Beroepscommissie euthanasie van de baan
DEN HAAG. De instelling van een commissie die afgesloten euthanasiedossiers kan heropenen, is vrijwel zeker van de baan.
Artsenorganisatie KNMG beschouwt een beroepsmogelijkheid bij nader inzien niet meer als wenselijk. Minister Schippers (VWS) liet dat vrijdag weten aan de Tweede Kamer.
Rond eerdere euthanasiedebatten in de Tweede Kamer drong de KNMG bij herhaling op de komst van een nieuwe beroepscommissie aan. Zo’n commissie zou, aldus de artsenorganisatie, opnieuw moeten kunnen kijken naar meldingen over euthanasie die door de toetsingscommissies zijn afgedaan als zorgvuldig, als er redenen zijn om aan dat oordeel te twijfelen.
In een hoorzitting, september vorig jaar, zei algemeen directeur Wigersma van de KNMG: „Er is geen onafhankelijke geschillen- of bezwaarprocedure ingeval er meningsverschillen bestaan over uitspraken van de commissie. Wij vinden dat de mogelijkheid van maatschappelijke controle in dit opzicht moet worden verbeterd.” In januari herhaalde hij dat standpunt in het Radio 1 Journaal.
In het licht van de rechtszekerheid van artsen ziet de KNMG de komst van zo’n commissie toch niet als wenselijk, aldus Schippers vrijdag in de brief.
De ministers Schippers en Opstelten (Veiligheid en Justitie) wezen een beroepscommissie tot nu toe steeds af. Volgens hen zorgt het alleen maar voor verwarring als twee toetsingsorganen tot tegengestelde oordelen komen. Om die reden zien beide bewindspersonen liever dat de KNMG achter gesloten deuren in gesprek gaat met de toetsingscommissies als de artsenorganisatie betwijfelt of een controversiële melding terecht is goedgekeurd. In die opzet zijn beide bewindslieden geslaagd: het ministerie gaat „periodieke gesprekken” organiseren, schrijft Schippers. Bij zo’n bespreking kan casuïstiek waar mogelijk dienen als input, aldus de brief.