Nederlanders in Zuid-Sudan nog onbewapend
DEN HAAG (ANP). De Nederlanders die meedoen aan de VN-missie in Zuid-Sudan, doen hun werk voorlopig nog onbewapend. Volgens minister Jeanine Hennis-Plasschaert van Defensie is het momenteel niet noodzakelijk de circa 30 militairen en politiemensen te bewapenen.
Wel worden het dreigingsbeeld en de mogelijke risico’s voor de Nederlanders nader geanalyseerd, zei ze dinsdag tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer. D66 stelde de veiligheidssituatie van de Nederlanders aan de orde naar aanleiding van recente gewelddadigheden in het land, waaronder de aanval op een VN-basis in Bor waarbij tientallen mensen zijn vermoord. Op dat moment waren daar geen Nederlanders aanwezig, aldus Hennis.
Eerder zijn al wel wapens ingevlogen waarmee ze zich zouden kunnen verdedigen. Die wapens worden centraal beheerd en pas uitgedeeld als de situatie daarom vraagt. Het niet dragen van een wapen is onderdeel van het operatieconcept van de missie Unmiss.
Het kabinet is zeer bezorgd over het geweld in Zuid-Sudan. Volgens Hennis is er stevige druk op de partijen nodig om de vredesonderhandelingen te hervatten. Als diplomatieke druk niet volstaat, zijn andere maatregelen nodig, aldus de minister. De Verenigde Staten hebben al sancties aangekondigd, zoals reisrestricties en het bevriezen van tegoeden van mensen die het vredesproces dwarsbomen.
Nederland levert zo snel mogelijk een civiel expert voor een team dat onderzoekt in hoeverre het staakt-het-vuren wordt nageleefd, kondigde Hennis aan.