China maakt jacht op ervaren managers
Het is momenteel bijna overal een slechte tijd om werk te zoeken, behalve op het Chinese vasteland. Daar zijn bedrijven, op zoek naar managers met buitenlandse ervaring en opleiding, als gekken aan het werven.
Steeds meer middenkader in Hongkong en andere Aziatische landen vindt in het snel groeiende China carrièremogelijkheden die in het eigen land zijn opgedroogd.
„Vanuit carrièreperspectief lijkt het op de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw in Hongkong. Er is een overvloed aan mogelijkheden als je ondernemend genoeg bent”, zei Gilbert Choy, een Hongkonger die vorig jaar naar Peking is verhuisd en daar nu aan het hoofd staat van een risicokapitaal-participatiemaatschappij die wordt gesteund door het ministerie van Informatie-industrie.
Websites en kranten in Hongkong staan vol advertenties voor ervaren verkopers, managers, technici en boekhouders met een standplaats op het Chinese vasteland.
Hoewel Chinese bedrijven minder geschoold personeel met miljoenen tegelijk aan de dijk zetten, hebben zij hulp van buiten nodig om zich voor te bereiden op de hardere concurrentie die China na zijn toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) kan verwachten. „De keerzijde van de WTO is dat Chinese bedrijven moeten begrijpen hoe de rest van de wereld werkt”, zegt Jim McGregor, een bedrijfsconsulent die al jaren in Peking woont. „In de toekomst worden dit bedrijven van wereldklasse. Zij moeten systemen voor personeelsbeheer opzetten. Ze moeten aandelenopties uitgeven. Elk bedrijf dat in de wereld wil meekomen, zal mensen van buiten nodig hebben om het te maken.”
Li Zhucheng, particulier ondernemer en directeur van Fashion Electronics City, een supermarkt in de zuidelijke stad Dongguan, die een vestiging van het Amerikaanse Wal-Mart naast zich heeft, zoekt vier medewerkers: twee bedrijfsleiders, een verkoopmanager en een personeelsmanager. „Het personeel dat we op het vasteland kunnen krijgen is niet eersteklas. Wij moeten concurreren met winkels als Wal-Mart en Carrefour. We hebben iemand nodig die ons management op dat niveau kan brengen”, zegt Li, die onlangs een banenmarkt in Hongkong bezocht waar werkzoekenden in contact worden gebracht met potentiële werkgevers.
De markt werd bezocht door 12.000 werkzoekenden en honderd potentiële werkgevers, onder wie grote elektronicafirma’s, winkelbedrijven, kranten en vakantieoorden. Volgens de organisatie zijn tijdens de markt 300 mensen direct in dienst genomen en hebben zo’n 5000 anderen een sollicitatie ingediend. Veel banenzoekers hadden zich extra netjes gekleed en brachten uitgebreide CV’s mee. Sommigen waren uit Taiwan en Japan komen overvliegen.
Organisator Manpower Resources Computing schat dit jaar nog zo’n twaalf banenmarkten te zullen organiseren. „Met de economie van Hongkong gaat het niet de goede kant op. Er zijn zoveel massaontslagen en faillissementen. China groeit daarentegen snel”, zegt directeur Kenny Ng, die zelf twee jaar geleden naar het vasteland is verhuisd.
Terwijl Hongkong vorig jaar op de rand van een recessie balanceerde met 6,1 procent werkloosheid en sommige van zijn buren hun economie zagen krimpen, groeide de Chinese economie met ongeveer 7 procent en die van de groeiprovincie Guangdong met 9,5 procent. De cijfers mogen volgens sommige economen wat te fraai zijn voorgesteld, feit blijft dat hoge overheidsuitgaven, buitenlandse investeringen, een toenemende vraag naar consumentenartikelen en betere huisvesting de Chinese economie tot nu toe hebben gespaard voor de achteruitgang in de rest van de wereld.
Tot voor kort zouden veel ervaren managers er niet over gepeinsd hebben naar het Chinese vasteland te verhuizen. Maar recente peilingen wijzen uit dat de krappere banenmarkt daar verandering in heeft gebracht, in ieder geval in Hongkong. Daar zegt nu 80 tot 90 procent bereid te zijn zo’n verandering te overwegen. Volgens het Bureau voor Bevolkingsvraagstukken werkten vorig jaar 176.300 Hongkongers op het vasteland, vergeleken met 133.500 in 1998.
„Tegenwoordig kunnen sommige vaktechnici nergens anders terecht. Die mensen hebben geen keus. Zij weten dat China de markt is waar je moet zijn”, zegt Albert Chau, een consulent in Hongkong. Wie in China gaat werken kan meestal rekenen op extra’s, zoals gunstige belastingvoorwaarden en huisvesting, maar naarmate er meer aanbod komt wordt het verschil in beloning kleiner.
„De managers van buiten moeten heel flexibel zijn. Ze moeten tegenwoordig genoegen nemen met een minder aantrekkelijk pakket”, zegt Chau. Het is bovendien niet altijd gemakkelijk om te aarden, zegt hij. Het is hard wennen aan de plaatselijke bedrijfscultuur, zeker als het om een staatsbedrijf gaat. Daar heerst zo’n geheide cultuur dat ideeën vanbuiten domweg niet kunnen worden opgenomen en er alleen een politieke strijd ontstaat.
De meeste in het buitenland opgeleide Chinezen kiezen daarom voor multinationale ondernemingen of zetten een eigen zaak op. Choy bijvoorbeeld, de risicokapitalist, zegt dat hij een fikse loonsverlaging heeft aanvaard -„ik betaal zo’n beetje mezelf”- om naar Peking te verhuizen. Maar hij is ervan overtuigd dat het de moeite waard is geweest. „Het is het geloof dat ik iets kan doen en dat het de goede tijd is”, zegt Choy, wiens vader op het vasteland is geboren en er politieke en zakelijke banden heeft.
Voor winkelier Li is de problematische arbeidsmarkt in het buitenland goed nieuws. Na twee dagen sollicitaties te hebben verzameld in Hongkong heeft hij een aantal kandidaten uitgenodigd voor een nader gesprek. „Ik heb geen hoge verwachtingen. Ik weet dat mensen het wonen in China niet aantrekkelijk vinden”, zegt hij. „Als de economie er niet zo slecht voor stond zouden ze waarschijnlijk niet willen komen. Voor ons biedt dit grote mogelijkheden.”