Dat heeft staatssecretaris Wilma Mansveld (Infrastructuur) vrijdag na afloop van de ministerraad gezegd. Door het systeem kunnen treinen dichter op elkaar en dus vaker rijden. Ook kan een trein dankzij ERTMS niet meer een rood sein passeren. Het systeem ligt al op de Hanzelijn (Lelystad-Zwolle), de Betuwelijn, tussen Amsterdam en Utrecht en op de hogesnelheidslijn. Ook is circa 20 procent van de treinen ermee uitgerust.

Vanaf 2016 wordt het systeem geleidelijk aangelegd in grote delen van de Randstad en op lijnen richting Almelo, Arnhem en Vlissingen. Daarmee worden ook de internationale (goederen)lijnen van het systeem voorzien. Treinen kunnen dan van land naar land rijden zonder van veiligheidssysteem te wisselen. De invoering ervan duurt volgens Mansveld zeker 10 jaar.

Treinen krijgen speciale apparatuur aan boord die automatisch communiceert met het spoor en de verkeersleiding. Het systeem, dat in 2022 in alle treinen moet zijn ingebouwd, kan ingrijpen door de snelheid aan te passen of een trein te laten stoppen. In 2030 moeten de drukst bereden spoorlijnen zijn voorzien van ERTMS, aldus de staatssecretaris.