Heiligdom islam doelwit van Joodse extremisten
Extremistische Joodse kolonisten die zijn opgepakt voor het plannen van een aanslag op een Palestijnse school hadden vage plannen om de belangrijkste islamitische heiligdommen in Jeruzalem op te blazen.
Dat heeft de chef van de Israëlische binnenlandse veiligheidsdienst Shin Bet, Avi Dichter, dinsdag gezegd.
Volgens Dichter zijn er in extremistische Joodse kringen vaker geluiden te horen over aanslagen op de al-Aqsa-moskee en andere heiligdommen op de Tempelberg in Jeruzalem. Dichter stelt dat daarmee de nachtmerrie van de Israëlische veiligheidsdiensten uit zou komen en dat het conflict tussen Israël en de Palestijnen zou worden getransformeerd tot een strijd tussen 13 miljoen Joden en 1 miljard moslims.
De Tempelberg is voor moslims de plaats waar Mohammed ten hemel voer. Volgens het Joodse geloof stonden de eerste en de tweede tempel op de berg en is het de plaats waar ooit de derde tempel zal verrijzen.
In april 2002 werden vier kolonisten van de nederzetting Bat Ayin op de Westoever gearresteerd op verdenking van het voorbereiden van een aanslag op een school in Oost-Jeruzalem. In een aanhanger achter de auto van de in Hebron aangehouden mannen werd een zware autobom aangetroffen. De vier hebben een gedeeltelijke bekentenis afgelegd.
In reactie op andere ontwikkelingen heeft Shin Bet dinsdag gezegd dat Iran de grootste bedreiging voor het voortbestaan van Israël en de belangrijkste „terreurstaat” ter wereld is. Volgens Dichter steunt Iran groeperingen die aanslagen in Israël plegen en is de ontwikkeling van kernwapens door Teheran een directe bedreiging voor het voortbestaan van Israël.
Volgens Dichter is Iran betrokken bij anti-Israëlische acties over de hele wereld, zoals de aanslag in 1994 op een Joods gemeenschapscentrum in Buenos Aires, de zwaarste terreuraanslag in de geschiedenis van Argentinië. Volgens Dichter steunt Iran niet alleen bewegingen zoals de vanuit Libanon opererende Hezbollah en verscheidene Palestijnse terreurgroeperingen, maar rekruteert het ook Arabische Israëliërs, die zich vrij door het land kunnen bewegen, voor terreuraanslagen in Israël.
Eerder noemde de stafchef van het Israëlische leger, generaal Moshe Yaalon, Iran al een serieuze bedreiging voor Israël in verband met de ontwikkelingen van langeafstandsraketten en de pogingen om kernwapens te bemachtigen. Vorige maand berispte het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) Iran omdat het bepaalde onderdelen van zijn atoomprogramma geheim heeft gehouden. Dat het land dichtbij de ontwikkeling van kernwapens is, zoals de Verenigde Staten beweren, heeft het IAEA niet bevestigd. Iran heeft toegezegd mee te zullen werken aan inspecties van zijn nucleaire installaties door het IAEA.
De opmerkingen van Dichter waren dinsdag rechtstreeks te horen op de nationale radio. Het was volgens de krant Ha’aretz de eerste keer dat de inwoners van Israël de stem van hun nationale veiligheidsbaas te horen kregen. Tot voor kort was de identiteit van het Shin Beth-hoofd en van de directeur van de buitenlandse inlichtingendienst Mossad een staatsgeheim.
De veiligheidschef benadrukte dat de Israëlische regering onverminderd moet doorgaan met de bouw van de „veiligheidsmuur.” Deze internationaal omstreden fysieke afscheiding van de Palestijnse gebieden moet er in zijn visie zelfs versneld komen. Nu al is duidelijk dat de afscheiding Palestijnse extremisten buiten de deur houdt, weet Dichter. De „muur” is dan ook cruciaal voor de veiligheid van Israël. Hij erkende dat de veiligheidsdiensten tot dusver er onvoldoende in zijn geslaagd de „Israëliërs de mate van veiligheid te geven die ze verdienen”.