Het Openbaar Ministerie (OM) overweegt hoger beroep aan te tekenen, aldus een woordvoerster. „De officier wil eerst het vonnis goed bestuderen.”

De drie meisjes zijn vanaf hun tienerjaren in een sociaal isolement gebracht en van school gehouden. Meteen na hun 18e verjaardag moesten ze als prostituee gaan werken en hun verdiende geld aan de verdachte en zijn vrouw geven. Zij hebben jarenlang in diverse clubs gewerkt.

De politie arresteerde de man in januari 2012, toen de dochters hun stilzwijgen verbraken. Ook de (pleeg)moeder is verdachte in de zaak, maar zij zit in Suriname. Justitie overlegt nog met de Surinaamse autoriteiten over een mogelijke uitlevering.

Schokkend, zo noemde de rechtbank de manier waarop de meisjes zijn behandeld. Hun geestelijk en lichamelijk welzijn is totaal ondergeschikt gemaakt aan de persoonlijke belangen van de verdachten, die belust waren op geld.

Volgens de aangiftes van de vrouwen misbruikte de man hen al ruim voordat zij 18 werden. Ook tijdens hun leven in de prostitutie zou dit misbruik zijn doorgegaan. De rechtbank vond de aangiften hiervoor als bewijs te mager. Ondersteunend bewijs ontbrak. Het OM vond dat de aangifte in de ene zaak kon gelden als ondersteuning van de aangiftes in de andere zaken, maar de rechtbank volgde die redenering niet. Waarmee niet is gezegd dat de vrouwen niet worden geloofd, aldus de rechtbank.

De drie vrouwen hadden in totaal 1,75 miljoen euro schadevergoeding geëist. Dat bedrag zouden de verdachten met hun uitbuitingspaktijken hebben verdiend. De rechtbank wees 5000 euro aan smartengeld per slachtoffer toe. De rest van de claim moeten zij aan de civiele rechter voorleggen.