CDA’er Hirsch Ballin heeft niets met confessionele politiek
DEN HAAG. Oud-minister van Justitie Hirsch Ballin heeft niets met de manier waarop SGP en ChristenUnie politiek bedrijven. Wel heeft hij wat met het homohuwelijk. En met transgenders. Die moeten niet voor het hoofd worden gestoten.
„In een democratisch politiek bestel moet je argumenten gebruiken die voor ieder geldingskracht hebben. Confessionele politieke partijen gebruiken een andere argumentenlijn: gebaseerd op Bijbel of kerk. Dat kan nooit beslissend zijn voor anderen die niet volgens deze lijnen redeneren. Dat toont de onmogelijkheid aan van confessionele politiek.”
Dat zei Hirsch Ballin gisteravond in Den Haag tijdens een symposium van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA. De partij organiseerde in Den Haag een bijeenkomst naar aanleiding van de gisteravond verschenen bundel ”CDA ontleed. Over de betekenis van de C, D en A”.
Volgens de oud-minister moet zijn partij de zeggingskracht van de ”C” vanuit de ”D” benaderen. Hij stelt dat er risico’s kleven aan het benadrukken van de C in het politieke debat. De C is voor Hirsch Ballin, zelf rooms-katholiek, vooral persoonlijk van betekenis. De partij hoeft volgens hem niet slaafs te volgen wat kerken voorschrijven: „Het gaat om de dialoog, het gesprek. Dat is ook wat kerken zeggen. Zie hoe de huidige paus daarin staat.”
Volgens de oud-minister is er niet alleen een dialoog mogelijk tussen kerken en het CDA, maar ook tussen moslims, joden en humanisten en het CDA. „Deze groepen hoeven hun dialoog niet thuis te laten.”
Over de C van de partij hoeft niet „gegeneerd gezwegen te worden.” Kern van het CDA-gedachtegoed is „het opkomen voor hen van wie de persoonlijke waardigheid in de knel komt.”
Tijdens de forumdiscussie toonde hij zich voorstander van het homohuwelijk. Het CDA was daarover in het verleden verdeeld, maar volgens de oud-minister heeft het „nee zeggen tegen alles wat de persoonlijke waardigheid aantast tot gevolg dat ook mensen van hetzelfde geslacht die elkaar trouw willen beloven, een huwelijk mogen aangaan. De staat overspeelt zijn hand als hij het leven van homo’s moeilijker wil maken.”
Hirsch Ballin zei dat in antwoord op een vraag van een aanwezige of de partij zich niet moet verzetten tegen de opkomst van transgenders. Dat zijn niet alleen mensen die zich niet thuis voelen in hun lichaam, maar ook mensen die niets willen weten van het verschil tussen mannen en vrouwen.
Oud-CDA-Kamerlid Schinkelshoek betoogde dat het CDA de waarden en normen van de eigen traditie „moet munten naar het programma anno 2014.” Dat betekent „vechten tegen de liberale ik-cultuur en tegen het socialistische staatsdenken.”
CDA-leider Buma denkt dat zijn partij weer de juiste politieke agenda heeft, namelijk het zoeken naar waar de samenleving mee bezig is. Onlangs had Buma een gesprek met vertegenwoordigers van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Die legden het werkprogramma van de raad aan hem voor. De CDA’er had daar, vertelde hij gisteren, niets aan toe te voegen. Buma: „Er zit geen ruimte tussen wat het CDA zegt en wat de WRR onderzoekt.” Dat ontlokte voorzitter Bovens van het Wetenschappelijk Instituut de opmerking: „Het CDA, aanbevolen door de WRR.”