen Bolweg van veilinghuis Troostwijk Auctioneers. „Het is onze taak dat de opbrengst zo hoog mogelijk wordt, maar ik begrijp heel goed dat gepensioneerde ex-werknemers –een enkeling heeft veertig jaar voor Oad gewerkt– en mensen die net zijn ontslagen er een dubbel gevoel bij hebben.”

Maandag hield Troostwijk op de thuisbasis van Oad in Holten een kijkdag. Alle spullen konden daar worden bekeken en op waarde geschat. Navigatiesystemen, pinapparaten, auto’s, het directiekantoor, computers, vaatwassers, lampen, stoelen en koudwatertaps: alles moet weg. Bolweg heeft er vertrouwen in: „Je kunt wel zeggen: het loopt storm.”

Toeristen

Oad werd in 1924 opgericht door Gerard ter Haar uit Borne, die toen met één bus het personenvervoer ging verzorgen in Salland en Twente. Bijna negentig jaar lang sierde de afkorting van Overijsselsche Autobusdienst menige touringcar die over de snelwegen toeristen naar tal van vakantiebestemmingen bracht. „Oad was een begrip, zoiets als: ”pindakaas, wie is er niet groot mee geworden?””, zegt Bolweg.

Enkele jaren na de oorlog werd in Holten een nieuw hoofdkantoor met garage en werkplaats geopend. Eind jaren zestig sloeg het bedrijf zijn vleugels echt uit en werd het een nationaal opererende touroperator, indertijd befaamd om de groepsuitstapjes. Later kwamen daar vliegbestemmingen en rijk geïllustreerde reisgidsen met exotische bestemmingen bij.

Critici menen dat Oad onvoldoende oog heeft gehad voor de snel veranderende wereld, vooral de opkomst van internet en het online boeken van vakanties. De eigen internetdienst (oadxl.nl) 
om „de transformatie van de oude wereld naar de nieuwe wereld” te maken, kwam veel te laat. In september vorig jaar volgde het faillissement. Ruim 1700 mensen kwamen op straat te staan.

Een deel van hen trok maandag al wijzend, pratend en herinneringen uitwisselend in groepjes langs de uitgestalde spullen, als bij een soort reünie, zag veilingmeester Bolweg. „Je kunt het geen uitje noemen, het was een soort gezamenlijke rouwverwerking.”

Er zijn duizend kavels in uiteenlopende categorieën, met de oldtimers als echte publiekstrekkers. Het meest in het oog springt een paarsrode 4-cilinder T-Ford, de eerste bus die oprichter Gerard ter Haar in 1924 aanschafte en die al die jaren in het eigen Oadmuseumpje in Holten heeft gestaan. Capaciteit: acht personen; de koffers moesten op het dak. Het openingsbod van 12.500 euro werd al kort na de opening van de veiling verpulverd en ging maandagmiddag richting de halve ton. „Die schiet omhoog”, zag ook Bolweg tevreden.

Ook in trek is een touringcar uit 1953, een Regal Mark IV voor vijftig personen en met een „afgelezen kilometerstand van 31.651 kilometer.” „We weten niet hoe vaak de teller het klokje rond is gegaan”, zegt Bolweg. „Misschien wel tien keer en heeft de bus 1 miljoen en 31.651 kilometer gereden.”

Nostalgie

Beide pronkstukken zijn alleen al vanwege de prijs niet direct weggelegd voor de ontslagen oud-werknemers die maandag poolshoogte kwamen nemen. Maar Bolweg weet als geen ander wat een kijkdag en een veiling met mensen doet. „Kijken doet kopen. Misschien gaan ze toch nog met iets de deur uit. Al is het voor de nostalgie.”