Dutchbat was destijds verantwoordelijk voor de verdediging van de moslimenclave. Nadat het was veroverd door de Bosnische Serviërs, werden circa 7000 moslimmannen vermoord. De Hoge Raad oordeelde vorig jaar dat de Nederlandse Staat aansprakelijk is voor het drama.

In totaal gaat het om 80.000 euro schadevergoeding. De zaak was aangespannen door de tolk van Dutchbat, Hasan Nuhanovic, en drie nabestaanden van de vermoorde elektricien Rizo Mustafic. Nuhanovic verloor zijn vader en broer. De zaak sleepte zich 11 jaar voort voordat de hoogste rechter in Nederland vorig jaar tot een uitspraak kwam.

De Staat betreurt wat de families Nuhanovic en Mustafic is overkomen en hoopt dat met het uitkeren van deze schadevergoeding de nabestaanden een verdere stap kunnen zetten in het verwerken van hun verlies, aldus een verklaring van het ministerie van Defensie.

Op 11 juli 1995 viel de enclave Srebrenica in handen van het Bosnisch-Servische leger onder leiding van generaal Ratko Mladic. Twee dagen later stuurden de Nederlanders de drie moslimmannen weg van de compound. Ze waren daar juist heen gevlucht ter bescherming tegen de troepen van Mladic. Eenmaal buiten de compound werden ze vermoord.

Defensie verwacht niet dat er meer van dit soort zaken komen. „Dit was een zeer specifieke situatie”, aldus een woordvoerder. Er loopt nog wel een rechtszaak van Moeders van Srebrenica, maar dat gaat „om een andere situatie die niet vergelijkbaar is”.

De schadevergoeding is gebaseerd op het Bosnische recht omdat de eisers dan aanspraak kunnen maken op vergoeding van immateriële schade. Naar Nederlands recht is dat volgens het ministerie niet het geval. Ook mogelijke materiële schade zal door de Staat worden vergoed.

Over de hoogte van het schadebedrag is niet onderhandeld met de advocaat van de nabestaanden, Liesbeth Zegveld. Indien zij het niet eens is met het bedrag, kan zij daar tegen gaan procederen.